Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35575 nr. 16 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35575 nr. 16 |
Ontvangen 11 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het voorgestelde artikel 71h, onderdeel d, wordt «overdraagbaar recht» vervangen door «recht».
2. Het voorgestelde artikel 71l komt te luiden:
3. Het voorgestelde artikel 71p komt te luiden:
4. Na het voorgestelde artikel 71p wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 71p, eerste lid, is een laag tarief van toepassing op dat gedeelte van de industriële jaarvracht waarvoor de exploitant van een industriële installatie beschikt over dispensatierechten voor het belastingtijdvak.
2. Het lage tarief, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per ton kooldioxide-equivalent € 30.
3. Bij aanvang van ieder kalenderjaar na het kalenderjaar 2021 tot en met kalenderjaar 2030 wordt, alvorens artikel 90 wordt toegepast, het tarief, genoemd in het vorige lid, verhoogd met € 10,56.
4. Voor een broeikasgasinstallatie wordt het tarief verminderd met de termijnkoers van het broeikasgasemissierecht, bedoeld in artikel 71f, derde lid. Het tarief is niet lager dan nihil.
5. De voorgestelde afdeling 5 vervalt.
II
In artikel I, onderdeel G, wordt «en artikel 71p, eerste en tweede lid» vervangen door «, artikel 71p, eerste lid, en artikel 71pa, tweede en derde lid».
III
Artikel II, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het voorgestelde artikel 16b.17, derde lid, van de Wet milieubeheer komt te luiden:
3. De reductiefactor bedraagt 1,0. Bij aanvang van ieder kalenderjaar wordt de reductiefactor verlaagd met 0,057. De reductiefactor is niet lager dan nihil.
2. De voorgestelde afdeling 16b.3.3 vervalt.
IV
In artikel V, onderdeel A, subonderdeel 3, wordt «artikel 71p, derde lid,» vervangen door «artikel 71p, derde lid, en artikel 71pa, derde lid,».
V
In artikel VI wordt in het voorgestelde artikel I, onderdeel C, «artikel 71p, eerste en tweede lid» telkens vervangen door «artikel 71p, eerste lid, en artikel 71pa, tweede en derde lid».
Alle milieuschade heeft een prijs en de ernst van de klimaatcrisis vraagt erom dat alle uitstoot die vermeden kan worden, ook direct vermeden wordt. Dit amendement beoogt, vooruitlopend op een vlakke, uniforme CO2-heffing voor alle uitstoot in alle economische sectoren, een uitbreiding van de heffing naar alle uitstoot van de industrie en de introductie van een verhoogd tarief op de vermijdbare uitstoot.
Het handhaven van de dispensatierechten in onschadelijke vorm maakt het mogelijk om op objectiveerbare wijze onderscheid te maken tussen een hoog en laag tarief.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat de CO2-heffing wordt berekend over de gehele industriële jaarvracht van een industriële installatie in het belastingtijdvak. Dispensatierechten worden hierop niet meer in mindering gebracht. Tevens komt de mogelijkheid tot herberekening en tot overdracht van dispensatierechten te vervallen. Daarmee worden de dispensatierechten onschadelijk gemaakt. Het tarief bedraagt per ton kooldioxide-equivalent € 125. Dit is het hoge tarief.
Het lage tarief bedraagt € 30 per ton kooldioxide-equivalent en is van toepassing op dat gedeelte van de industriële jaarvracht waarvoor de exploitant van een industriële installatie beschikt over dispensatierechten voor het belastingtijdvak. Dit lage tarief wordt jaarlijks verhoogd met € 10,56 per ton kooldioxide-equivalent.
Zowel het hoge als het lage tarief worden verminderd met de EU-ETS prijs en worden jaarlijks geïndexeerd.
Voor de berekening van de hoeveelheid dispensatierechten past dit amendement tot slot de nationale reductiefactor aan. Deze start op 1,0 in 2021 en daalt jaarlijks met 0,057.
Dit amendement leidt – zonder rekening te houden met gedragseffecten – tot een belastingopbrengst in de ordegrootte van circa € 400 miljoen in 2021 oplopend naar circa € 2,8 miljard vanaf 2030. De gedragseffecten kunnen een grote invloed hebben op de opbrengst in zowel 2021 als in volgende jaren.
Voor dit amendement geldt dat, zonder aanvullend onderzoek naar de gedragseffecten en de gevolgen van het aanpassen van de reductiefactor, de belastingopbrengst niet geraamd kan worden.
Het aanpassen van de reductiefactor op de grondslag van de CO2-heffing industrie zorgt er mogelijk voor dat vanaf 2021 jaarlijks een deel van de grondslag boven de EU-ETS-benchmarks uitkomt. Dit deel wordt conform dit amendement bovendien belast tegen een nationaal tarief (inclusief EU-ETS prijs) van € 125 per ton CO2-uitstoot. In dat geval vallen de opbrengsten potentieel hoger uit dan hiervoor is genoemd.
De uitbreiding van de heffing naar alle uitstoot en de verhoging van het tarief op de vermijdbare uitstoot zal dus mogelijk extra opbrengsten genereren. Zoals beoogd in het wetsvoorstel en afgesproken in het Klimaatakkoord, worden de opbrengsten ingezet voor verduurzaming van de industrie door middel van een subsidieregeling, bij voorkeur via de bestaande SDE++regeling.
Burgers en het MKB dragen nu relatief veel bij aan de SDE++ via de Opslag Duurzame Energie. Grote vervuilers dragen daar momenteel relatief minder aan bij, terwijl zij een relatief groter beslag leggen op de subsidieregeling. Door de extra opbrengsten uit de CO2-heffing kan de industrie zelf meer aan de subsidieregeling mee betalen.
Van Raan
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35575-16.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.