35 626 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord

Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HAGEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 25 mei 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. Onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel b door een komma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. wordt niet geproduceerd uit olie uit sojabonen, met uitzondering van olie uit sojabonen met een gecertificeerd laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik als bedoeld in verordening (EU) 2019/807.

Toelichting

De indieners willen biobrandstoffen met een hoog risico op indirect landgebruik wettelijk uitsluiten van bijmenging als biobrandstof. Europees is al vastgelegd dat de bijmenging van biobrandstoffen verkregen uit palmolie een hoog risico heeft op indirect landgebruik en daarom ook niet bijgemengd mag worden. Biobrandstoffen verwerkt uit sojaolie kent echter ook risico’s op indirect landgebruik, echter is dit nog niet Europees vastgelegd via een gedelegeerde handeling onder artikel 26 van de richtlijn hernieuwbare energie. Derhalve wordt met dit amendement wettelijk vastgelegd dat de bijmenging van biobrandstoffen verkregen uit niet duurzame sojaolie niet toegestaan is. In de Nederlandse praktijk wordt sojaolie al niet bijgemengd, dit amendement legt dit wettelijk vast.

Hagen De Hoop Geurts Grinwis Bouchallikh

Naar boven