Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 8 juli 2020 en het nader rapport d.d. 5 oktober 2020, aangeboden aan de Koning
door de Minister voor Rechtsbescherming. Het advies van de Afdeling advisering van
de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 juni 2020, nr. 2020001203,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 8 juli 2020, nr. W16.20.0186/II, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 17 juni 2020, no.2020001203, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering van de Raad van
State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Auteurswet
en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn
(EU) 2019/789 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling
van voorschriften inzake de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten die
van toepassing zijn op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en doorgifte
van televisie- en radioprogramma’s en tot wijziging van Richtlijn 93/83/EEG van de
Raad (Implementatiewet Richtlijn online omroepdiensten), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker