35 621 Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk

35 619 Samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden

G1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 december 2022

De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning2 hebben kennisgenomen van de brief van 13 juli 2022 over de aanpak van de evaluaties inzake de vorming van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst. De leden van de fracties van het CDA, D66, Fractie-Nanninga, PvdA, PVV en FVDhebben naar aanleiding daarvan een aantal vragen.

Naar aanleiding hiervan is op 4 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister heeft op 2 december 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONING

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 4 oktober 2022

De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben kennisgenomen van uw brief van 13 juli 2022 over de aanpak van de evaluaties inzake de vorming van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst. De leden van de fracties van het CDA, D66, Fractie-Nanninga, PvdA, PVV en FVDhebben naar aanleiding daarvan enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met respect kennisgenomen van de opzet van het evaluatieonderzoek. Echter op één punt spreken zij hun verwondering uit. Op het specifieke onderdeel over de wenselijkheid van het alsnog indelen van Schaijk en Reek bij de gemeente Oss zou toch niet de mening van inwoners uit de gehele gemeente gevraagd moeten worden, maar uitsluitend die van inwoners van de kernen Schaijk en Reek?

Vragen en opmerkingen van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 vragen u op welke wijze, in het bijzonder, de inwoners van Schaijk en Reek zijn betrokken bij het evaluatieontwerp en op welke wijze zij hun zorgen kunnen uiten in de evaluatie? Zijn er mogelijkheden om het evaluatieontwerp aan te passen om tegemoet te komen aan de zorgen van de inwoners van Maashorst? En zo ja, welke zijn dat?

De evaluatie heeft als doel om de wenselijkheid van de samenvoeging te onderzoeken. De gemeenteraad zal vervolgens een oordeel vellen over de samenvoeging. De leden van D66 vragen zich af op basis van welke criteria de gemeente deze beslissing maakt?

Vragen en opmerkingen van de fractie van Fractie-Nanninga

U schrijft dat onafhankelijkheid van onderzoek wordt gewaarborgd door bureau Berenschot in te schakelen. Kunt u meer gedetailleerd uitleggen welke waarborgen voor onafhankelijkheid zijn getroffen? Enkel het selecteren van een (commercieel) adviesbureau is in de ogen van de leden van de Fractie-Nanninga een beperkte factor. Graag een bredere onderbouwing. Wordt het onderzoek bijvoorbeeld gefinancierd door het ministerie?

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in beide Kamers kwam duidelijk naar voren dat de kern van het geschil bij deze herindeling was en is of de kernen Schaijk en Reek niet beter bij Oss in plaats van bij Uden (nu Maashorst) gevoegd hadden moeten worden. Dáár zou ons inziens het onderzoek over moeten gaan. De gemeenteraad van de (nieuwe) gemeente Maashorst heeft een prominente rol in de evaluatie. Daar zit spanning op. Een gemeenteraad kan in meerderheid het belang van de minderheid (kernen Schaijk en Reek) overvleugelen.

Hoe ziet u dit geschilpunt van tijdens de wetsbehandeling in relatie tot de rol van de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Maashorst? Hoe waarborgt u dat bij het onderzoek er sprake is van gelijkwaardigheid tussen de kernen Schaijk en Reek en de rest van de gemeente Maashorst binnen deze discussie?

U schrijft dat het aan de raad is om te beslissen op basis van de uitkomsten van de evaluatie en de aanknopingspunten voor verbetering van het functioneren van de gemeente op te pakken. De besluitvorming in de raad van Maashorst over de evaluatie maakt daarom onderdeel uit van de evaluatie en mijn verslag aan het parlement. Als uit het onderzoek zou volgen dat de kernen Schaijk en Reek nadrukkelijk de wens hebben om alsnog bij Oss te horen maar de gemeenteraad negeert dat in meerderheid, hoe ziet u dan uw rol?

Er is momenteel discussie over hoe artikel 9 van de herindelingswet wordt gehanteerd tijdens het evaluatieproces. De onderzoekers hanteren, zo hebben wij vernomen, de volgende definitie:

«De evaluatie vindt plaats omdat de Tweede Kamer in de herindelingswet heeft opgenomen dat de Minister in 2024 aan het parlement een verslag moet zenden over het functioneren van de gemeente, met daarin aandacht voor de positie van de kernen in relatie tot andere delen van de gemeente, en de maatschappelijke samenhang met omliggende kernen die niet tot de gemeente behoren en de wenselijkheid van wijziging van de gemeentelijke indeling om de kernen Schaijk en Reek bij de gemeente Oss te voegen.»

