35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021

Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2021

Voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Water en Wadden van 1 december 2020 heb ik u geïnformeerd over de voortgang en ontwikkelingen bij de versterking en vernieuwing van de Afsluitdijk1 en over de noodzaak om enkele ontwerpen en de planning aan te passen. Tijdens dat overleg heb ik toegezegd uw Kamer dit voorjaar nader te informeren over de voortgang. Met deze brief geef ik daar invulling aan. Voor de nieuwe leden van uw Kamer start ik deze brief met een korte toelichting op het project.

Algemeen

De Afsluitdijk is aan vernieuwing toe. Hij voldoet niet aan de huidige wettelijke normen voor waterveiligheid. Ook moet er meer water worden afgevoerd om het peil in het IJsselmeer te kunnen handhaven. Daarom werkt Rijkswaterstaat, samen met regionale partners aan de versterking en vernieuwing van de Afsluitdijk. Het werk is op dit moment volop in uitvoering.

Na de start van de uitvoering van het project is in 2019 gebleken dat ontwerpen van de spuisluizen moesten worden aangepast. Als gevolg daarvan is vertraging ontstaan in ontwerp en bouw van die deelprojecten. Oorzaak hiervan is een noodzakelijke aanpassing door Rijkswaterstaat van de zgn. «hydraulische randvoorwaarden» aan de IJsselmeerzijde. De hydraulische randvoorwaarden beschrijven de ontwerprandvoorwaarden (waterstanden, golfhoogtes en golfperiodes) ten behoeve van het ontwerp. Diverse ontwerpen zijn herzien en opnieuw ingepast in de planning. De overige deelprojecten, zoals de versterking van het dijklichaam en de bouw van twee gemalen en van twee keersluizen, zullen naar verwachting deels in 2022 en deels in 2023 gereed zijn. Het huidige beeld is dat de eindoplevering van het gehele project in 2025 zal plaatsvinden, meer specifiek start dan de onderhoudsfase van het project. Als gevolg van de vertraging en de herziene ontwerpen zal ook het projectbudget moeten worden aangevuld vanuit het Deltafonds, zoals ook toegelicht in mijn eerdergenoemde brief aan uw Kamer.

Financiële consequenties

Rijkswaterstaat en de opdrachtnemer hebben tot op heden afspraken gemaakt over de vergoeding van een deel van de kosten door extra werkzaamheden. Tevens heeft Rijkswaterstaat de hoogte van de risicoreservering binnen het projectbudget herijkt en de eigen projectorganisatie versterkt. Als gevolg hiervan zal het taakstellend budget van het project bij Voorjaarsnota worden opgehoogd met een bedrag van in totaal € 120 mln.

Voor het overige deel van de extra kosten geldt dat de inzichten tussen Rijkswaterstaat en de opdrachtnemer op dit moment nog teveel uiteen liggen om tot financiële afspraken te kunnen komen. Rijkswaterstaat en de opdrachtnemer bekijken nader over welk deel overeenstemming kan worden bereikt. Tegelijkertijd is afgesproken te starten met een geschillenprocedure en met het benoemen van een Commissie van Deskundigen. Deze Commissie van Deskundigen zal een advies uitbrengen over de hoogte en de verdeling van het deel van de extra kosten waar nog geen overeenstemming over is bereikt. Op dit moment is dus nog niet te zeggen wat het uiteindelijk extra benodigde budget voor het project Afsluitdijk zal zijn. Wanneer dat wel mogelijk is zal ik uw Kamer hier nader over informeren, waarbij wordt opgemerkt dat op basis van ervaringen met eerdere soortgelijke trajecten rekening dient te worden gehouden met een doorlooptijd van meer dan een jaar voordat er definitieve afspraken gemaakt kunnen worden.

Fietsen en wandelen op de Afsluitdijk

Tijdens het Wetgevingsoverleg Water en Wadden van december jl. heeft uw Kamer mij gevraagd om te verkennen wat er mogelijk is om fietsers en wandelaars tijdens de werkzaamheden over de gehele Afsluitdijk te laten gaan2. Voorlopig is de situatie ongewijzigd. De werkzaamheden laten veilig fietsen en wandelen niet toe. In verband daarmee is een gratis fietsbus beschikbaar. Zodra dat veilig mogelijk is zal het fietspad, net als in 2019, een aantal weekenden per jaar worden opengesteld. Dat zal in ieder geval in 2024 en 2025 mogelijk zijn, nadat de versterkingswerkzaamheden aan de dijk en de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de nieuwe spuisluizen grotendeels zijn afgerond. Ik heb Rijkswaterstaat gevraagd om met de opdrachtnemer te verkennen of er nog meer mogelijkheden zijn om veilig fietsen en wandelen over de Afsluitdijk mogelijk te maken. Hierbij wordt met name gekeken naar mogelijkheden voor 2023, aangezien ook in de oorspronkelijke planning reeds voorzien was dat het fietspad tot en met 2022 niet beschikbaar zou zijn. Op dit moment kan nog geen uitsluitsel gegeven worden over aanvullende mogelijkheden, omdat daarvoor eerst de planning van de werkzaamheden vanaf 2023 meer in detail moet worden uitgewerkt. Ik verwacht u hier komend jaar nader over te kunnen informeren.

Monument De Vlieter

Ten slotte wil ik u met deze brief informeren over de renovatie van het monument op de Afsluitdijk. Op het punt waar de Afsluitdijk in 1932 werd gesloten ligt het monument «De Vlieter» van architect Dudok. Dit is een beschermd rijksmonument. De lunchroom en de toren zijn momenteel in slechte staat en dienen te worden gerenoveerd. Hierbij zal het gebouw worden uitgebreid met onder andere een informatieruimte en nieuwe ruimte voor horeca en sanitair. Voor de renovatie is een bedrag van in totaal € 4,7 mln. beschikbaar. Het Waddenfonds heeft een subsidie beschikbaar gesteld aan de gemeente Hollands Kroon en provincie Noord-Holland als bijdrage in de uitbreiding en renovatie van het Monument. Deze bijdrage betreft een bedrag van in totaal € 1,0 mln. De overige € 3,7 mln. wordt bekostigd uit het Deltafonds. Rijkswaterstaat heeft met provincie en gemeente afspraken gemaakt over de renovatie, het beheer en het onderhoud van het Monument, waarbij ook de buitenruimte van het Monument zal worden heringericht. Het iconische karakter en de esthetische waarde van de Afsluitdijk worden hierdoor versterkt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
2

Kamerstuk 35 570 XII, nr. 91.

Naar boven