35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1 EN VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING 2

Vastgesteld 13 april 2021

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissies aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Versterking gebouwen in de provincie Groningen. Volgens deze leden is versterking van gebouwen in het Groningse aardbevingsgebied noodzakelijk uit oogpunt van woningveiligheid. Het is een verstandige aanpak van de regering om met dit wetsvoorstel het versterkingsproces te optimaliseren en versnellen. Er resteren voor deze leden enkele vragen over de uitvoerbaarheid van de versterking. De leden van de fractie van het CDA sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de VVD-fractie.

De leden van de fractie van het CDA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben naar aanleiding hiervan nog een aanvullende vraag.

De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij zijn met de regering van mening dat het van groot belang is dat gebouwen in Groningen veilig zijn. Tegelijkertijd merken deze leden op dat het van belang is dat dat het versterkingsproces zorgvuldig, snel en transparant verloopt. Daarover wensen zij een aantal vragen te stellen aan de regering. De leden van de fracties van de SP en de Partij voor de Dieren sluiten zich graag aan bij de vragen van de fracties van de PvdA en GroenLinks.

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel, dat het bereiken van veilige gebouwen in het Groninger aardbevingsgebied ten doel heeft. In het voorstel zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen vastgelegd en wordt de positie van de eigenaar verbeterd. Deze leden hebben wel een aantal vragen over het voorliggende voorstel.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de fractie van de VVD vragen de regering of eigenaren met een vóór de invoering van het wetsvoorstel Versterking gebouwen in de provincie Groningen vastgestelde compensatie voor versterkingswerkzaamheden, aan de hand van de criteria in het nieuwe wetsvoorstel, een nieuwe aanvraag kunnen indienen voor duurzame versterking om zo de woningveiligheid ook na toekomstige bodembewegingen te bestendigen.

Bij complexe casuïstiek kan het onverhoopt gebeuren dat de gestelde wettelijke termijnen voor versterking in de praktijk niet haalbaar blijken te zijn. In dat geval moeten burgers langer wachten op de gewenste versterking, hetgeen onzekerheid kan veroorzaken en tot stress en gezondheidsklachten kan leiden. Is het mogelijk om met het oog op het vertrouwen van de burger in de overheid, de woningveiligheid, gezondheid en het optimaliseren van de voortgang, juist in deze specifieke gevallen als overheid helder uitleg te geven aan alle betrokkenen waarom de wettelijke termijnen niet haalbaar blijken te zijn, en in goed overleg samen met betrokkenen nieuwe, duidelijke afspraken te maken over de verdere voortgang van de versterking?

Kan bij benadering worden aangegeven welk bedrag uiteindelijk aan het versterken van huizen in het getroffen gaswinningsgebied zal worden besteed en hoeveel aan de bijbehorende organisatie-, adviseurs- en ingenieurskosten? Wordt er actief naar gestreefd om deze verhouding in het verdere beloop van het versterkingsproces meer in de richting van daadwerkelijk versterken van woningen te verschuiven?

Het is naar de mening van de leden van de VVD-fractie belangrijk om alle partijen na de invoering van de wet Versterking gebouwen in de provincie Groningen de tijd en ruimte te geven om de beoogde versterking versneld en geoptimaliseerd in gang te zetten. Is het mogelijk om één jaar na de invoering van de wet een eerste voorlopige evaluatie te houden om te beoordelen of het beoogde doel al dan niet in het verschiet ligt, en zo niet, bij te sturen waar mogelijk?

Vraag van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de fractie van het CDA vragen de regering in hoeverre de stikstofproblematiek mogelijk niet-voorziene vertragende gevolgen kan hebben voor de versterkingsoperatie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks

Bij de behandeling in de Tweede Kamer is veel aandacht besteed aan de keuze die door de regering gemaakt is om schadeafhandeling en versterking bij verschillende organisaties te beleggen. Er is door verschillende partijen en de regering benadrukt dat het, ondanks de gescheiden organisaties, belangrijk is dat inwoners de mogelijkheid hebben om bij één loket aan te kunnen kloppen voor schade en versterking en één geïntegreerd plan te kunnen krijgen voor schadeafhandeling en versterking. De Tweede Kamer heeft hiervoor diverse amendementen en moties aangenomen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal, op basis van dit wetsvoorstel, bij algemene maatregel van bestuur regels stellen over de wijze waarop de vergoeding van de schade en uitvoering van versterking op elkaar afgestemd worden. Op welke wijze denkt de regering de «één huis, één plan»-aanpak via deze maatregel te kunnen stimuleren, faciliteren en waar nodig uitbreiden? Op welke punten zal een nieuwe maatregel op grond van dit voorstel afwijken van hetgeen nu reeds geregeld is bij convenant? Op welke concrete punten denkt de regering dat de samenhang tussen de beide operaties verbeterd kan worden, onder andere door regels te stellen?

Voorts merken de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks, in navolging van onder andere de Raad van State, op dat het proces om te komen tot versterking van een gebouw uit vele stappen bestaat en complex is. Voor een inwoner die zowel met schadeafhandeling als met versterking te maken krijgt geldt dat nog meer. Deze leden vragen op welke wijze de regering rekening heeft gehouden met de positie van inwoners in het ontworpen proces. Op welke wijze(n) denkt de regering inwoners inzicht te geven in hun positie in het proces (en/of de processen), en het vervolg? Op welke wijze(n) heeft de regering bij het ontwerp van dit wetsvoorstel inwonersperspectieven en navolgbaarheid van het proces voor inwoners betrokken?

Heeft de regering lessen getrokken uit andere sectoren waar vanuit de burger wordt gedacht, bijvoorbeeld de klantreizen bij gemeenten en in de zorg? Daarbij wordt vanuit de klant/burger een «reis» langs de desbetreffende instellingen het uitgangspunt bij de uitvoering, en niet het perspectief van de verschillende instellingen die gewend zijn te werken vanuit hun eigen gewoonte en procedures. Zeker bij complexe opgaven leidt dit vaak tot aansluitingsproblemen, vertraging, misverstanden enzovoort, die vervolgens voor burgers onbegrijpelijk en frustrerend zijn, en daarmee oplossingen in de weg staan en het draagvlak voor maatregelen ondergraven. Voor de instellingen is het evenzeer frustrerend, kostenverhogend en niet effectief. De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks vragen de regering tot welke conclusies, aanpassingen en/of voornemens dergelijke onderzoeken hebben geleid. Is de regering bereid nog meer dan in het wetsvoorstel staat beschreven de organisatorische aspecten van schadeafhandeling en versterking in één hand naar de burger te brengen? Is het daarbij ook niet mogelijk, zoals bij de toeslagenaffaire, veel sneller tegemoet te komen aan de wensen van de burger, en daarbij royaal te zijn? Dat kan het vertrouwen in de overheid herstellen, dat immers door de enorme vertragingen ernstig is aangetast. Ziet de regering hier niet eveneens een parallel met de toeslagenaffaire, waar voor een snellere en meer royale vergoeding, zelfs forfaitair is gekozen? Uiteraard kan worden gekozen voor een forfaitaire aanpak met gestaffelde bedragen, zodat huizen in een bepaalde categorie worden geplaatst, en eigenaren het bijbehorende bedrag ineens krijgen uitgekeerd, en zo veel sneller resultaat wordt geboekt. Zou dit uiteindelijk niet veel goedkoper zijn, omdat langs elkaar heen werken van organisaties nu al veel te veel geld kost? Ook het steeds vragen om nieuwe rapporten van constructeurs langs de gescheiden lijnen van versterking en schade is naar de mening van deze leden vergaand en duur. Kan de regering in precieze getallen aangeven hoe de kostenverhouding thans is tussen feitelijke afhandeling en versterking, versus de kosten van organisatie, adviseurs, advies en allerlei andere transitiekosten?

De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks lezen dat gemeenten een centrale rol krijgen in de nieuwe procedure om tot de versterking van gebouwen te komen. Gemeenten gaan de programma’s van aanpak opstellen, die het kader geven voor de uitvoering van de versterkingsoperatie. Tegelijkertijd geven gemeenten in heel Nederland, ook in Groningen, aan onder zware druk te staan en financiële en personele capaciteit te missen om hun bestaande taken goed uit te kunnen voeren. Kan de regering aangeven of de gemeenten hier voldoende voor zijn toegerust, en zo neen, hoe daarin wordt voorzien? En hoe wordt voorkomen dat de bewoners hierdoor niet nog meer vertraging oplopen? Op welke wijze is de regering voornemens gemeenten tegemoet te komen, zodat zij serieus en voortvarend werk kunnen maken van het stellen van kaders voor de versterkingsoperatie, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van andere gemeentelijke taken?

De regering merkt in de memorie van toelichting3 op dat, gezien het grote belang en de impact van de versterkingsoperatie, het noodzakelijk is dat hiervoor een groot commitment is op bestuurlijk en politiek vlak en dat daarvoor draagvlak is bij de bewoners van de betrokken gemeenten. Tegelijkertijd wordt in dit voorstel niet aan gemeenten voorgeschreven hoe inwoners kunnen participeren bij de vormgeving van de programma’s van aanpak. Zijn deze programma’s niet vatbaar voor bezwaar en beroep en kan de bevoegdheid om deze programma’s vast te stellen door de gemeenteraad gedelegeerd worden aan het -niet direct door de inwoners gekozen- college van burgemeester en wethouders? De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks hechten grote waarde aan de betrokkenheid van inwoners en vragen de regering op welke wijze zij de participatie van inwoners bij dit proces denkt te borgen. Voorts vragen deze leden de regering aan welke minimumeisen een gemeentelijk participatieproces volgens haar zou moeten voldoen? Is de regering bereid, of voornemens, bij algemene maatregel van bestuur minimumeisen te stellen, aanvullend op eisen uit de Gemeentewet, waaraan een participatieproces op gemeentelijk niveau moet voldoen? Bij een gedeelde verantwoordelijkheid zoals die in het voorliggend wetsvoorstel hoort, wat de leden van de fracties van PvdA en GroenLinks betreft, ook een gedeelde set (minimum-)normen voor de participatie van inwoners.

De Minister van EZK geeft in zijn van 31 maart 2021 aan de Tweede Kamer4 aan dat de financiële afspraken met de NAM tot 2025 lopen en dat daarna nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. De regering schrijft vervolgens dat de schade tussen 2021 en 2027 afgehandeld moet worden. Kan de regering aangeven hoe deze data zich tot elkaar verhouden? Kan de regering ingaan op de effecten van de amendering op de uitvoeringsaspecten van de wet? Kan zij een appreciatie geven van aspecten die met de amendering in haar ogen verbeterd zijn en welke zaken juist extra aandacht behoeven als gevolg van de amendementen?

De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks hebben ook nog twee vragen inzake de uitvoeringstoets. Is die reeds gedaan? Zo ja, kunnen zij die ontvangen? Zo niet, wanneer is die gereed? Kan de regering aangeven of de typologie (onder andere van hoog risico-gebouwen) op dit moment wordt toegepast? Zo niet, waarom niet en wanneer denkt de regering daar alsnog mee te starten? Hoe staat het nu met de vorming van het juridische team waar bewoners terecht kunnen voor ondersteuning? Is deze reeds gestart? De Minister van BZK heeft in het debat met de Tweede Kamer toegezegd schriftelijk terug te komen op hoe dit proces eruit zou komen te zien.