De originele wettekst van artikel 9 luidt echter als volgt:

  • «1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, in overleg met de besturen van de nieuwe gemeente Maashorst en de provincie Noord-Brabant, zendt binnen drie jaar na de datum van herindeling aan de Staten-Generaal een verslag over het functioneren van de nieuwe gemeente Maashorst.

  • 2. In het verslag wordt in het bijzonder aandacht besteed aan:

    • a. de positie van de tot de nieuwe gemeente Maashorst behorende kernen, in het bijzonder Schaijk en Reek, in relatie tot de andere delen van de gemeente en de maatschappelijke samenhang met omliggende kernen die niet tot de nieuwe gemeente behoren;

    • b. de wenselijkheid van een wijziging van de gemeentelijke indeling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet algemene regels herindeling om de kernen Schaijk en Reek bij de gemeente Oss te voegen.»

In hoeverre vindt u dat de onderzoekers de wettekst artikel 9 op deze wijze goed invulling geven in hun onderzoek? Bent u het met de leden van de Fractie-Nanninga eens dat het waardevol en de bedoeling is, dat bij de evaluatie expliciet in beeld wordt gebracht: de meningen, gevoelens en draagvlak over de herindeling voor inwoners van de kernen Schaijk en Reek? Conform de tekst in het wetsartikel «in het bijzonder…»? Hoe waarborgt en toetst u nu en straks of de wezenlijke inbreng en fundamentele betrokkenheid van inwoners van Schaijk en Reek op zowel de inhoud als de procedure van het evaluatieontwerp voldoende is gewaarborgd?

Vragen en opmerkingen van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief over de aanpak van de evaluaties inzake de vorming van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst van 13 juli 2022. Zij hebben nog enkele vragen, in het bijzonder met betrekking tot de gemeente Maashorst.

Terecht wordt opgemerkt dat in het verslag dat de Minister binnen drie jaar aan het parlement zal sturen de kernen Schaijk en Reek en de wenselijkheid om deze kernen alsnog bij de gemeente Oss te voegen apart zullen worden genoemd.

In het evaluatieonderzoek wordt echter de vraag centraal gesteld welke «publieke waarde» de gemeente Maashorst weet te creëren voor haar inwoners. Nu is het niet uit te sluiten dat de gemeente Maashorst veel publieke waarde weet te creëren voor de inwoners van Schaijk en Reek, maar dat die inwoners toch de voorkeur blijven geven aan aansluiting bij Oss. Kunt u aangeven wat precies met «publieke waarde» wordt bedoeld? Hoe wordt dat gemeten? Wat zou volgens u de doorslag moeten geven bij een mogelijk gecontinueerde wens van (de meerderheid) van de inwoners van de kernen Schaijk en Reek om bij Oss aan te sluiten: de hoeveelheid «publieke waarde» die de gemeente Maashorst voor die kernen weet te creëren of de wens van de meerderheid van de bevolking van die kernen? Wordt de wens van de bevolking van de kernen van Schaijk en Maas om wel of niet aan te willen sluiten bij de gemeente Oss aan het einde van de evaluatieperiode opnieuw via onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek vastgesteld? Zo ja: hoe? Zo nee: waarom niet? Wordt ter vergelijking niet ook bezien welke publieke waarden de gemeente Oss voor die kernen zou kunnen creëren? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de fractie van de PVV

Kunt u aangeven of de inwoners van de kernen Sint Pancras en Koedijk in de evaluatie specifiek per kern naar hun mening wordt gevraagd, zodat hun standpunt niet ondergesneeuwd raakt in het grote geheel van de gehele gemeente?

Bij het evaluatieonderzoek voor Maashorst wordt gesteld: «Centraal in het evaluatieonderzoek staat de vraag welke publieke waarde de gemeente Maashorst weet te creëren voor haar inwoners.». Kunt u aangeven wat hier concreet wordt bedoeld met «publieke waarde», hoe de inwoners van Schaijk en Reek hierbij betrokken worden en hoe dit afgebakend wordt?

