35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2021

In IJmuiden wordt de grootste zeesluis ter wereld gebouwd. De bouw van dit imposante project nadert de eindfase. Ik ben verheugd u te kunnen melden dat de nieuwe zeesluis in januari 2022 naar verwachting in gebruik wordt genomen, afhankelijk van het verloop van de testperiode dit najaar. In deze periode vinden testen plaats om de sluis operationeel in gebruik te kunnen nemen. De nieuwe, grotere zeesluis zorgt er voor dat grote schepen ook bij laag water vlot en veilig het sluizencomplex IJmuiden kunnen passeren. De nieuwe zeesluis is daarmee van groot belang voor nationaal en internationaal goederentransport. Het gevolg van de enorme afmetingen van de nieuwe zeesluis (lengte: 500 meter lang, breedte: 70 meter, diepte: 18 meter) is dat er per schutting circa twee keer zoveel zoutwater het Noordzeekanaalgebied binnenkomt ten opzichte van de huidige Noordersluis en hierdoor de verzilting toeneemt.

De extra verzilting is onwenselijk voor de innamepunten voor drinkwater en de landbouw. Daarom is besloten tot de invoering van een damwand voor het gemaal IJmuiden met een opening aan de onderzijde, waarmee het zoute water dat via de sluis binnen komt selectief aan het Noordzeekanaal wordt onttrokken, de zogenaamde selectieve onttrekking. Daarmee wordt voldaan aan de gestelde eisen die zijn gesteld ten aanzien van de maximaal toegestane hoeveelheid verzilting (de PIP/MER uit 2014). De methode van selectieve onttrekking wordt ook toegepast bij het gemaal De Helsdeur in Den Helder waar deze methode goed werkt. Uit onderzoek van RWS en externe partijen is aangetoond dat dit de enige oplossing is waarmee voorkomen wordt dat de verzilting in het gebied toeneemt. De methodiek is dus weliswaar niet nieuw, maar net zoals bij de nieuwe zeesluis het geval is, is er sprake van een imposant bouwwerk dat nog nooit eerder op deze schaalgrootte gerealiseerd is. Daarmee is er ook hier sprake van een uniek waterbouwkundig project.

In de MIRT brief van 9 juni jl. heb ik u reeds geïnformeerd over onder andere de complexiteit van de constructie, gevoeligheid van de ondergrond en dat de aanbesteding in de afrondende fase zit (Kamerstuk 35 570 A, nr. 62). Om de selectieve onttrekking te kunnen realiseren is uit de overleggen met de marktpartijen en de door RWS beoordeelde inschrijvingen tijdens de aanbestedingsprocedure gebleken dat er aanvullend budget nodig is van € 67 mln. Dit omdat het project complexer (groter en dieper) is dan werd voorzien, er meer tijd nodig is voor de uitvoering en er extra beheersmaatregelen getroffen moeten worden, zoals een trillingsarme bouwmethode. Om de verzilting tegen te gaan en de periode tussen de openstelling van de nieuwe zeesluis begin 2022 en ingebruikname van de selectieve onttrekking niet verder op te laten lopen stel ik € 67 mln. extra budget beschikbaar. Omdat binnen de budgetten van vaarwegen geen ruimte is wordt dit beschikbaar gesteld uit de investeringsruimte van het Mobiliteitsfonds. De selectieve onttrekking kan hierdoor naar verwachting eind 2024 in gebruik worden genomen. Zoals reeds gemeld zal in de tussenliggende periode de verzilting, afhankelijk van het zoutgehalte in het Noordzeekanaal en het scheepsaanbod, worden gemitigeerd met tijdelijke oplossingen, zoals het langer in gebruik houden van de huidige Noordersluis. Verder is Rijkswaterstaat met de regionale partijen in gesprek over mogelijke andere operationele maatregelen om er voor te zorgen dat de scheepvaart zo min mogelijk hinder ondervindt zolang de nieuwe zeesluis nog niet maximaal benut kan worden.

Hoogachtend,

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven