35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 83 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID HELDER TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 22

Voorgesteld 1 december 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het licht van de contouren van het nieuwe stelsel met de (oud) medewerkers van de politie ten aanzien van wie is vastgesteld en erkend dat sprake is van PTSS (posttraumatisch stress-syndroom) individuele gesprekken worden gevoerd in het kader van de afhandeling van de door hen ondervonden materiële en immateriële schade

constaterende dat de Minister heeft toegezegd en dat ruimhartig zal worden omgegaan met deze zaken

constaterende echter dat in een aantal gevallen de vergoeding voor de immateriële schade (smartengeld) die al is toegekend en uitgekeerd aan de (oud) medewerker wordt verrekend met als gevolg dat de (oud) medewerker deze schadevergoeding deels moet terugbetalen

van mening dat dit verwerpelijk, onwenselijk en mogelijk ook juridisch onjuist is

verzoekt de regering, om er voor te zorgen dat in alle nog lopende PTSS-dossiers die zijn gestart onder het oude stelsel en waarin het smartengeld al is toegekend, dit toegekende smartengeld niet (deels) wordt verrekend met materiële restschade,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Naar boven