35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen

Nr. 21 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 februari 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I, onderdeel H, komt het voorgestelde artikel 15b te luiden:

Artikel 15b

1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan aan de provincie Groningen en gemeenten in de provincie Groningen een uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet verstrekken voor activiteiten die gericht zijn op de toekomstbestendigheid of de leefbaarheid van de provincie Groningen.

2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan een uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet verstrekken aan de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt voor activiteiten die verband houden met het uitvoeren van de versterking, of voor activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie, en aan de provincie Groningen voor activiteiten die deze activiteiten van deze gemeenten ondersteunen.

3. Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden regels gesteld over de uitkering, bedoeld in het eerste en tweede lid. Deze regels zien ten minste op de vaststelling van de hoogte van de uitkering, de verdeling, de voorwaarden waaronder deze verstrekt wordt en de terugvordering van niet of niet rechtmatig bestede middelen.

TOELICHTING

Met deze nota van wijziging wordt in artikel I, onderdeel H (artikel 15b, derde lid (nieuw)), een redactionele omissie hersteld, die is veroorzaakt door de eerste nota van wijziging. Door deze omissie heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, anders dan beoogd, niet de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de specifieke uitkering, bedoeld in het tweede lid. Dit wordt met deze nota van wijziging alsnog geregeld.

Er is voor gekozen om artikel 15b in zijn geheel opnieuw in te voegen in het wetsvoorstel, omdat er in de eerste nota van wijziging een fout is gemaakt in de wijzigingsopdracht. Op deze manier wordt de onduidelijkheid weggenomen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout

Naar boven