35 552 (R2148) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188) (uitvoering verordening identiteitskaarten)

D BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2021

Op 13 juli 2021 behandelde uw Kamer de wijziging van de Paspoortwet1 die de implementatie van de verordening identiteitskaarten2 regelt (hierna: verordening).

Tijdens het debat was er aandacht voor etnisch profileren. Specifiek waren er zorgen dat de keuze om vingerafdrukken uit te lezen niet op etnische basis gemaakt mag worden. Ik heb toegezegd bij de introductie van het nieuwe document aandacht te besteden aan de onwenselijkheid van etnisch profileren bij het controleren van de vingerafdrukken op de identiteitskaart.

Momenteel zijn, naast de uitgevende instanties, alleen de Nederlandse grensautoriteiten gemachtigd de vingerafdrukken uit de chip uit te lezen. Dit zijn de Koninklijke Marechaussee en de Dienst Zeehavenpolitie.

Met deze brief informeer ik u dat ik deze toezegging gestand heb gedaan door de grensautoriteiten per brief te wijzen op deze wens van uw Kamer en overweging 19 uit de verordening3, waarin staat dat primair de gezichtsopname gebruikt moet worden voor verificatie van zowel de identiteit van de houder als de authenticiteit van het document. Slechts indien het nodig is voor het «zonder enige twijfel bevestigen» van de authenticiteit van het document en de identiteit van de houder, moeten de vingerafdrukken worden geverifieerd, aldus de overweging bij de verordening. Ik teken hierbij aan dat, hoewel de verordening dit niet expliciet bepaalt, etnisch profileren bij het uitlezen van vingerafdrukken geen rol mag spelen. Het gebruik is alleen toegestaan op basis van de objectieve grond dat uit de gezichtsopnameverificatie twijfel rijst over de identiteit van de houder dan wel authenticiteit van het document.

De Koninklijke Marechaussee werkt momenteel aan het in de praktijk brengen van het uitlezen van vingerafdrukken. De Koninklijke Marechaussee en de Dienst Zeehavenpolitie hebben aangegeven dat zij deze alleen zullen uitlezen bij twijfel over de gezichtsopname, zoals hierboven omschreven.

Overigens is het College voor de rechten van de mens momenteel bezig met het opstellen van een juridisch toetsingskader voor het gebruik van etniciteit in risicoprofielen. Dit kader wordt begin december verwacht. De Minister van BZK zal de Tweede Kamer informeren over dit kader en dit vergezellen van een standpunt van het kabinet met betrekking tot etnisch profileren.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstukken 35 552 (R2148), Stb. 2021, 351.

X Noot
2

Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188).

X Noot
3

Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188).

Naar boven