In het evaluatieonderzoek zal een enquête aselect naar 3000 inwoners van álle kernen van de gehele gemeente Maashorst worden verstuurd. Kunt u aangeven waarom er – mede gelet op het aangenomen amendement inzake Schaijk en Reek – geen specifiek onderzoek wordt uitgezet onder álle inwoners van de kernen Schaijk en Reek om hun oordeel zorgvuldig te wegen? Bent u als opdrachtgever alsnog bereid om alle inwoners van specifiek deze twee kernen te enquêteren?

Bezorgde inwoners van Schaijk en Reek geven aan zich niet in de conclusies van het onderzoeksbureau inzake de evaluatieopzet te herkennen en zien de bestaande onvrede omtrent het gelopen herindelingsproces onvoldoende meegenomen. Kunt u aangeven of u deze signalen herkent, hoe deze worden opgepakt om te komen tot een zorgvuldige evaluatie? Kunt u duiden hoe de Staten-Generaal bij het vervolgproces betrokken worden?

Vragen en opmerkingen van de fractie van FVD

Vaak wordt gezegd dat kleinere gemeenten het toenemende aantal taken niet meer goed kunnen managen zonder op te gaan in een grotere gemeente. Waarom worden er steeds meer taken gedelegeerd naar gemeenten vanuit het Rijk?

Bent u bereid om te kijken naar het overnemen van zwaarwegende taken voor kleinere gemeenten door het Rijk zodat de kleinschaligheid van gemeenten terug kan keren?

Als dit in uw ogen niet het enige probleem is waardoor gemeenten zouden moeten fuseren welke redenen zijn daarin nog meer doorslaggevend? Kan het evaluatieproces ook hierin een rol spelen?

Verstedelijking mede ingegeven door gemeentelijke fusies is een bedreiging voor de dorpskernen en zijn bijbehorende dorpsculturen. Op welke wijze wordt bij de evaluatie van de gemeentelijke fusie van Heerhugowaard en Langedijk ook de vraag aan haar inwoners meegenomen hoe zij deze verandering van hun dorpscultuur ervaren?

Erkent u het belang van vitale dorpskernen en hun bijbehorende culturele waarden? Erkent u dat deze dorpskernen en culturele waarden door gemeentelijke fusies in het gedrang komen?

Wordt in de uiteindelijke evaluatie het uitgangspunt voor de fusie betrokken? Zo ja, wat was dit uitgangspunt en zo nee, waarom niet?

Welke instantie(s) of personen hebben het initiatief genomen tot de wens om de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk te fuseren? Welke motivatie(s) en uitgangspunten waren hierbij leidend? Graag een uitgebreid en gemotiveerd antwoord dat verder gaat dan «op aangeven van de gemeenten zelf».

Op welke wijze zijn inwoners van Heerhugowaard en Langedijk betrokken geweest en bevraagd over of zij deze fusie een wenselijke ontwikkeling vonden? Hoe zag het participatietraject eruit en is dit een inhoudelijk proces geweest? Wat was het draagvlak van het gevoerde traject onder de bewoners? Graag een gemotiveerd antwoord dat verder gaat dan «dat gaan we juist onderzoeken».

Wat is uw visie op het feit dat de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk zijn samengevoegd gezien het feit dat deze twee gemeenten worden gescheiden door de drukste Provinciale weg van Nederland, de N242? Zorgt deze ruimtelijke infrastructuur er niet voor dat samenvoeging van beide gemeenten hierdoor wordt bemoeilijkt?

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning B.O. Dittrich

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

De leden van de fracties van het CDA, D66, Fractie-Nanninga, PvdA, PVV en FvD van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben vragen gesteld naar aanleiding van mijn brief van 13 juli 2022 over de aanpak van de evaluaties inzake de vorming van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst. Ik dank deze leden voor hun inbreng. In deze brief leest u (schuingedrukt) mijn reactie.

Vragen en opmerkingen van de fractie van het CDA

Op het specifieke onderdeel over de wenselijkheid van het alsnog indelen van Schaijk en Reek bij de gemeente Oss zou toch niet de mening van inwoners uit de gehele gemeente gevraagd moeten worden, maar uitsluitend die van inwoners van de kernen Schaijk en Reek?

Bij het beantwoorden van deze deelvraag zal, als het gaat om de mening van inwoners, de focus inderdaad liggen op de mening van inwoners uit Schaijk en Reek. Een nieuwe herindeling heeft echter effect op de gemeente Maashorst als geheel. Het zou daarom kunnen dat ook inwoners uit de overige kernen hierover bevraagd worden. Dit hangt af van de keuzes die het onderzoeksbureau hier nog in moet maken.

Vragen en opmerkingen van de fractie van D66

Op welke wijze zijn, in het bijzonder, de inwoners van Schaijk en Reek betrokken bij het evaluatieontwerp en op welke wijze kunnen zij hun zorgen uiten in de evaluatie? Zijn er mogelijkheden om het evaluatieontwerp aan te passen om tegemoet te komen aan de zorgen van de inwoners van Maashorst en zo ja welke?

Het evaluatieontwerp is besproken met een groep van vertegenwoordigers van gebiedsplatforms, dorpsraden en dorpsinitiatieven. Op basis hiervan is het evaluatieontwerp aangepast. Tijdens de 0-meting en de uiteindelijke evaluatie in 2024 wordt gesproken met dezelfde groep van inwonervertegenwoordigers. Daarnaast wordt als onderdeel van de evaluatie in 2024 een enquête gehouden onder alle inwoners van de gemeente.

Het Burgercomité Schaijk en Reek, voortkomend uit de voormalige actiegroep «Schaijk hoort bij Oss en niet bij Uden!» is één van de dorpsinitiatieven waarvan vertegenwoordigers aanwezig zijn geweest bij de bovengenoemde bijeenkomsten. Het burgercomité heeft, zoals u weet, een brief aan het parlement gestuurd waarin het zijn zorgen heeft geuit over de insteek van de evaluatie en betrokkenheid van inwoners uit Schaijk en Reek. Een brief van vergelijkbare strekking is aan het bureau gestuurd dat de evaluatie uitvoert. Ingaand op de zorgen van het actiecomité ben ik van mening dat het evaluatieontwerp recht doet aan artikel 9 uit de betreffende herindelingswet. Op basis van artikel 9 is het mijn opdracht om in 2024 verslag te doen aan het parlement over het functioneren van de gemeente Maashorst. Hierbij dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de positie van de kernen, in het bijzonder Schaijk en Reek. Ook dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de wenselijkheid om deze twee kernen bij de gemeente Oss te voegen. Dit is geen opdracht voor een heroverweging van de herindeling van Maashorst, maar de resultaten van het evaluatieonderzoek zouden hier mogelijk wel aanleiding toe kunnen geven. Of het wenselijk is om Schaijk en Reek bij Oss te voegen is één van de onderzoeksvragen in het onderzoek en het begrip «wenselijkheid» is mijns inziens goed geoperationaliseerd door de onderzoekers. Wel heb ik het onderzoeksbureau gevraagd om naar aanleiding van de brief van het burgercomité nog eens kritisch naar de evaluatieopzet te kijken. Dit heeft het bureau gedaan, maar hieruit zijn geen andere wijzigingen voortgekomen dan de wijzigingen die naar aanleiding van de bijeenkomst met vertegenwoordigers van inwonersgroepen al zijn doorgevoerd. Het burgercomité heeft van het onderzoeksbureau een reactie gekregen per brief.

De evaluatie heeft als doel om de wenselijkheid van de samenvoeging te onderzoeken. De gemeenteraad zal vervolgens een oordeel vellen over de samenvoeging. De leden van D66 vragen zich af op basis van welke criteria de gemeente deze beslissing maakt?

Het doel is het evalueren van het functioneren van de gemeente Maashorst, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de positie van met name Schaijk en Reek en de wenselijkheid om deze twee kernen toe te voegen aan de gemeente Oss. Het is verder aan de gemeenteraad van Maashorst wat zij doet met de uitkomsten van de evaluatie. Aan de hand van welke criteria de gemeenteraad conclusies trekt over de uitkomsten van de evaluatie, in aansluiting op de breed getoetste onderzoeksopzet, is aan de gemeenteraad zelf.

Vragen en opmerkingen van de Fractie-Nanninga

Kunt u meer gedetailleerd uitleggen welke waarborgen voor onafhankelijkheid er zijn getroffen? Enkel het selecteren van een (commercieel) adviesbureau is in de ogen van de leden van de Fractie-Nanninga een beperkte factor. Graag een bredere onderbouwing. Wordt het onderzoek bijvoorbeeld gefinancierd door het ministerie?

Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie en ook gefinancierd door het ministerie. Het onderzoeksbureau heeft verder de vrijheid om het onderzoek onafhankelijk uit te voeren binnen de kaders van artikel 9 van de betreffende herindelingswet.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in beide Kamers kwam duidelijk naar voren dat de kern van het geschil bij deze herindeling was en is of de kernen Schaijk en Reek niet beter bij Oss in plaats van bij Uden (nu Maashorst) gevoegd hadden moeten worden. Dáár zou ons inziens het onderzoek over moeten gaan. De gemeenteraad van de (nieuwe) gemeente Maashorst heeft een prominente rol in de evaluatie. Daar zit spanning op. Een gemeenteraad kan in meerderheid het belang van de minderheid (kernen Schaijk en Reek) overvleugelen. Hoe ziet u dit geschilpunt van tijdens de wetsbehandeling in relatie tot de rol van de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Maashorst? Hoe waarborgt u dat er bij het onderzoek sprake is van gelijkwaardigheid tussen de kernen Schaijk en Reek en de rest van de gemeente Maashorst binnen deze discussie?

De gemeenteraad van Maashorst heeft geen sturende rol in de evaluatie, die door een onafhankelijk bureau wordt uitgevoerd in mijn opdracht. Wel is de gemeenteraad «onderzoeksobject» en wordt hij in alle fasen van het evaluatieproces meegenomen. Dat vind ik ook waardevol, aangezien het uiteindelijk ook aan de gemeenteraad is om aan de slag te gaan met de uitkomsten van de evaluatie. Dat geldt ook voor de vraag of Schaijk en Reek alsnog bij de gemeente Oss moeten worden gevoegd.

Als uit het onderzoek zou volgen dat de kernen Schaijk en Reek nadrukkelijk de wens hebben om alsnog bij Oss te horen, maar de gemeenteraad negeert dat in meerderheid, hoe ziet u dan uw rol?

Een gemeenteraad dient bij elk besluit alle belangen af te wegen en op basis hiervan in het algemeen belang van de gemeente te handelen. Ik hecht er waarde aan te benadrukken dat het niet zo is dat in het proces voorafgaand aan de herindeling de mening van inwoners uit Schaijk en Reek is genegeerd. De wens van een aantal inwoners in Schaijk en Reek voor een andere herindelingsvariant is meegewogen door de gemeenteraden van de voormalige gemeenten. Dat er een ander besluit is genomen door de gemeenteraden betekent niet dat de mening van inwoners die tegen dit besluit waren is genegeerd. Ik wil verder niet vooruitlopen op de uitkomsten van het onderzoek en de vraag of deze uitkomsten aanleiding geven tot verdere gemeentelijke besluitvorming over een afsplitsing van Schaijk en Reek.

In hoeverre vindt u dat de onderzoekers in het onderzoek goed invulling geven aan artikel 9 uit de herindelingswet? Bent u het met de leden van de Fractie-Nanninga eens dat het waardevol en de bedoeling is, dat bij de evaluatie expliciet in beeld wordt gebracht: de meningen, gevoelens en draagvlak over de herindeling voor inwoners van de kernen Schaijk en Reek? Hoe waarborgt en toetst u nu en straks of de wezenlijke inbreng en fundamentele betrokkenheid van inwoners van Schaijk en Reek op zowel de inhoud als de procedure van het evaluatieontwerp voldoende is gewaarborgd?

De onderzoekers hanteren de letterlijke tekst van artikel 9 uit de betreffende herindelingswet. Ik ben van mening dat zij goed invulling geven aan dit wetsartikel. Ik ben het met u eens dat het belangrijk is om de mening van inwoners, in het bijzonder de mening van inwoners van Schaijk en Reek, in beeld te brengen. Dit is daarom ook onderdeel van de evaluatieopzet. Gedurende het traject zal ik, als opdrachtgever, erop toezien dat de evaluatie plaatsvindt conform artikel 9 van de betreffende herindelingswet.

Vragen en opmerkingen van de fractie van de PvdA

Terecht wordt opgemerkt dat in het verslag dat de Minister binnen drie jaar aan het parlement zal sturen de kernen Schaijk en Reek en de wenselijkheid om deze kernen alsnog bij de gemeente Oss te voegen apart zullen worden genoemd. In het evaluatieonderzoek wordt echter de vraag centraal gesteld welke «publieke waarde» de gemeente Maashorst weet te creëren voor haar inwoners. Nu is het niet uit te sluiten dat de gemeente Maashorst veel publieke waarde weet te creëren voor de inwoners van Schaijk en Reek, maar dat die inwoners toch de voorkeur blijven geven aan aansluiting bij Oss. Kunt u aangeven wat precies met «publieke waarde» wordt bedoeld? Hoe wordt dat gemeten? Wat zou volgens u de doorslag moeten geven bij een mogelijk gecontinueerde wens van (de meerderheid) van de inwoners van de kernen Schaijk en Reek om bij Oss aan te sluiten: de hoeveelheid «publieke waarde» die de gemeente Maashorst voor die kernen weet te creëren of de wens van de meerderheid van de bevolking van die kernen? Wordt de wens van de bevolking van de kernen van Schaijk en Reek om wel of niet aan te willen sluiten bij de gemeente Oss aan het einde van de evaluatieperiode opnieuw via onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek vastgesteld? Zo ja: hoe? Zo nee: waarom niet? Wordt ter vergelijking niet ook bezien welke publieke waarden de gemeente Oss voor die kernen zou kunnen creëren? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Met het creëren van «publieke waarde» wordt bedoeld dat de gemeente maatschappelijke doelen bepaalt en verwezenlijkt samen met inwoners en andere actoren. In de evaluatieopzet is een uitgebreidere definitie opgenomen. Daarnaast heeft het onderzoeksbureau een evaluatiekader gemaakt waarin de onderzoeksvragen zijn geoperationaliseerd, uitgebreid is beschreven hoe «publieke waarde» wordt gemeten en welke onderzoeksactiviteiten er worden uitgevoerd. Het aspect «wenselijkheid» is door het onderzoeksbureau uitgesplitst in «objectieve», «subjectieve» en «formele» wenselijkheid. Gezamenlijk geven deze aspecten aan het eind van de evaluatieperiode een beeld van de wenselijkheid van een eventuele nieuwe herindeling. Of dit beeld aanleiding geeft voor verdere besluitvorming over een eventuele nieuwe herindeling en welke aspecten hierin doorslaggevend zijn laat ik over aan de gemeenteraad van Maashorst. Het onderzoek richt zich niet op de publieke waarde die de gemeente Oss kan creëren voor Schaijk en Reek. Het is onderzoekstechnisch moeilijk om dit vast te stellen, aangezien deze kernen niet tot de gemeente Oss behoren. Bovendien staat de vraag of het wenselijk is om Schaijk en Reek bij Oss te voegen in het bredere perspectief van het functioneren van de gemeente Maashorst. Het onderzoek is geen heroverweging van de geeffectueerde herindeling. Wel wordt onderzocht wat de positie is van alle kernen binnen de gemeente Maashorst en in het bijzonder Schaijk en Reek. Hierbij wordt ook onderzocht op welke omliggende kernen en gemeenten zij zijn georiënteerd en hoe de gemeente Maashorst hiermee omgaat, onder andere ook in samenwerking met de gemeente Oss.

Vragen en opmerkingen van de fractie van de PVV

Kunt u aangeven of de inwoners van de kernen Sint Pancras en Koedijk in de evaluatie specifiek per kern naar hun mening wordt gevraagd, zodat hun standpunt niet ondergesneeuwd raakt in het grote geheel van de gehele gemeente?

Gemeente en provincie zullen bij de uitvoering van de evaluatie de inwoners van de gemeente Dijk en Waard betrekken. Dit betreft zowel de inwoners van Sint Pancras en Koedijk, als de inwoners van de overige kernen en wijken van de gemeente Dijk en Waard. Met het oog op de analyse van de resultaten zal herleidbaar blijven wat de standpunten van specifiek de inwoners van Sint Pancras en Koedijk zijn.

