35 570 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2021

Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2021

Bij deze informeer ik u dat Hare Koninklijke Hoogheid prinses Amalia mij heeft medegedeeld dat zij tot het einde van haar studie het inkomensbestanddeel (de a-component) van haar wettelijke uitkering als vermoedelijke opvolger van de Koning op grond van artikel 1, tweede lid van de Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis, terug zal storten. De onkostenvergoeding (de b-component) zal zij tevens terug storten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie als Prinses van Oranje. Ik verwijs u naar bijgevoegde correspondentie1.

De budgettaire verwerking van de terugstorting, die ten goede komt aan de algemene middelen, zal plaatsvinden in hoofdstuk I Begroting van de Koning 2022, die in september bij het parlement zal worden ingediend.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven