35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 december 2020

Op 1 november 2018 is de Regeling «vergoeding verklaring omtrent het gedrag voor vrijwilligers» (hierna: de Regeling) in werking getreden. Organisaties met vrijwilligers, die werken met kwetsbare personen, kunnen via deze Regeling een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) gratis aanvragen. De periodieke evaluatie van de Regeling heeft begin dit jaar plaatsgevonden. Er is veel waardering voor het bestaan van de Regeling vanuit de (vrijwilligers)sector. Zoals ik in mijn laatste brief heb aangekondigd1, informeer ik uw Kamer hierbij over de recente evaluaties van de Regeling.

Samengevat zie ik de volgende trends bij de Regeling:

  • De uitbreiding van de Regeling heeft positief uitgepakt. Sinds 1 november 2018 zijn de aanmeldingen voor de Regeling substantieel toegenomen. De uitbreiding heeft een stimulerende werking gehad op het opstellen van preventief beleid, met name voor organisaties in de zorg- en welzijnssector.

  • In het verleden besloten veel organisaties, die met vrijwilligers werken, geen VOG aan te vragen in verband met onvoldoende financiële middelen. Dit ging vaak ten koste van maatschappelijke activiteiten. Deze (financiële) drempel is door de inzet van de Regeling veelal weggenomen;

  • In 2019 zagen we een stijging van het aantal organisaties dat zich aanmeldden voor de Regeling bij het CIBG. Maandelijks verwerkte het CIBG gemiddeld 300 aanmeldingen van organisaties. Tevens zagen we in 2019 een stijging van 42% ten opzichte van 2018 in het totaalaantal aanvragen van een gratis VOG bij Justis;

  • Er is veel waardering voor het bestaan van de Regeling. Het blijkt dat aanvragers (zeer) tevreden zijn over de aanvraagprocedure; ze zijn tevreden over alle afzonderlijke fasen van het aanvraagproces en vinden de informatievoorziening goed;

  • Bovendien blijkt dat de Regeling voor veel organisaties een extra mogelijkheid biedt om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.

  • Aanpassingen van lokale subsidievereisten is één van de genoemde handelingsopties om meer organisaties te stimuleren zich aan te melden.

    De juridische haalbaarheid van enkele aanpassingen zal ik komende tijd toetsen, met als doel de bekendheid van de Regeling verder te vergroten en op deze wijze de risico’s op grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers verder te verminderen.

Aanleiding en criteria van de Regeling

Met de Regeling wordt beoogd grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers te voorkomen. Eén van de maatregelen die een organisatie hierbij kan nemen, is het aanvragen van een VOG voor vrijwilligers. In het verleden vergoedden organisaties veelal de kosten van de VOG. Uit onderzoek2 bleek echter dat veel organisaties besloten om geen VOG met hun vrijwilligers te overleggen vanwege (te) hoge kosten en administratieve lasten. Financiering van VOG’s ging ten koste van de maatschappelijke activiteiten van deze organisaties. De Regeling is daarom in 2018 door mij verbreed voor alle vrijwilligers die werken met kwetsbare personen.

Zoals vermeld in mijn laatste Kamerbrief over de Regeling, zijn enkele criteria van toepassing om toegelaten te worden tot de Regeling. Organisaties melden zich aan bij het CIBG via de website (www.gratisvog.nl). Het CIBG beoordeelt of een organisatie voldoet aan de criteria. Koepelorganisaties NOV, NOC*NSF en het CIO hebben een belangrijke rol en dienen als vraagbaak voor de procedure, voorwaarden en preventief beleid. Indien een organisatie voldoet aan de criteria kunnen zij VOG’s klaarzetten voor hun vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen zelf een afweging maken of zij een VOG gratis willen aanvragen, dit is geen verplichting. De hieraan gekoppelde screening is en blijft de verantwoordelijkheid van de Minister voor Rechtsbescherming en wordt uitgevoerd door Justis.

Aantallen

In het Regeerakkoord is structureel € 7 mln gereserveerd voor de uitvoering van de Regeling. In eerste instantie bleven de aanmeldingen achter op onze verwachtingen. De verwachte toestroom in het begin van de Regeling bleef uit. In 2019 was een stijgende lijn te zien in de aantallen. In het laatste kwartaal van 2019 dienden gemiddeld 338 organisaties per maand een aanmelding in bij het CIBG, ten opzichte van gemiddeld 165 per maand in het eerste kwartaal. De meerderheid van deze organisaties betrof lokale welzijnsorganisaties.

Ten opzichte van 2018 zagen we een stijging van 42% in het totaalaantal gratis aanvragen van een VOG bij Justis. Er zijn in 2019 in totaal ruim 140.000 VOG’s gratis aangevraagd door vrijwilligers. Hiervan heeft een grote meerderheid een VOG ontvangen. Er zijn door Justis 256 aanvragen geweigerd3.

Deze stijging van het aantal aanvragen is mede te verklaren door de inzet van expertpools door de betrokken koepelorganisaties. Zij ondersteunen organisaties bij de aanvraagprocedure en bij het opstellen van beleid. De Regeling krijgt bovendien steeds meer bekendheid in de (vrijwilligers)sector. Uit onderzoek blijkt dat het aanvraagproces veelal eenvoudiger is dan organisaties van tevoren inschatten, en de informatievoorziening tevens goed is4.

In de eerste maanden van 2020 was er ook een stijgende lijn te zien in de aantallen ten opzichte van de gemiddelde aantallen per maand in 2019. Vanaf maart 2020 zijn de aantallen gedaald. De Corona crisis is hier debet aan. In het derde kwartaal van 2020 zijn de aantallen weer enigszins toegenomen.

Periodieke evaluatie

De Regeling wordt periodiek geëvalueerd, waarbij ik onder andere kijk naar het gebruik van de Regeling en de mate waarin de Regeling bijdraagt aan bewustwording over de risico’s die gepaard gaan met vrijwillige inzet. Zoals toegezegd aan uw Kamer heb ik begin 2020 twee (interne) evaluaties laten uitvoeren.

Aanvraagprocedure Gratis VOG

Bureau Blauw heeft ruim 700 aanvragers bevraagd naar hun ervaring met de aanvraagprocedure voor de Regeling5.

Er is allereerst veel waardering voor het bestaan van de Regeling.

Over het algemeen zijn aanvragers (zeer) tevreden over de aanvraagprocedure. Aanvragers geven het aanvraagproces gemiddeld een rapportcijfer 8,1. Men vindt de informatievoorziening in de verschillende fasen goed, het aanvraagproces veelal eenvoudiger dan van tevoren verwacht, en men is positief verrast door de reactietijd van het CIBG. Het CIBG heeft acht weken de tijd om een aanmelding te beoordelen, maar heeft in de meeste gevallen ruim binnen de tijd een oordeel uitgesproken. In de evaluatie komt naar voren dat vooral bij sportverenigingen het thema veiligheid en integriteit aanleiding is om zich voor de Regeling aan te melden (78% versus 69% totaal). Koepelvereniging NOC*NSF speelt hierin een belangrijke adviserende rol voor sportverenigingen.

Van de aanvragers neemt 85% de tijd om zich vooraf te oriënteren op de aanvraagprocedure. Het moeten voldoen aan de voorwaarden van de Regeling vraagt tijd en inspanning van de aanvrager. Van tevoren wordt de aanvraag echter vaak complexer ingeschat dan achteraf het geval blijkt. Het bureau concludeert dat het van belang is dat organisaties aan de voorkant goed geïnformeerd zijn over de aanvraagprocedure, zodat zij niet voortijdig afhaken. Via de koepelorganisaties kan er bijvoorbeeld zo concreet mogelijk gecommuniceerd worden over de voorwaarden van de Regeling. Tevens zou het opnemen van een checklist een extra stimulans voor organisaties kunnen zijn, zodat zij goed weten wat zij op orde dienen te hebben. De taal en aanspreekvorm moet bovendien zo eenvoudig en helder mogelijk zijn.

Stimuleren van preventiebeleid

Begin 2020 is een inventarisatie uitgevoerd onder verschillende stakeholders (platforms en intermediairs) naar hun preventiebeleid. Hieruit blijt dat de Regeling volgens deze organisaties een extra mogelijkheid biedt om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Echter de Regeling creëert ook drempels voor vrijwilligerswerk, omdat het een tijdsinspanning vergt en organisaties in sommige gevallen al andere preventiemaatregelen hebben getroffen. Onder deze andere maatregelen worden intakegesprekken, het delen van tips of voorlichting over een veilige relatie tussen vrijwilliger en hulpvrager verstaan.

Op dit moment worden drie criteria benoemd voor het preventiebeleid van organisaties in de gepubliceerde Regeling; gedragscode, vertrouwenspersoon, en/of aannamebeleid. Organisaties dienen aan tenminste twee van deze drie criteria te voldoen. Optioneel kunnen er in de toekomst meer categorieën benoemd worden, omdat de huidige categorieën niet altijd passen bij de diversiteit aan organisaties. Tevens wordt aangeraden om (meer) kennis te verspreiden over de risico’s van het matchen van vrijwilligers die (potentieel) werken met kwetsbare groepen. Het doel hierbij is het verhogen van kennis en bewustzijn. Optioneel kunnen ook aanpassingen in lokale subsidievereisten worden doorgevoerd. Door preventiemaatregelen actief te stimuleren via subsidiebeleid, worden veel organisaties geprikkeld om aantoonbaar preventiebeleid te voeren.

Ik ben voornemens nader onderzoek te doen, de juridische haalbaarheid van enkele handelingsopties te toetsen en te bekijken in hoeverre hier draagvlak voor is vanuit het veld. Het is van belang goed te weten in welke domeinen deze maatregelen kunnen werken.

Tot slot

Het vrijwilligersveld is continu in beweging. Er zijn veel maatschappelijke ontwikkelingen gaande, die van invloed zijn op het vrijwilligerswerk. Naar aanleiding van de evaluaties ben ik voornemens nieuw onderzoek te laten doen naar optimalisatie van de aanvraagprocedure. Ik verwacht dat er een stijgende lijn in de aantallen te zien zal zijn de komende jaren. Mijn streven is dat de sociale veiligheid binnen het vrijwilligerswerk de komende jaren verder wordt versterkt. Zodat meer mensen zich op een veilige, gezonde en prettige manier kunnen inzetten voor de samenleving.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 5

X Noot
2

KWINK Groep (2017), Mogelijkheden gratis VOG voor alle vrijwilligers

X Noot
3

Dit is een weigeringspercentage van 0,18%. Het weigeringspercentage van de reguliere VOG ligt op 0,33% en is dus ongeveer gelijk.

X Noot
4

KWINK Groep (2020), Onderzoek preventieaanpak platforms en intermediairs omdat vrijwilligers werken met kwetsbare groepen

X Noot
5

Bureau Blauw (2020), Klantreis Regeling Gratis VOG

Naar boven