Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2020
In het wetgevingsoverleg van 29 juni jl. over het Jaarverslag en Slotwet 2019 Financiën
en Nationale Schuld (Kamerstuk 35 470 IX, nr. 9) heb ik toegezegd in het vierde kwartaal een kabinetsappreciatie te geven bij het
reeds gepubliceerde onderzoeksrapport Inventarisatie financiële functie van de Auditdienst Rijk (ADR).
In dit onderzoeksrapport heeft de ADR een uitgebreide, kwalitatieve beschrijving voltooid
van directies Financieel-Economische Zaken (FEZ) van de ministeries, die samen een
belangrijk deel van de financiële functie van de rijksoverheid vormen. Door het houden
van enquêtes en interviews heeft de ADR een gedegen overzicht gegeven van de inrichting
van de financiële functie, welk besturingsmodel wordt gehanteerd, hoe de loopbaanmogelijkheden
en mobiliteit worden ervaren. Het rapport geeft een beeld van de omvang en wijze van
inrichting van de financiële functie.
Ik onderschrijf de notie dat voldaan moet worden aan de minimale eisen vastgelegd
in de regelgeving waaronder de Comptabiliteitswet en het Besluit FEZ bij het Rijk.
Uniformiteit voor wat betreft inrichting van de financiële functie is geen doel op
zich. Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van de financiële functie na te streven,
vragen wij «uniform waar mogelijk en maatwerk waar nodig». De keuze voor het besturingsmodel
is en blijft afhankelijk van de inrichting, de omvang en de taken van een ministerie.
Zo verschilt bij ministeries de manier waarop de interne planning- en control cyclus
is vormgegeven, en sluit ik me aan bij de opmerking dat verregaande harmonisatie qua
inrichting van de financiële functie ongewenst is en daarom geen doel is. Tegelijkertijd
is harmonisatie en uniformiteit gewenst voor de externe begrotingscyclus en de vastlegging
van gegevens om zo efficiënte samenwerking, gegevensuitwisseling en digitalisering
mogelijk te maken.
Een onafhankelijke, goed uitgeruste en sterke controlfunctie is cruciaal voor het
functioneren van de individuele ministeries en het Rijk als geheel.
De bevindingen met betrekking tot de loopbaanmogelijkheden en mobiliteit herken ik.
De medewerkers zijn immers de spil van de financiële functie. Vanuit het Ministerie
van Financiën wordt actief ingezet op het aanbieden van opleidingen voor de financiële
functie via onder meer de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering
(RAFEB). Daarnaast speelt het Financial Traineeship al 15 jaar een belangrijke rol
bij de instroom van nieuwe getalenteerde medewerkers. Zo zijn in 2020 voor het eerst
twee lichtingen financieel trainees geworven om te voldoen aan de behoefte aan instroom
van nieuwe medewerkers. De potentie van meer en beter gebruik van IT in de financiële
functie is en blijft groot, daarom is de RAFEB gestart met het verzorgen van opleidingen
op het terrein van data-analyse en wordt hier door verschillende organisaties op geïnvesteerd.
De reflectie van de ADR helpt ons kortom bij de ontwikkeling van de financiële functie
van het Rijk.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra