35 623 Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 7 mei 2021

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning waartoe de leden van de fractie van de PVV en de Fractie-Nanninga inbreng hebben geleverd. De verschillende vragen die zijn gesteld, worden hierna beantwoord in de volgorde waarin de inbreng is geleverd.

Allereerst vragen de leden van de fractie van de PVV en de Fractie-Nanninga of het in Weesp gehouden referendum een goede graadmeter was voor het maatschappelijk draagvlak, omdat er in het referendum werd gevraagd naar de voorkeur voor een fusiepartner en niet de mogelijkheid was om een voorkeur voor zelfstandigheid aan te geven.

Staand beleid van de regering is om het aan de raden van de betrokken gemeenten te laten hoe zij het maatschappelijk draagvlak voor een gemeentelijke herindeling vaststellen. Een referendum of volksraadpleging kan daar onderdeel van uit maken, maar dat is niet verplicht. In het geval van Weesp heeft de raad al in 2016 – aan de hand van een bestuurskrachtonderzoek en na verschillende bijeenkomsten met inwoners en maatschappelijke organisaties – afgewogen dat zelfstandig blijven geen optie was en resteerde vooral nog de vraag of de gemeente Amsterdam of de gemeente Gooise Meren de voorkeur zou moeten krijgen als partner. De volksraadpleging heeft de raad van Weesp geholpen die vraag te beantwoorden.

Vervolgens vragen de leden van de fractie van de PVV en de Fractie-Nanninga, onder verwijzing naar een studie van het Coelo over opkomstcijfers bij verkiezingen na een gemeentelijke herindeling, de regering welk effect zij verwacht van deze bestuurlijke opschaling en wat dit betekent voor de afstand tussen burger en politiek in de gemeenten Amsterdam en Weesp.

De regering is bekend met deze wetenschappelijke inzichten over het verband tussen schaalvergroting en opkomstcijfers. Naar verwachting van de regering zal ook bij de voorliggende herindelingen sprake zijn van een structureel lagere opkomst bij verkiezingen. In het specifieke geval van Amsterdam en Weesp is de verwachting van de regering dat dit effect met name in Weesp zichtbaar zal zijn en in veel mindere mate in Amsterdam. Voor de inwoners van Weesp is er immers duidelijk sprake van een schaalsprong van de gemeente. Voor de inwoners van Amsterdam is de schaalsprong gering. De regering betreurt het dat er een klein negatief verband blijkt te zijn tussen schaal en opkomst bij verkiezingen, maar is tevens van mening dat de voordelen van deze herindeling opwegen tegen de verwachte lagere opkomst. Door deze herindeling zal voor de inwoners van met name Weesp een sterker gemeentebestuur ontstaan, dat beter in staat zal zijn om de voorzieningen en diensten te leveren waar zij behoefte aan hebben.

Tot slot vragen de leden van de fractie van de PVV en de fractie-Nanninga te reflecteren op de bevindingen van het Coelo en daarbij toe te lichten op welke gronden de regering verwacht dat het inzetten van kernenbeleid effectief zal zijn.

Allereerst herkent de regering in de bevindingen van het Coelo de dubbelopgave voor gemeenten. Namelijk om enerzijds voldoende slagkracht te organiseren om effectief hun opgaven het hoofd te kunnen bieden en anderzijds om voldoende nabijheid van bestuur te organiseren. Daar waar opschaling via herindeling onvermijdelijk blijkt om de dienstverlening en ondersteuning te kunnen bieden die inwoners nodig hebben, moet soms een klein verlies aan nabijheid worden geaccepteerd. Het inzetten op kernenbeleid kan een deel van het verlies aan nabijheid mitigeren, waarmee gemeenten dan een antwoord kunnen geven op de dubbelopgave. Dat in sommige van de bij herindeling betrokken gemeenten al sprake is van kernenbeleid betekent niet dat die mogelijkheid er niet meer kan zijn. Een gemeentelijke herindeling is een natuurlijk moment om het kernenbeleid te herijken of te actualiseren; het kernenbeleid zal immers moeten worden toegesneden op de nieuwe situatie van na de herindeling. De regering verwacht dan ook van gemeenten dat zij zich inspannen om via het kernenbeleid de inwoners te laten profiteren van de nieuwe gemeentelijke schaal en tegelijkertijd de eigenheid van de kernen of wijken te behouden of versterken. Gemeenten doen dat in de praktijk ook. In dit verband verwijst de regering naar de overwegingen die ten grondslag liggen aan het kernenbeleid bij de voorliggende herindelingen:

  • De gemeenten Landerd en Uden achten de schaalvergroting noodzakelijk om binnen het kernenbeleid meer maatwerk mogelijk te maken en daarmee de eigenheid van de inliggende kernen beter te kunnen behouden. Groot worden om klein te kunnen blijven, zoals zij dat zelf zeggen.

  • Amsterdam en Weesp kiezen voor een specifiek bestuurlijk arrangement voor Weesp, om op die manier het Weesper karakter te kunnen behouden. In het Bestuurlijk Akkoord Weesp – Amsterdam, is tevens afgesproken om de nieuwe bestuurscommissie voor Weesp een eigen budget ter beschikking te stellen om daarmee tegemoet te kunnen komen aan specifieke wensen of noden in Weesp.

  • Heerhugowaard en Langedijk hebben in samenspraak met de gemeenten in de regio Alkmaar de ambitie ontwikkeld om «grenzeloos» te gaan besturen in de regio, zodat inwoners in hun contacten met de gemeente(n) de gemeentegrenzen minder als belemmering ervaren. Dit als antwoord op het signaal van een deel van de inwoners uit Sint Pancras en Koedijk-Noord dat zij meer op Alkmaar zijn georiënteerd dan op Heerhugowaard.

  • Beemster en Purmerend kenden al een wijk- en buurtgerichte aanpak en trekken in de periode tot de herindelingsdatum samen op om deze aanpak verder vorm te geven. In mei 2020 hebben beide colleges van de gemeenten Beemster en Purmerend besloten de gezamenlijke besturingsfilosofie als uitgangspunt mee te geven aan de nieuwe gemeente. Na de herindeling zal Beemster als één wijk toegevoegd worden aan de zeven wijken van Purmerend, zodat deze in verhouding tot elkaar staan. Hierbij heeft Beemster ook een dorpsmanager (net als de wijkmanagers in Purmerend), die in nauwe verbinding staat met de samenleving en de gemeente.

  • Voor de nieuwe gemeente Land van Cuijk is een van de drie pijlers van de toekomstvisie het versterken van de identiteit van de kernen, maar tegelijkertijd het verbinden van deze kernen. Het motto van de nieuwe gemeente is dan ook «prachtig en krachtig vanuit onze kern». Het is de ambitie dat de nieuwe gemeente inwoners inspireert en faciliteert bij het maken van keuzes over de eigen leefomgeving en op deze manier nabijheid van bestuur vormgeeft. Concreet wordt uitvoering gegeven aan het «procesplan kernendemocratie». Per kern wordt samen met inwoners gekeken hoe de werkwijze van de nieuwe gemeente vorm kan krijgen, waarbij het zelforganiserend vermogen van de kernen voorop staat.

Het kernenbeleid krijgt in deze gevallen dus een ander karakter of accent, waardoor het beter aan zal sluiten op de nieuwe situatie van na de herindeling, terwijl deze aanpassing zonder de herindeling niet mogelijk of niet effectief zou zijn geweest.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven