Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2021
In een e-mailprocedure van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (hierna:
de Commissie) van 13 september 2021 is gesproken over mijn brief aan uw Kamer van
10 september 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 123) inzake informatie over toezending van documenten uit het archief van de Commissie
Dossier J.A. Poch. De Commissie heeft mij verzocht de volgende stukken voor dinsdag
14 september 2021 aan uw Kamer te doen toekomen:
-
− alle documenten die reeds uitgezocht zijn en te maken hebben met de Argentijnse rechtshulpverzoeken
en daarbij de meest relevante correspondentie tussen Nederland, Spanje en Argentinië
en betrokken instanties over rechtshulp inzake Poch;
-
− alle documenten die reeds uitgezocht zijn waarin het Koningshuis wordt genoemd.
Op dit moment is mijn departement nog alle documenten in het archief aan het beoordelen,
om te bepalen welke documenten op basis van 68 Grondwet aan uw Kamer worden verstrekt.
Hierbij wordt conform de Beleidslijn actieve openbaarmaking onder meer beoordeeld
of documenten persoonsgegevens bevatten en of het belang van de Staat bij openbaarmaking
in het geding is. Uitgangspunt hierbij is dat zoveel als mogelijk zal worden verstrekt.
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb aangegeven, heb ik de Commissie Dossier J.A. Poch
gevraagd onderzoek te doen naar de volledigheid van het dossier teneinde duidelijkheid
te verkrijgen over de feiten, omdat ik dit vanuit rechtsstatelijk perspectief voor
dhr. Poch in de eerste plaats maar ook voor alle overige betrokkenen van belang vind.
Ik acht het van belang, ook voor alle betrokkenen, dat de wijze waarop mijn departement
omgaat met het archief van de Commissie Dossier J.A. Poch, correspondeert met de zorgvuldigheid
van het onderzoek dat door de Commissie Dossier J.A. Poch is uitgevoerd. Gelet op
de omvang van het archief kost het de nodige tijd om deze mate van zorgvuldigheid
te betrachten. Daarnaast is het niet mogelijk om alle documenten m.b.t. een bepaald
onderwerp te verstrekken, omdat de documenten niet zodanig zijn gestructureerd. Daarom
is het niet mogelijk om aan het verzoek van uw Kamer om de gevraagde documenten voor
14 september 2021 aan uw Kamer te doen toekomen, te voldoen.
Om ervoor te zorgen dat uw Kamer zo snel als mogelijk de documenten uit het archief
van de Commissie Dossier J.A. Poch ontvangen, heb ik extra capaciteit ingezet. In
mijn brief aan uw Kamer van vrijdag 10 september jl. heb ik aangegeven dat het archief
minimaal 17.000 pagina’s beslaat en dat ik verwacht de documenten uiterlijk 1 december
2021 aan uw Kamer te verstrekken. Ik zal een uiterste inspanning doen om die datum
als het enigszins kan te vervroegen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus