35 584 (2149) Wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof; ’s-Gravenhage, 6 december 2019

B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 15 juli 2020 en het nader rapport d.d. 31 augustus 2020, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Defensie. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 juni 2020, no. 2020001211, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake de bovenvermelde wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 15 juli 2020, nr. W02.20.0184/II/K, bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies is tevens hieronder opgenomen.

Bij Kabinetsmissive van 17 juni 2020, no. 2020001211, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tot wijziging van artikel 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof; ’s-Gravenhage, 6 december 2019 ( Trb. 2020, 44), met toelichtende nota.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het verdrag.

De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten te overleggen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaf

De wijziging geeft de afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Ik verzoek U, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen de wijziging vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven