35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2021

Op 27 oktober 2020 sprak ik met uw Kamer tijdens het mondeling vragenuur over bedreiging van journalisten (Handelingen II 2020/21, nr. 16, item 3). Ik heb op dat moment toegezegd uw Kamer middels een brief te informeren over het functioneren van het protocol «Persveilig» dat in oktober 2019 in werking is getreden. Daarnaast heb ik tijdens de begrotingsbehandeling van mijn ministerie op 26 november jl. uw Kamer toegezegd in gesprek te gaan met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), het Genootschap van Hoofdredacteuren (GvH) en de politie over de positie van freelancejournalisten en over aangiften die niet goed zijn aangekomen. Dit conform de aangenomen motie van het lid Yeşilgöz-Zegerius c.s. die strekt tot het versterken/ondersteunen van de (financiële) positie van freelance journalisten1.

Met deze brief geef ik, mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, uitvoering aan bovengenoemde toezeggingen en motie. Voorts geef ik een stand van zaken van de aangenomen motie van het lid Yeşilgöz-Zegerius c.s. om één aanspreekpunt bij de politie te realiseren voor de zwaardere categorie bedreigde journalisten2.

Toepassing protocol Persveilig

Het protocol Persveilig bevat opsporings- en vervolgingsafspraken waaraan de politie en het OM zich hebben gecommitteerd als er sprake is van agressie- en of geweldsincidenten tegen journalisten3. Voorbeelden van afspraken zijn een hoge prioriteit van zaken, eenduidige registratie van zaken en een verhoogde strafeis conform de OM-richtlijn. Deze werkwijze en afspraken gelden momenteel anderhalf jaar, sinds oktober 2019.

In totaal zijn er vanaf het ingaan van de afspraken einde 2019 tot het eerste half jaar van 20204 53 dossiers geregistreerd bij de politie met 17 verdachten. Van die 17 verdachten zijn de dossiers van 13 verdachten afgehandeld door de politie (inclusief inzending OM), van 4 verdachten zijn er op dit moment nog dossiers in behandeling.

In totaal zijn er 10 persoonsdossiers ingezonden naar het OM. Hiervan zijn er tot 19 november 2020 6 persoonsdossiers afgehandeld; 4 verdachten kregen een dagvaarding, 1 verdachte heeft een onvoorwaardelijk sepot gekregen en 1 verdachte is een strafbeschikking opgelegd. Van 4 verdachten moet het persoonsdossier nog beoordeeld worden.

Voor sommige afspraken kan interpretatie en analyse (van bijvoorbeeld aangifte- en meldingscijfers) te vroeg zijn omdat de werkwijze pas anderhalf jaar wordt toegepast. Ik ben daarom voorzichtig met het trekken van harde conclusies.

De stuurgroep Persveilig is gevraagd kritisch te kijken naar hun ervaringen met de toepassing van Persveilig in de praktijk en het eigen functioneren5.

De politie en het OM zien een positieve ontwikkeling in de aangiftebereidheid. Dat geldt ook voor de samenwerking met de media over veilig werken in het algemeen; de politie geeft aan veel positieve feedback te ontvangen van journalisten. Het bewustzijn van journalisten en medewerkers van politie en OM over geweld tegen journalisten en de afspraken die daaromtrent gemaakt zijn, is groeiend in de parketten en eenheden. Terugkoppeling naar het slachtoffer, onder meer over prioritering en strafbaarstelling van bepaalde feiten gaat in het algemeen goed. Binnen het OM is men zich ervan bewust hoe belangrijk en cruciaal de rol van journalisten in de samenleving is en wat er van het OM wordt verwacht.

Tegelijkertijd zijn er ook eenheden waarin op verschillende punten nog een verbeterslag gemaakt moet worden. Zo hadden journalisten niet altijd de preferente positie die in het protocol Persveilig is afgesproken, waardoor het langer duurde voordat journalisten aangifte konden doen. Ook het op de hoogte houden van de journalist over de voortgang van de aangifte door de politie en het OM blijft een aandachtspunt omdat het nog niet in alle parketten en eenheden consequent plaatsvindt. Verder valt nog winst te behalen in de registratie van zaken door officieren van justitie; want hoewel het OM een landelijke maatschappelijke classificatie heeft aangemaakt om agressie en geweldszaken tegen journalisten eenduidig te registreren, vindt het aanvinken van deze classificatie nog niet altijd in alle gevallen plaats door de betrokken officier van justitie. De politie en het OM hebben mij daarom toegezegd om in het reeds lopende verbetertraject inzake de Eenduidige Landelijke Afspraken6 expliciet aandacht te besteden aan de preferente positie van journalisten en het protocol Persveilig zodat er meer kennis, bekendheid en herkenning gegenereerd wordt bij de (lokale) politie en de officieren van justitie.

