35 598 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met enkele wijzigingen met betrekking tot het recht op kinderopvangtoeslag

Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2020

Tijdens het wetgevingsoverleg over het voorstel van de Wet kinderopvang in verband met wijzigingen met betrekking tot het recht op kinderopvangtoeslag1 zijn een aantal amendementen ingediend. In het debat over dit wetsvoorstel op 11 november jl. heb ik mijn oordeel toegelicht over de toen reeds ingediende amendementen en moties.

Eén van de amendementen wijzigt het voorliggend wetsvoorstel zodat ook gezinnen waarin de ene ouder werkt en de andere ouder een tijdelijke Wlz-indicatie heeft, recht krijgen op de kinderopvangtoeslag (Kamerstuk 35 598, nr. 17). Voor dit amendement heeft de Belastingdienst/Toeslagen een quickscan op uitvoeringsaspecten opgesteld. Deze quickscan bied ik u als bijlage bij deze brief aan2. Op dit amendement wordt begin 2021 nog een uitvoeringstoets uitgebracht.

Het kabinet wil prioriteit geven aan het amendement, en streeft ernaar om dit zo snel mogelijk in werking te laten treden, idealiter per 1 januari 2022. Ik zal met de VNG in overleg treden om te bewerkstelligen dat er tot de inwerkingtreding van dit amendement geen gezinnen tussen wal en schip belanden.

Als het betreffende amendement door uw Kamer wordt aangenomen, zal de Belastingdienst/Toeslagen begin 2021 een formele uitvoeringstoets uitbrengen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van 't Wout


X Noot
1

Kamerstuk 35 598.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven