35 613 Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof)

Nr. 18 MOTIE VAN DE LEDEN PALLAND EN VAN WEYENBERG

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 april 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op dit moment nog weinig bekend is over het bereik en gebruik van het geboorteverlof en het (betaald) ouderschapsverlof;

overwegende dat het wetsvoorstel over (drie of) vijf jaar geëvalueerd wordt, maar er op dit moment nog weinig zicht is op het te verwachten gebruik van deze ouderschapsverlofregeling;

overwegende dat de effecten van het wetsvoorstel al op korte termijn na inwerkingtreding zichtbaar kunnen worden, waardoor mogelijke aanpassing van wet- en regelgeving gewenst is;

verzoekt de regering, nog voordat het wetsvoorstel in werking treedt te starten met het monitoren van (te verwachten) effecten van dit wetsvoorstel, in samenhang met de overige geboorteverlofregelingen, waarbij in ieder geval wordt meegenomen:

  • hoeveel ouders gebruikmaken van de huidige en na invoering aangepaste regelingen;

  • of en zo ja er een verschil is tussen het aanvragen en opnemen van mensen met een laag en een hoog inkomen;

  • de samenhang tussen (het gebruik van) diverse regelingen;

en de Kamer hierover jaarlijks te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Palland

Van Weyenberg

Naar boven