Uit het overzicht van de nationaal coördinator Groningen5 blijkt glashelder dat ook in 2021 de uitvoering ver achterblijft bij wat nodig is. Zo zijn eind februari 163 van de beoogde 4000 opnames gedaan, 184 van de beoogde 4000 beoordelingen en 59 van de beoogde 1500 versterkingen. Kan de regering schetsen hoe zij later dit jaar deze achterstanden wil inhalen? Stel dat per 1 mei 2021 de coronamaatregelen op de relevante onderdelen verzacht worden: is de achterstand dan in te halen? En zo niet, hoe gaat de regering voor extra uitvoeringscapaciteit zorgen om deze achterstand op de korst mogelijke termijn in te halen? Wanneer verwacht men de achterstand in te halen?

Kan de regering aangeven hoe het staat met de uitvoering van de meer dan 4000 plannen die in 2020 gemaakt zijn? Begrijpen de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks de cijfers goed wanneer zij constateren dat in ongeveer 75 gevallen de bouw gestart of afgerond is en dat zo’n 3900 woningeigenaren nog wachten op de start van de uitvoering? Hoe zet de regering de uitvoering van deze woningen in 2021 uit in de tijd?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 constateren dat de bewoners in het aardbevingsgebied is beloofd dat de versterkingsoperatie in 2025 is afgerond. Hoeveel woonhuizen, bijzondere gebouwen en monumenten zijn op dit moment versterkt? Wat is de verwachting van de aantallen het komend jaar en hoe zorgt de regering ervoor dat de versterkingsoperatie in 2025 is afgerond?

Kan de regering aangeven hoe het met de schadeafhandeling loopt? Zijn de achterstanden inmiddels ingelopen en hoelang duurt de gemiddelde schadeafhandeling per casus op dit moment?

Het wetsvoorstel beoogt de juridische positie van de eigenaar te versterken. Kan de regering precies aangeven op welke wijze en via welke artikelen de positie van de eigenaar nu versterkt is? De leden van de D66-fractie vragen dit omdat in Groningen veel mensen nog steeds menen dat ze speelbal van de instanties zijn en niet adequaat geholpen worden.

In het wetsvoorstel zijn schadeafhandeling en versterking inmiddels gescheiden trajecten waar ook verschillende instanties zich mee bezig houden en waar uiteindelijk twee ministeries verantwoordelijk voor zijn. Het gevaar van deze constructie is het langs elkaar heen werken en dat is ook precies waar veel burgers tegen aan lopen. Als fundamenten beschadigd zijn en er ook verdere schade is, begint in veel gevallen een gevecht tussen de instanties waar de eigenaar het slachtoffer van is. Waarom is de NCG niet dat ene loket voor de burger dat de dossiers samenbrengt? Om het met de woorden van de Minister van BZK te zeggen: Eén huis en één plan?

Zijn de problemen met de betalingen vanuit de Commissie Bijzondere Situaties inmiddels opgelost, zo vragen de leden van de fractie van D66.

In de media verschijnen steeds meer berichten dat de NAM zich niet verantwoordelijk voelt voor de betaling aan het Rijk voor alle toegekende schades en versterkingen. Zijn deze berichten juist en kan de regering deze leden informeren over de juridische verhoudingen met de NAM?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 7 mei 2021.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer


X Noot
1

Samenstelling Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit:

Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA) (ondervoorzitter), N.J.J. van Kesteren (CDA), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga) (voorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Prins (CDA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), Berkhout (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Prast (PvdD)

X Noot
2

Samenstelling Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts

(CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA). Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van der Burg (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU)

X Noot
3

Kamerstukken II, 35 603, nr. 3, blz. 17–18.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2020–2021, ... blz. 6.

X Noot
5

Nationaal Coördinator Groningen, «Resultaat Versterking 1 februari 2021 t/m 28 februari 2021» https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/over-ons/dashboard/doelstelling-ncg-voor-2021.

Naar boven