Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2021
Hierbij bied ik uw Kamer het Rapport van Bevindingen aan van het Adviescollege Dialooggroep
Slavernijverleden1.
Op 3 juli 2020 heb ik dit Adviescollege ingesteld om een dialoog te organiseren over
het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving, die
gericht is op een brede erkenning en inbedding van dit gedeelde verleden. Ondanks
dat het Adviescollege zich ernstig gehinderd zag door de Covid-19-pandemie, heeft
het met de oplevering van dit rapport haar taak volbracht. Ik ben de leden van het
Adviescollege daarvoor zeer erkentelijk. Ik ga graag kort in op het werk dat het Adviescollege
heeft verzet.
De afgelopen maanden heeft het Adviescollege zich toegelegd op het voeren van een
brede dialoog in de Nederlandse samenleving, waarbij ook het Caribisch deel van het
Koninkrijk is betrokken.
Het Adviescollege heeft gesproken met burgers, waaronder specifiek jongeren, vertegenwoordigers
van belangenorganisaties, groeperingen en maatschappelijke sectoren. Het heeft een
burgerpanel geraadpleegd, een publiekcampagne opgezet en er zijn wetenschappers betrokken.
Er is gestreefd naar een brede dialoog, met verdiepende gesprekken.
Het rapport dat ik uw Kamer hierbij aanbied bevat belangrijke conclusies en aanbevelingen
over een actueel thema dat aandacht verdient. Langs de lijnen van erkenning, excuses
en herstel vraagt het Adviescollege aandacht voor en actie op het gebied van het slavernijverleden
en de doorwerking daarvan in het heden. Dit rapport biedt belangrijke bouwstenen en aanknopingspunten voor de toekomst en vormt daarmee een opening voor de
bredere erkenning en inbedding van het gedeelde verleden waarop het Adviescollege
zich heeft gericht.
Het is aan het volgende kabinet om het vervolgtraject vorm te geven en op basis van
dit rapport inhoudelijk te reageren op de conclusies en aanbevelingen uit het rapport.
Ik wil de leden van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden en haar ondersteuning,
en alle deelnemers aan de verschillende dialogen hartelijk danken voor hun inspanningen
bij de totstandkoming van dit rapport.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren