35 579 Wijziging van de Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie in verband met de vaststelling van tarieven voor de jaren 2021 en 2022

C VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 3 december 2020

De memorie van antwoord geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.2

1. Inleiding

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord. Deze leden hebben nog een vraag.

De leden van de CDA-fractie danken de regering voor het antwoord op hun vraag in de memorie van antwoord. Ter voorbereiding van het plenaire debat verzoeken zij de regering in te gaan op de volgende nog resterende vragen.

2. Sectoren waarvoor de financiële gevolgen van de ODE significant zijn

De leden van de VVD-fractie begrijpen van VNO-NCW dat er, ondanks de oproep van de motie Essers bij het vorige belastingplan, nog geen akkoord is over het verminderen en temporiseren van de lastenstijgingen, waartoe de aangenomen motie opriep.3 Wij begrijpen dat de bedrijven die te maken hebben gekregen met de gestegen ODE, geen gebruik kunnen maken van de subsidieregeling versnelde klimaatinvesteringen industrie (hierna: VEKI), omdat de benodigde eigen investeringen niet opgebracht kunnen worden door deze bedrijven. Op welke wijze compenseert de regering deze bedrijven in de glastuinbouw, de voedselverwerkende industrie, de papier en de chemie? Wordt daarbij rekening gehouden met de beperkte eigen investeringsruimte van de bedrijven, veroorzaakt door de ODE? Is deze compensatie al geeffectueerd?

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering om de zorgen van de extra getroffen sectoren te adresseren dat het gebruik maken van een bestaande generieke investeringssubsidie zoals de VEKI-regeling deze sectoren onvoldoende tegemoet zal komen. Daarbij wijzen zij vooral op de aanslag op de benodigde eigen middelen mede als gevolg van de verhoging van de ODE-tarieven en op het feit dat een reeds bestaande subsidieregeling geen afdoende ondersteuning is voor deze bedrijven. Welke andere mogelijkheden zijn er in dezen?

De leden van de commissie zien de beantwoording van voorgaande vragen met belangstelling tegemoet. Zij verzoeken de regering de nota naar aanleiding van het verslag uiterlijk vrijdag 4 december 2020 aan de Eerste Kamer toe te zenden. Onder voorbehoud van tijdige beantwoording achten zij het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 7 en 8 december 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Frentrop

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), Van Ballekom (VVD), Crone (PvdA), Frentrop (FVD), (voorzitter), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Karimi (GL), (ondervoorzitter), Van der Linden (FVD), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), Van Wely (FVD) en Van der Voort (D66).

X Noot
2

Kamerstukken I 2020/21, 35 579, B.

X Noot
3

Kamerstukken I 2019/20, 35 304, F.

Naar boven