35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2021

Met deze brief geef ik uitvoering aan de toezegging om schriftelijk terug te komen op de vraag van het lid Moorlag (PvdA) over het kabinetsbeleid ten aanzien van het toelaten aan overlegtafels van organisaties die door de NCTV in rapportages worden genoemd, zoals gedaan tijdens de begrotingsbehandeling Justitie en Veiligheid op 26 november jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 30, items 2, 7 en 7).

Essentieel voor de publieke taakvervulling – zowel bij de ontwikkeling van beleid als bij de uitvoering ervan – is de verbinding met de maatschappij. Vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid die het vervult, behoort contact met alle uiteenlopende groepen, partijen of personen uit de samenleving, dan ook tot de kerntaken van de overheid. Daarom wil het kabinet dan ook niet bij voorbaat beperkingen aan zichzelf opleggen als het gaat om het voeren van gesprekken met verschillende partijen. Er kunnen zich uiteraard wel situaties voordoen waarbij het contact met bepaalde groeperingen of partijen gemeden dient te worden. Dit is een afweging die per geval gemaakt zal worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven