35 600 Wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering)

Nr. 21 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN OTTERLOO EN DIK-FABER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 10 december 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt «een in regelgeving vastgestelde omgevingswaarde» vervangen door «in regelgeving vastgestelde omgevingswaarden».

II

In artikel I, onderdeel B, komt het voorgestelde artikel 1.12a te luiden:

Artikel 1.12a

  • 1. Het percentage van het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden waarop de depositie van stikstof niet groter is dan de hoeveelheid in mol per hectare per jaar waarboven verslechtering van de kwaliteit van die habitats niet op voorhand is uit te sluiten, bedraagt:

    • a. in 2025: ten minste 40%;

    • b. in 2030: ten minste 50%.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde omgevingswaarden zijn resultaatsverplichtingen.

III

In artikel I, onderdeel B, wordt in de voorgestelde artikelen 1.12b, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, 1.12f, derde lid, en 1.12h, onder c, «de omgevingswaarde» vervangen door «de omgevingswaarden».

IV

In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 1.12g, eerste lid, «de omgevingswaarde, bedoeld in» vervangen door «een omgevingswaarde als bedoeld in».

V

In artikel II, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 2.15a als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «omgevingswaarde» vervangen door «omgevingswaarden».

2. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. Het percentage van het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden waarop de depositie van stikstof niet groter is dan de hoeveelheid in mol per hectare per jaar waarboven verslechtering van de kwaliteit van die habitats niet op voorhand is uit te sluiten, bedraagt:

    • a. in 2025: ten minste 40%;

    • b. in 2030: ten minste 50%.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde omgevingswaarden zijn resultaatsverplichtingen.

VI

In artikel II, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 3.9, vierde lid, onder a, «de omgevingswaarde» vervangen door «de omgevingswaarden».

Toelichting

In het wetsvoorstel is een resultaatsverplichtende omgevingswaarde opgenomen die inhoudt dat in 2030 ten minste de helft van de hectares met voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden (KDW) gebracht moet zijn. Dit amendement voegt aan het wetsvoorstel een resultaatsverplichtende omgevingswaarde toe voor 2025, waarbij ten minste 40 procent van de hectares met voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden onder de KDW moet worden gebracht.

Het opstellen van een voldoende stevige en ambitieuze omgevingswaarde voor 2025 verzekert dat de komende jaren stappen worden gezet om de overbelasting van stikstof op stikstofgevoelige natuur terug te dringen. Tevens wordt hiermee richting gegeven om de komende jaren vertrouwenwekkende stappen te zetten en maatregelen te nemen met het oog op de realisatie van de omgevingswaarde voor 2030. In samenhang met de omgevingswaarde voor 2030 wordt zo ook duidelijkheid aan betrokken partijen geboden. Tot slot geldt dat met het nemen van effectieve maatregelen de komende jaren, geleidelijk ruimte wordt gecreëerd voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen.

Het uitgangspunt voor de omgevingswaarde voor 2025 is de keuze voor een waarde waarmee de komende jaren daadwerkelijk een bijdrage wordt geleverd aan de noodzakelijke reductie van stikstofdepositie. Tegelijkertijd geldt dat er sprake is van een voldoende realistische waarde. De maatregelen uit het pakket, welke doorgerekend zijn door het PBL en het RIVM, zullen naar verwachting voldoende effect sorteren om in 2025 te voldoen aan deze omgevingswaarde.

Van Otterloo Dik-Faber

Naar boven