35 570 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021

35 570 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2021

34 568 Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds

C1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2020

Hierbij zend ik u als bijlage een afschrift van de brief die ik aan de Tweede Kamer zond op 7 december 2020 inzake de herziening van de financiële verhoudingen2.

In deze bijgaande brief beschrijf ik – mede namens de Staatssecretaris van Financiën als medefondsbeheerder – het vervolgproces van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds. Ook ga ik in op de trajecten die ik samen met de provincies heb ingezet inzake de financiële verhoudingen, namelijk de herijking van het provinciefonds en de herziening van het provinciaal belastinggebied.

In het traject herijking van het provinciefonds lopen de vragen uit een tweetal toezeggingen aan uw Kamer mee. Het betreft toezegging T02425 inzake het overleg met IPO en nader bezien van de problematiek inzake Zeeland met betrekking tot het provinciefonds. Daarnaast toezegging T02426 om te kijken naar de inkomsten uit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Over de voortgang van dit traject zal ik u informeren aan de hand van concrete voorstellen. Het streven is om met ingang van 1 januari 2023 een nieuw verdeelmodel voor het provinciefonds te realiseren. Besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Letter C heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 570 B.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven