35 610 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het opnemen van regels voor ouderparticipatiecrèches

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2021

Hierbij bied ik uw Kamer het ontwerpbesluit1 tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het stellen van eisen aan de kwaliteit van de ouderparticipatiecrèches en de op te nemen gegevens in het landelijk register kinderopvang aan in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang). Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning voor het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Het ontwerpbesluit hangt samen met het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het opnemen van regels voor de ouderparticipatiecrèches, dat 21 januari door de Tweede Kamer is aangenomen.

Ouderparticipatiecrèches (opc’s) moeten – omdat twee kwaliteitseisen voor hen niet gelden – op alternatieve wijze kwaliteit en continuïteit aantonen. In het Besluit kwaliteit kinderopvang worden daarom aanvullende kwaliteitseisen met betrekking tot professionalisering en stabiliteit voor kinderen opgenomen.

Wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang (Besluit LRK) bewerkstelligt dat opc’s als opc voor ouders en toezichthouder herkenbaar zijn in de systemen.

In de bijlagen vindt u de uitvoeringstoetsen van de wijzigingen van het Besluit LRK en het Besluit kwaliteit kinderopvang2.

De uitvoeringstoets van de wijzigingen van het Besluit kwaliteit kinderopvang maakt deel uit van de uitvoeringstoets van het wetsvoorstel (Kamerstukken II 2020/21, 35 610, nr. 3).

De voorhang eindigt op 18 februari 2021.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven