Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 570 III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2021

Ontvangen 15 september 2020

Nr. 1 VOORSTEL VAN WET

Vergaderjaar 2020–2021

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) voor het jaar 2021 wordt vastgesteld.

Artikel 2 

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2021 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) voor het jaar 2021 wordt vastgesteld.

Artikel 4

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2021 wordt vastgesteld.

Artikel 5

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken

Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)

Art.no.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

  
  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

76.988

76.988

4.433

     
 

Beleidsartikel

   

1

Eenheid van het algemeen regeringsbeleid

76.988

76.988

4.433

Vastgestelde begrotingsstaat inzake het agentschap voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)

Naam

Baten

Lasten

Saldo baten en lasten

Baten-lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie

93.012

93.012

0

    

Naam

 

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Baten-lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie

 

Vastgestelde begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)

Art.no.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

  
  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

2.653

2.653

2.653

     

1

Kabinet van de Koning

2.653

2.653

2.653

Vastgestelde begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voor het jaar 2021 (IIIC) (bedragen x € 1.000)

Art.no.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

  
  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

2.446

2.446

0

     

1

Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

2.446

2.446

0

Naar boven