35 570 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2021

Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 is door het lid Postma C.S. een motie ingediend (Kamerstuk 35 570 XII, nr. 29). In de motie wordt de regering verzocht om in overleg te gaan met SZW, betrokken gemeenten, welzijnsorganisaties en havenbedrijven om te onderzoeken wat er nodig is om zorg te dragen voor een stabiele financiering van de zeemanshuizen zodat het voortbestaan wordt geborgd en de Kamer voor maart 2021 te informeren over de resultaten.

Momenteel vindt echter nog constructief overleg plaats met belanghebbenden, waaronder met name de Stichting Nederlandse Zeevarendencentrale (NZC). De NZC heeft eind vorig jaar een petitie aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor SZW, hetgeen heeft geleid tot bovengenoemde motie.

Onderdeel van het overleg is een analyse van de huidige en financiële situatie van de zeemanshuizen. Evenals een toekomstbestendige visie op de zeemanshuizen en het welzijn van zeevarenden. Het is van belang dit op een goede en grondige wijze te doen, hetgeen meer tijd in beslag neemt.

Ik streef ernaar uw Kamer te informeren over de resultaten voor het geplande AO Maritiem van 2 juni as.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven