35 613 Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof)

Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PALLAND C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 15 april 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel J, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

Artikel 6:4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid wordt «acht» vervangen door «achttien».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In plaats van de leeftijd van achttien jaren geldt de leeftijd van acht jaren voor een kind dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet betaald ouderschapsverlof de leeftijd van acht jaren heeft bereikt.

II

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 1 wordt «acht» vervangen door «achttien».

2. Onder 2 wordt «acht» vervangen door «achttien».

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In plaats van de leeftijd van achttien jaren geldt de leeftijd van acht jaren voor een kind dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet betaald ouderschapsverlof de leeftijd van acht jaren heeft bereikt.

III

In artikel I, onderdeel M, wordt in artikel 6:8 «en 6:6, tweede lid, met uitzondering van de laatste zin,» vervangen door «, 6:6, tweede lid, met uitzondering van de laatste zin, en derde lid,».

IV

In artikel II, onderdeel B, wordt artikel 2a als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «acht» vervangen door «achttien».

2. In het eerste lid, onder a, wordt «acht» vervangen door «achttien».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In plaats van de leeftijd van achttien jaar geldt de leeftijd van acht jaar voor een kind dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet betaald ouderschapsverlof de leeftijd van acht jaar heeft bereikt.

Toelichting

Op dit moment kan op de grond van de Wet arbeid en zorg ouderschapsverlof worden opgenomen voor kinderen tot acht jaar en kan op grond van de Wet flexibel werken een verzoek tot flexibel werken worden gedaan om werk en privé beter te combineren. Op grond van het wetsvoorstel eveneens tot acht jaar.

De indieners zijn van mening dat ouders ouderschapsverlof moeten kunnen opnemen en om flexibele werkregelingen moeten kunnen verzoeken voor kinderen tot achttien jaar, de leeftijd vanaf welke men meerderjarig is, omdat zich ook in de leeftijd 8–18 jaar situaties kunnen voordoen waarin ouders tijdelijk minder of anders willen werken om extra tijd te hebben voor en met hun kind(eren).

Bijvoorbeeld voor het verlenen van zorg, hulp bij thuisonderwijs (zoals de voorbereiding op examens) of begeleiding door de puberteit en daarmee verwante vraagstukken.

Hiertoe wijzigt het amendement «acht» in «achttien» jaar in het wetsvoorstel zowel in de Wet arbeid en zorg als de Wet flexibel werken. Dit betreft de opname van het verlof. De mogelijkheid tot opname van een uitkering (bij adoptie en pleegzorg) blijft wel tot acht jaar. Om die reden wordt artikel 6:3, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, zoals dat is voorgesteld, niet aangepast. In het amendement is tevens in overgangsrecht voorzien, zodat de uitbreiding alleen geldt voor kinderen die vanaf de inwerkingtreding van de wet nog geen acht jaar zijn. Overige voorwaarden blijven, waaronder de technische aangepaste afwijkingsmogelijkheid van artikel 6:8, ongewijzigd. Op welk(e) moment(en) in de periode tot het kind de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt er ouderschapsverlof wordt opgenomen dan wel om flexibel werken wordt verzocht, is keuzevrijheid van de ouders.

De grond voor de wijziging wordt gevonden in artikel 16 van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers. Daaruit volgt dat ten gunste van werknemer kan worden afgeweken van de bepalingen in de richtlijn.

Palland Ceder Stoffer

Naar boven