35 570 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021

Nr. 27 MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S.

Voorgesteld 5 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een eerlijke economie niet kan zonder een gezonde, brede financiële sector waarin elke instelling, groot of klein, moet kunnen doen waar deze het beste in is;

overwegende dat toegang tot financiering voor ondernemers essentieel is om te kunnen ondernemen en de huidige coronacrisis door te komen;

constaterende dat zowel voor als tijdens de coronacrisis gebleken is dat grote systeembanken relatief kleine kredietaanvragen tot € 250.000, zoals via de KKC-regeling, maar in beperkte mate kunnen verlenen, onder andere omdat de kosten van kredietverlening hoger zijn dan de kredieten zelf of een bancaire relatie ontbreekt;

constaterende dat uit recent onderzoek van het CPB blijkt dat een diverser mkb-financieringslandschap met voldoende concurrentie en keuze voor mkb'ers nodig is om minder kwetsbaar te zijn en het mkb optimale financieringsmogelijkheden te bieden;

overwegende dat de Kamer in 2019 de motie-Pieter Heerma c.s. over de Volksbank heeft aangenomen (Kamerstuk 35 300, nr. 14);

verzoekt de regering, de kredietverlening aan mkb-ondernemingen en kleine familiebedrijven, tegen lage administratieve lasten en in de regio georganiseerd, te verbeteren door:

  • de oprichting van een fonds voor alternatieve financiers te versnellen;

  • andere mogelijkheden te verkennen om een divers mkb-financieringslandschap verder te stimuleren;

  • te onderzoeken of een mkb-bank hierin past en hoe deze (door)ontwikkeld zou kunnen worden;

verzoekt de regering, tevens hierbij Qredits en andere relevante partijen te betrekken, en de Kamer hierover vóór 1 april 2021 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Bruins

Verhoeven

Naar boven