Bij het evaluatieonderzoek voor Maashorst wordt gesteld: «Centraal in het evaluatieonderzoek staat de vraag welke publieke waarde de gemeente Maashorst weet te creëren voor haar inwoners.». Kunt u aangeven wat hier concreet wordt bedoeld met «publieke waarde», hoe de inwoners van Schaijk en Reek hierbij betrokken worden en hoe dit afgebakend wordt? In het evaluatieonderzoek zal een enquête aselect naar 3000 inwoners van álle kernen van de gehele gemeente Maashorst worden verstuurd. Kunt u aangeven waarom er – mede gelet op het aangenomen amendement inzake Schaijk en Reek – geen specifiek onderzoek wordt uitgezet onder álle inwoners van de kernen Schaijk en Reek om hun oordeel zorgvuldig te wegen? Bent u als opdrachtgever alsnog bereid om alle inwoners van specifiek deze twee kernen te enquêteren? Bezorgde inwoners van Schaijk en Reek geven aan zich niet in de conclusies van het onderzoeksbureau inzake de evaluatieopzet te herkennen en zien de bestaande onvrede omtrent het gelopen herindelingsproces onvoldoende meegenomen. Kunt u aangeven of u deze signalen herkent, hoe deze worden opgepakt om te komen tot een zorgvuldige evaluatie? Kunt u duiden hoe de Staten-Generaal bij het vervolgproces betrokken worden?

Met het creëren van «publieke waarde» wordt bedoeld dat de gemeente maatschappelijke doelen bepaalt en verwezenlijkt samen met inwoners en andere actoren. Voor de uitgebreide operationalisering van het begrip «publieke waarde» verwijs ik u naar de evaluatieopzet. Vertegenwoordigers van inwonersplatforms, dorpsraden en dorpsinitiatieven zijn/worden betrokken bij het maken van de evaluatieopzet, de nulmeting en de daadwerkelijke evaluatie. Alle kernen van Maashorst worden, conform artikel 9 uit de betreffende herindelingswet, meegenomen in het onderzoek. Er komt daarom één enquête waarbij de resultaten worden uitgesplitst per kern, zodat de resultaten ook tussen de kernen vergeleken kunnen worden. De mening van alle inwoners uit Schaijk en Reek kan via deze methodiek zorgvuldig worden gewogen. Ik zie daarom niet de meerwaarde in van een aparte, afgescheiden enquête in Schaik en Reek. De brief die u van het Burgercomité Schaijk en Reek heeft gekregen heb ik ook ontvangen. Ik herken mij niet in het beeld dat het burgercomité schetst, zoals ik hierboven uitgebreider heb toegelicht in antwoord op de vragen van de leden van de fractie van D66. Ik heb het onderzoeksbureau wel gevraagd naar aanleiding van het signaal van het burgercomité om nog eens kritisch naar het evaluatieontwerp te kijken, maar dit heeft niet tot verdere aanscherping van het ontwerp geleid.

De onderzoekers ronden binnenkort de nulmeting af en daarna zijn er tot aan de daadwerkelijke evaluatie in 2024 geen onderzoeksactiviteiten. Ik hecht er waarde aan om de onderzoekers de ruimte te geven om het onafhankelijk onderzoek goed uit te kunnen voeren. Daarom stel ik voor om u in 2024, conform artikel 9 van de betreffende herindelingswet, verslag te doen over de uitkomsten van de evaluatie.

Vragen en opmerkingen van de fractie van FvD

Vaak wordt gezegd dat kleinere gemeenten het toenemende aantal taken niet meer goed kunnen managen zonder op te gaan in een grotere gemeente. Waarom worden er steeds meer taken gedelegeerd naar gemeenten vanuit het Rijk? Bent u bereid om te kijken naar het overnemen van zwaarwegende taken voor kleinere gemeenten door het Rijk zodat de kleinschaligheid van gemeenten terug kan keren?

Per opgave wordt de afweging gemaakt welke overheidslaag het beste in staat wordt geacht een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Soms is dat het rijk, soms is dat een provincie en soms worden taken gedelegeerd naar gemeenten. Gemeenten zijn de meeste nabije overheid, kennen de lokale situatie het beste en zijn doorgaans goed in staat maatwerk te leveren. Voor het overnemen van zwaarwegende taken voor (kleinere) gemeenten verken ik de mogelijkheden van taakdifferentiatie. Bij de overheveling van nieuwe taken zet ik daarnaast in op zorgvuldigheid dat deze nieuwe taken door gemeenten ook uitvoerbaar zijn door de invoering van een Uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO).

Als dit in uw ogen niet het enige probleem is waardoor gemeenten zouden moeten fuseren welke redenen zijn daarin nog meer doorslaggevend? Kan het evaluatieproces ook hierin een rol spelen?

Gemeenten hebben verschillende motieven om te kiezen voor een herindeling (schaalgrootte, regionale positie, identiteit). Gemene deler is dat ze verwachten na een herindeling meer te kunnen betekenen voor hun inwoners. De evaluatie in Dijk en Waard kan indicaties opleveren of de te verwachte meerwaarde – bijvoorbeeld ten aanzien van het kernenbeleid en «grenzeloos besturen» – in de praktijk ook wordt gerealiseerd.

Verstedelijking mede ingegeven door gemeentelijke fusies is een bedreiging voor de dorpskernen en hun bijbehorende dorpsculturen. Op welke wijze wordt bij de evaluatie van de gemeentelijke fusie van Heerhugowaard en Langedijk ook de vraag aan haar inwoners meegenomen hoe zij deze verandering van hun dorpscultuur ervaren?

Gemeente en provincie zullen bij de uitvoering van de evaluatie de inwoners van de gemeente Dijk en Waard betrekken. Over de exacte vraagstelling en aanpak zullen samen met een extern onderzoeksbureau nadere afspraken worden gemaakt.

Erkent u het belang van vitale dorpskernen en hun bijbehorende culturele waarden? Erkent u dat deze dorpskernen en culturele waarden door gemeentelijke fusies in het gedrang komen?

Ik erken het belang van vitale dorpskernen en hun bijbehorende culturele waarden. Het is daarom belangrijk dat heringedeelde gemeenten aandacht besteden aan deze waarden. Het is naar mijn mening goed mogelijk om ook in heringedeelde gemeenten vitale dorpskernen te behouden. Sommige herindelingen zijn er juist op gericht om het karakter van kleine en/of landelijke kernen te behouden.

Wordt in de uiteindelijke evaluatie het uitgangspunt voor de fusie betrokken? Zo ja, wat was dit uitgangspunt en zo nee, waarom niet?

Er wordt geëvalueerd hoe er na de herindeling door de inwoners van Koedijk en Sint Pancras tegen de fusie wordt aangekeken. De ingediende zienswijzen op het herindelingsontwerp en de inwonerspeiling in Sint Pancras en Koedijk (uitgevoerd in 2019) vormen samen de nulmeting, als uitgangspunt.

Welke instantie(s) of personen hebben het initiatief genomen tot de wens om de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk te fuseren? Welke motivatie(s) en uitgangspunten waren hierbij leidend? Graag een uitgebreid en gemotiveerd antwoord dat verder gaat dan «op aangeven van de gemeenten zelf». Op welke wijze zijn inwoners van Heerhugowaard en Langedijk betrokken geweest en bevraagd over of zij deze fusie een wenselijke ontwikkeling vonden? Hoe zag het participatietraject eruit en is dit een inhoudelijk proces geweest? Wat was het draagvlak van het gevoerde traject onder de bewoners? Graag een gemotiveerd antwoord dat verder gaat dan «dat gaan we juist onderzoeken».

De gemeenteraden van de gemeente Langedijk en Heerhugowaard hebben zelf het initiatief genomen tot deze herindeling. Met deze herindeling hadden de gemeenteraden drie doelstellingen voor ogen: het verhogen van de kwaliteit, het verlagen van de kwetsbaarheid en het versterken van de positie in de regio. Voor een uitgebreide motivering van hun overwegingen verwijs ik graag naar het herindelingsadvies en de memorie van toelichting. In het herindelingsadvies is ook uitvoerig aandacht besteed aan het verloop van het participatietraject.

Wat is uw visie op het feit dat de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk zijn samengevoegd gezien het feit dat deze twee gemeenten worden gescheiden door de drukste Provinciale weg van Nederland, de N242? Zorgt deze ruimtelijke infrastructuur er niet voor dat samenvoeging van beide gemeenten hierdoor wordt bemoeilijkt?

Naar mijn mening staat de ligging van een provinciale weg op zichzelf een bestuurlijke samenvoeging van twee gemeenten niet in de weg.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

De letter G heeft alleen betrekking op 35 621.

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

Naar boven