De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.000 (x € 1.000).
II
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
Toelichting
2020 is het derde achtereenvolgende jaar dat de reddingsbrigades vaker uitrukten dan
het jaar ervoor. In de zomer van 2020 werden er twee maal zoveel zwemmers uit levensbedreigende
situaties gered als in 2019. Het toenemende aantal hulpverleningen door de reddingsbrigades
maakt duidelijk dat er meer inzet nodig is om de veiligheid op en langs het water
te verbeteren; aan zee, maar ook bij meren, kanalen en rivieren. Indiener vindt het
van groot belang dat reddingsbrigades in staat worden gesteld om hun levensreddende
werk te kunnen verrichten en door ontwikkelen, en mensen te waarschuwen voor de gevaren
van open water en de onberekenbare zee en waar nodig reddend te kunnen optreden.
Een financiële impuls van € 250.000 (voor 2021, hetzelfde bedrag is nodig voor 2022)
is nodig om lessen te trekken uit de zomer van 2020 en een tweejarig programma te
maken van de talloze suggesties die zijn gedaan ter verbetering van de strandveiligheid,
naar aanleiding van de incidenten onder andere op zondag 9 augustus, toen er langs
de kust vier mensen verdronken en in datzelfde weekend nog vier mensen in het binnenland.
Reddingsbrigade Nederland heeft hiertoe naar aanleiding van een interne evaluatie
het tweejarige aanvalsplan «Het Strand Veilig» opgesteld. Het plan bevat drie heldere
lijnen, één richting reddingsbrigades, één richting lokale overheden en één richting
de badgast. Het programma beoogt concrete verbeterslagen in communicatieproducten
(app, bebording, vlaggen-systematiek), in processen (lokale afstemming) en in voorlichtingsprogramma’s
(onderwijs, verblijfsrecreanten, doelgroepenbenadering), en bouwt hierin voort op
het meer algemene Nationaal Plan Zwemveiligheid. Voor het aanvalsplan werkt de Reddingsbrigade
samen met gemeenten, veiligheidsregio’s en andere strand bewakende organisaties, zoals
de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij.
De vele incidenten en stijgende aantallen reddingen maken duidelijk dat het werk van
de vrijwillige lifeguards zich moet blijven door ontwikkelen. Reddingsbrigade Nederland
telt 2.750 lifeguards. Hun grotendeels vrijwillige inzet vergt adequate ondersteuning:
investeringen in vakinhoudelijke vernieuwing en in bestuurlijke slagkracht, opdat
de 157 reddingsbrigades als «vierde hulpdienst» kunnen blijven waken over de veiligheid
van onze badgasten. In het huidige stelsel wordt niet in een dergelijke ondersteunings-«backbone»
voor de reddingsbrigades voorzien. De coronacrisis maakt daarbij dat brigades het
water aan de lippen staat, en in hun voortbestaan worden bedreigd. Een investering
van € 250.000 is gevraagd om het hoofd te bieden aan die uitdagingen, én de lifeguards
met gerichte programma’s in hun kracht te zetten.
Tenslotte kan met dit amendement erin worden voorzien dat lifeguards, als blijk van
waardering voor het verrichten van levensreddend werk, geen contributie hoeven te
betalen voor het lidmaatschap van de reddingsbrigade.
Dekking wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte uitgaven van artikel 6 Sport
en bewegen.
Van Nispen