AJ
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 27 mei 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft kennisgenomen van de schriftelijke reactie van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit van 4 april 2024 op het rappel halfjaarlijkse toezeggingen.2 De fractieleden van de PvdD hadden naar aanleiding hiervan een vraag met betrekking tot toezegging T03119.
Naar aanleiding hiervan is op 26 april 2024 een brief gestuurd aan de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
De Minister heeft op 27 mei 2024 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Den Haag, 26 april 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft met belangstelling
kennisgenomen van uw schriftelijke reactie van 4 april 2024 op het rappel halfjaarlijkse
toezeggingen.3 De fractieleden van de PvdD hebben naar aanleiding hiervan een vraag met betrekking tot toezegging T03119.
Met betrekking tot toezegging T03119 geeft u aan dat de pilot Koe & Eiwit loopt tot
eind 2025. De Kamer zal daarna geïnformeerd worden over de uitkomsten. De fractieleden
van de PvdD vragen u, gezien de lange loopperiode van deze toezegging, om de Kamer
– indien mogelijk – op korte termijn een tussenrapportage te doen toekomen over deze
pilot.
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ziet uw reactie met belangstelling
tegemoet en ontvangt deze graag uiterlijk 24 mei 2024.
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.J. Oplaat
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2024
Op 26 april 2024 heeft u mij bij brief (uw kenmerk 174216.01U) verzocht een tussenrapportage
over de pilot Koe & Eiwit toe te sturen. Hierbij laat ik u weten dat op 24 mei 2024
de tussenrapportage over het jaar 2023 gepubliceerd is.4
Uit de tussenrapportage blijkt dat in 2023 een derde van de deelnemers aan de pilot
het doel van maximaal 155 gr RE/kg ds in het rantsoen behaald heeft. Iets minder dan
een vijfde van de deelnemers verstrekte een rantsoen met een RE-gehalte boven de 165
gr RE/kg ds. Gemiddeld kwamen de deelnemers over 2023 uit op een rantsoen met 158 gr
RE/kg ds.
Om het RE-gehalte in het rantsoen te verlagen hebben de deelnemers gestuurd op krachtvoersoort,
bemesting van het grasland, het maaimoment, de snedezwaarte en het aandeel krachtvoer
en snijmaïs in het rantsoen. In de pilot zijn verschillen in het RE-gehalte in het
rantsoen te zien tussen grondsoorten en aandeel maïs in het rantsoen. De mate van
intensiteit van het bedrijf – uitgedrukt in melkproductie per hectare – lijkt in de
pilot minder bepalend te zijn voor het gerealiseerde RE-gehalte in het rantsoen dan
het aandeel maïs in het rantsoen. Het zijn met name de deelnemers met een behoorlijk
aandeel maïs in het rantsoen die een lager RE-gehalte in het rantsoen realiseren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
X Noot
1Samenstelling:
Oplaat (BBB) (voorzitter), Kemperman (BBB), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van
Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van
Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Meijer (VVD), Klip-Martin (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA),
Aerdts (D66), Van Meenen (D66), Van Kesteren (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten
(JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie
(Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)