Daarnaast valt ook winst te behalen door journalisten beter te informeren over de reikwijdte en de bevoegdheden van politie en OM. Geregeld is het beeld bij de journalist die aangifte doet, dat meer gedragingen onder de werking en bescherming van het strafrecht vallen, dan dat daadwerkelijk het geval is. Zo is niet iedere heftige, onbetamelijke of nare uitlating te kwalificeren als bedreiging. In de stuurgroep Persveilig is daarom afgesproken dat bekeken wordt hoe journalisten nog beter geïnformeerd kunnen worden over wat zij wel en niet kunnen verwachten van het strafrecht en wat de reikwijdte van de bevoegdheden van politie en het OM is.

Project Persveilig

In aanvulling op het Persveilig protocol zijn preventie afspraken en maatregelen opgesteld om agressie en geweld tegen journalisten zoveel mogelijk te voorkomen. Het meldpunt bij de NVJ en het aanbod van cursussen en trainingen zijn hier de belangrijkste voorbeelden van.

Het meldpunt dient ter versterking van de kennisbasis over bedreiging van journalisten en als voorportaal voor aangiften. De leden van de stuurgroep geven aan dat de beroepsgroep het meldpunt steeds beter weet te vinden en dat de naamsbekendheid groeit. Dat zorgt mede voor een groeiend aantal meldingen. Het is wel zaak het meldpunt blijvend onder de aandacht te brengen, om zo het meldpunt nog meer te verankeren in de standaardwerkwijze bij bedreigingen, zeker omdat veel zaken vaak intern bij organisaties worden afgehandeld (overigens vaak op adequate wijze) of omdat de waan van de dag afleidt van het doen van een melding door een journalist. Alleen als zo veel mogelijk journalisten of hun werkgevers/opdrachtgevers melding maken van dreigende situaties, ontstaat een goed beeld van de aard en omvang van de dreigingen.

Vanuit de stuurgroep Persveilig zijn een tweetal maatregelen voorgesteld om de werking en toepassing van het meldpunt te verbeteren. De eerste maatregel betreft het vergroten van de bewustwording bij de beroepsgroep dat zij er bij een bedreiging niet alleen voor staan en niet alles zelf hoeven op te lossen. Het doen van een melding is betrekkelijk eenvoudig, en het is van belang aan te geven dat de werkgever hierbij kan helpen. Ook het terugkoppelen na een melding en/of aangifte aan het slachtoffer is van belang. Het tweede voorstel betreft het bevorderen van een heldere communicatie van de journalist naar de lokale medewerkers van politie en OM, zodat snel beoordeeld kan worden dat sprake is van een journalist – dit is gezien de diversiteit van de beroepsgroep vooraf niet altijd helder – en de regels van het protocol van toepassing zijn. Beide maatregelen zullen door de stuurgroep Persveilig worden opgepakt.

De trainingen en cursussen die door Persveilig7 worden aangeboden hebben een preventief doel en effect in het omgaan met bedreigingen, dan wel het vooruitlopen op mogelijk dreigende situaties. De NVJ geeft aan dat de trainingen en opleidingen goed worden afgenomen en dat de urgentie ervan door werkgevers wordt onderkend.

Tot slot kan nog gemeld worden dat de politie onlangs, in aansluiting op het protocol Persveilig, een handelingskader voor de eigen organisatie heeft vastgesteld waarin de handelwijze beschreven staat van de politie in geval een journalist voorafgaand aan een reportage, demonstratie of evenement om advies vraagt over veilig werken ter plaatse.

Motie veiligheid freelance journalisten

De motie van het lid Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 34) verzoekt de regering onder andere samen met Persveilig en nieuwsorganisaties/uitgeverijen te onderzoeken hoe freelancejournalisten (financieel) ondersteund kunnen worden bij het nemen van benodigde voorzorgsmaatregelen en/of beveiligingsmaatregelen na bedreiging, bijvoorbeeld door het samen met betrokken partijen realiseren van een voorziening in beheer van Persveilig en hieraan een relevante bijdrage te leveren.

Mijn ambtgenoot voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en ik hebben bij Persveilig geïnventariseerd aan welke veiligheidsmaatregelen freelancejournalisten behoefte hebben. Ook is gesproken over de wijze waarop zij ondersteund kunnen worden bij het realiseren van die maatregelen, daarbij rekening houdend met het ontbreken van een werkgever die verantwoordelijk is voor het bieden van een veilige werkomgeving. Het kabinet stelt, vanwege het ontbreken van een werkgever, € 200.000 beschikbaar met een looptijd van 3 jaar om bij (risico op) dreiging, voorzieningen te kunnen aanbieden aan freelancejournalisten zodat zij veilig hun beroep kunnen uitoefenen. De voorwaarden hiervoor worden momenteel uitgewerkt in samenspraak met de stuurgroep Persveilig. Daarbij spoort het kabinet de sector aan om ook zelf, vanuit de eigen verantwoordelijkheid, zich hard te maken om deze freelancers te ondersteunen.

Motie meldpunt zwaardere categorie bedreigde journalisten

Tijdens het begrotingsdebat (Handelingen II 2020/21, nr. 5, item 38) van het Ministerie van JenV heeft het lid Yeşilgöz-Zegerius c.s. de regering bij motie8 verzocht om een gelijkwaardig aanspreekpunt aan het Team Bedreigde Politici te realiseren voor de zwaardere categorie bedreigde journalisten, zodat er altijd een aanspreekpunt is bij de politie voor deze mensen. Ik kan u melden dat ik in nauw overleg ben met de politie over de wijze waarop uitvoering kan worden gegeven aan deze motie, ik zal uw Kamer over de voortgang informeren.

Conclusie

Het ongehinderd functioneren van de pers is van groot belang in onze samenleving. Agressie en geweld tegen journalisten is onacceptabel, zoals ik ook naar aanleiding van de gebeurtenissen afgelopen weekend heb gezegd. Dit kan ik niet vaak genoeg benadrukken. Ik ben dan ook tevreden met de constructieve samenwerking tussen de politie, het OM, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten en het Genootschap voor Hoofdredacteuren in de stuurgroep Persveilig. Met het project Persveilig en het protocol Persveilig wordt onderstreept hoe belangrijk het is dat journalisten hun werk in veiligheid kunnen uitoefenen en dat daders van agressie en geweld tegen journalisten hard worden aangepakt.

Uit de verkenning blijkt dat het project Persveilig, en de afspraken uit het protocol Persveilig over het algemeen goed worden toegepast in de praktijk. Het belangrijkste aandachtspunt is het vergroten van de kennis en bewustwording van dit beleid bij de politie, het OM en bij de beroepsgroep zelf. En ook blijvend aandacht houden voor dit thema blijft van belang. De afspraken gelden nog niet zo lang, sinds oktober 2019. Uit diverse evaluatie van de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA, die gelden voor agressie en geweldsdelicten tegen werknemers met een publieke taak), blijkt dat nieuwe werkwijzen tijd kosten om in te dalen in alle gelederen van de organisaties en dat het noodzakelijk is om de aandacht vast te houden. Die tijd moet dan ook gegund worden en binnen de stuurgroep Persveilig, de politie en het OM is hier ook terechte aandacht voor. Concluderend kan ik daarom stellen dat het functioneren van het protocol Persveilig naar verwachting is. Via de stuurgroep Persveilig, waarin ook politie en OM deelnemen wordt een vinger aan de pols gehouden met betrekking tot de naleving van de afspraken uit het protocol Persveilig en wordt daar waar nodig bijgestuurd. Mijn ambtgenoot voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en ik worden via de stuurgroepleden Persveilig geïnformeerd over de voortgang en de ontwikkelingen van het bestaande beleid.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 34.

X Noot
2

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 84.

X Noot
4

Gegevens over de tweede helft van 2020 zijn nog niet beschikbaar.

X Noot
5

De stuurgroep Persveilig bestaat uit vertegenwoordigers van het Genootschap van Hoofdredacteuren, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de politie en het Openbaar Ministerie.

X Noot
6

Kamerstuk 28 684, nr. 596.

X Noot
7

PersVeilig biedt de training Omgaan met Agressie aan. Deze training van een dag leert journalisten om zich beter voor te bereiden op situaties waarbij intimidatie en/of bedreiging mogelijk zijn en om te de-escaleren als zij agressief worden benaderd. Tevens is op de website van PersVeilig per november 2020 een e-learning te volgen over online-dreigingen, zie de homepage persveilig.nl.

X Noot
8

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 84

Naar boven