Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2020
Hierbij zend ik u het overzicht van spoedeisende wetsvoorstellen waarvan het kabinet
het wenselijk acht dat deze door uw Kamer voor het verkiezings- en voorjaarsreces 2021 worden behandeld1. In dit overzicht zijn niet opgenomen begrotingswetsvoorstellen, noch de voorhang
van voorstellen voor algemene maatregelen van bestuur.
Daarnaast treft u een apart overzicht aan met EU-implementatievoorstellen en voorhang voorstellen voor de goedkeuring van verdragen2. Het is van belang dat uw Kamer bij het besluit omtrent agendering ook rekening kan
houden met deze lijst omdat voor deze voorstellen een uiterste datum voor tijdige
implementatie geldt.
Vanzelfsprekend gaat uw Kamer zelf over de agendering en eventuele prioritering van
de werkzaamheden. De lijst bevat alleen de voorstellen die in de ogen van het kabinet
met voorrang ter hand moeten worden genomen omdat vertraging in de parlementaire behandeling,
gelet op de zeer ernstige financiële of organisatorische consequenties daarvan, onwenselijk
zou zijn. U treft daartoe in het overzicht een korte uitleg.
Dit laat onverlet dat in uw Kamer ook andere voorstellen aanhangig zijn, waarvan behandeling
door een of meer leden van uw Kamer wenselijk kan worden geacht. Het kabinet zet de
werkzaamheden aan deze voorstellen op normale wijze voort en deze kunnen ook op de
gebruikelijke wijze door uw Kamer in procedure worden genomen.
Ten slotte kunnen ook in de komende periode uitzonderlijk spoedeisende wetswijzigingen
aan uw Kamer moeten worden voorgelegd. Het gaat dan om voorstellen die nodig zijn
om de aanhoudende gevolgen van de aanpak van het coronavirus het hoofd te bieden.
Wij verzoeken u, waar mogelijk, bij de behandeling van deze voorstellen de uiterste
spoed te betrachten.
Een afschrift van deze brief met de bijlagen is ook aan de Voorzitter van de Eerste
Kamer gezonden.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker