35 574 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen (Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIEN 1

Vastgesteld 26 november 2020 om 16.00 uur

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Graag stellen zij de volgende vragen.

2. Uitvoering voorgestelde maatregelen

De Raad van State vraagt indringend aandacht voor de mogelijk onvoldoende capaciteit en beschikbare mogelijkheden bij de Belastingdienst/Toeslagen in relatie tot de risico’s bij de uitvoering van de voorgestelde maatregelen. De regering merkt in reactie op dat zij zich bewust is van de uitvoeringslasten en de invorderingsrisico’s en kwalificeert deze als acceptabel en opwegend tegen de beoogde voordelen van de maatregelen.2 Zij verwacht zelfs een positief effect op de capaciteit bij de Belastingdienst/Toeslagen, resulterend uit de maatregelen die lastenverlichting voor de burger en het voorkomen van bezwaar en beroep beogen (de-escalerende maatregelen). Toch temporiseert de regering de maatregelen door latere inwerkingtreding van enkele maatregelen. Het komt dus aan op een gerichte effectieve externe communicatie. De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe zij verwacht dat de Belastingdienst/Toeslagen daarin gaat voorzien?

3. Partnerbegrip

De Raad van State wijst op de risico’s van het hanteren van een partnerbegrip voor toeslagen dat afwijkt van het partnerbegrip dat in de inkomstenbelasting wordt gehanteerd.3 Dit leidt ertoe dat de complexiteit voor de burger toeneemt en het aan de burger moeilijk is uit te leggen dat het partnerbegrip voor de verschillende regelingen uiteenloopt. De leden van de VVD-fractie vragen waarom de regering deze keuze heeft gemaakt en hoe deze keuze strookt met de wens om te de-escaleren?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de memorie van antwoord graag uiterlijk vrijdag 27 november 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Frentrop

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), Van Ballekom (VVD), Crone (PvdA), Frentrop (FVD), (voorzitter), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Karimi (GL), (ondervoorzitter), Van der Linden (FVD), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), Van Wely (FVD) en Van der Voort (D66).

X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 35 574, nr. 4, p. 2, 4, 5.

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 35 574, nr. 4, p. 7.

Naar boven