Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2023
Op 2 maart 2021 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet natuurbescherming en
de Omgevingswet in het kader van stikstofreductie en natuurverbetering in de Eerste
Kamer aan de orde geweest. Naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD)
heeft de Minister van LNV toegezegd informatie te sturen over de monitoring van veevoerpilots
met praktijkbedrijven voor de verdere verlaging van het ruweiwitgehalte (hierna: RE),
zodra dit beschikbaar is (toezegging T03119). Met deze brief volg ik deze toezegging
op en informeer u over de praktijkpilot Koe en Eiwit.
Op 21 juli 2021 is in een Kamerbrief1 de uitwerking bekend gemaakt van de drie managementmaatregelen in de melkveehouderij
waarmee op sectorniveau kan worden bijgedragen aan de vermindering van de stikstofproblematiek.
Een van die maatregelen betreft het optimaliseren van het melkveevoerrantsoen wat
betreft de eiwitvoorziening. Hierover is afgesproken om het ruweiwitgehalte in het
melkveevoerrantsoen stapsgewijs te verlagen met als streven om in 2025 op sectorniveau
het ruweiwitgehalte niet hoger te laten zijn dan 160 gr RE/kg droge stof (hierna:
gr RE/kg ds). Deze verlaging wordt door alle partijen als goed haalbaar gezien zonder
dat het nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid en/of het welzijn van de dieren
en voor de melkproductie. Het is nog niet duidelijk of een verdere verlaging van het
ruweiwitgehalte na 2025 realistisch is. Daarom is tevens afgesproken om veevoerpilots
te starten met gangbare en biologische melkveehouders die laten zien in hoeverre het
mogelijk is om kosteneffectieve maatregelen te nemen die het ruweiwitgehalte nog verder
verlagen dan het afgesproken streefdoel en die de bedrijfsresultaten, waar mogelijk,
positief beïnvloeden, die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en die geen negatief
effect hebben op diergezondheid, dierenwelzijn, klimaat en bodem.
Eind 2021 is de praktijkpilot Koe en Eiwit van start gegaan. In deze pilot gaan 153
melkveehouders en hun vaste voeradviseurs, samen met 48 begeleiders vanuit de pilot,
proberen het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen verder te verlagen naar 155
gr RE/kg ds. Op basis van grondsoort (klei, veen en zand) en intensiteit qua melkproductie
(extensief, gemiddeld, intensief) zijn de deelnemers ingedeeld in negen klassen en
opgedeeld in 11 groepen. Het afgelopen jaar was het eerste volledige jaar van de praktijkpilot.
In dat jaar waren per deelnemer vijf individuele bedrijfsbezoeken gepland en drie
groepsbijeenkomsten voor de deelnemers naar grondsoort en intensiteit. Die groepsbijeenkomsten
worden door de deelnemers zeer gewaardeerd, zo is gebleken. Maar ook de individuele
bedrijfsbezoeken worden door de deelnemers als een belangrijke inspiratiebron gezien
om na te denken over hoe men het beste naar het lagere ruweiwitgehalte kan gaan. Centraal
daarbij staat de Koe en Eiwit-verbetercyclus die de veehouder met zijn begeleider
heeft opgesteld. Hierin heeft hij heeft aangegeven aan welke «voedingsknoppen» (weidegras,
graskuil, maïskuil, krachtvoer, overig ruwvoer en bijproducten) hij op zijn bedrijf
wil draaien om richting de 155 gr RE/kg ds te komen. Dat deze aanpak effect heeft
blijkt wel uit het feit dat het gemiddelde RE-gehalte van de deelnemers in 2022 is
uitgekomen op 158 gr RE/kg ds, een daling met 4 gram ten opzichte van de startpositie
in 2021. Bijna een kwart van de deelnemende veehouders heeft het doel van 155 gr RE/kg
ds al gerealiseerd, terwijl bijna driekwart van de deelnemers er vertrouwen in heeft
dat het doel haalbaar is.
Een bijzonder punt van aandacht binnen de praktijkpilot Koe en Eiwit is het mogelijke
effect van het verlagen van het ruweiwitgehalte op de diergezondheid. Daarom monitoren
20 deelnemers onder begeleiding van vijf dierenartsen gedurende twee jaar de gezondheid
van hun melkgevende koeien, droogstaande koeien, kalveren en jongvee. Bij alle diergroepen
en elk individueel dier worden alle gezondheidsafwijkingen en behandelingen bijgehouden,
inclusief de reden. Twee keer per jaar wordt het bedrijf bezocht door de dierenarts
voor een rondgang langs alle diergroepen, het doornemen van de dierziekteregistraties
en het uitvoeren van diverse metingen. Naar verwachting zijn pas na afloop van de
monitorperiode conclusies te trekken over een mogelijk effect van verlagen van het
ruweiwitgehalte op de diergezondheid.
Zoals geschreven, is 2022 het eerste volledige jaar van de praktijkpilot Koe en Eiwit.
Er volgen nu nog twee volledige jaren, waarna in 2025 de pilot afgerond zal worden.
Als bijlage bij deze brief is gevoegd een infografic van de tussentijdse rapportage
2022–2023.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema