35 574 Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen (Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen)

G/ Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Ter Griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 10 oktober 2022.

De wens dat het onderwerp van de ministeriële regeling bij wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel door ten minste dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 24 oktober 2022.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2022

Hierbij bied ik u de ministeriële regeling aan waarmee tijdelijke vermogenstoetsuitzonderingen voor de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget mogelijk worden voor de volgende tegemoetkomingen uit het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen:

  • het aanvullende bedrag ingeval van twee voormalig toeslagpartners die elk voor een deel van de periode aanvrager van de kinderopvangtoeslag zijn geweest en beiden als gedupeerde aanvrager zijn erkend;

  • de financiële tegemoetkoming om kinderen van gedupeerden van de kinderopvangtoeslag een steun in de rug te geven (kindregeling); en

  • de tegemoetkoming voor de gedupeerden van de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget.

Deze tijdelijke vermogenstoetsuitzonderingen van drie jaar treden gelijktijdig met het wetsvoorstel in werking. De voorlegging aan uw Kamer geschiedt op grond van artikel 47, derde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. De voorlegging biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ministeriële regeling, voordat deze gelijktijdig met het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Op grond van de aangehaalde bepaling mag de ministeriële regeling twee weken nadat deze aan beide Kamers der Staten-Generaal is voorgelegd, gepubliceerd worden, tenzij uw Kamer de wens te kennen geeft dat deze wijzigingen in een voorstel van wet worden opgenomen.

Een brief met dezelfde strekking heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries

Naar boven