35 551 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 26 januari 2021

Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over het wetsvoorstel houdende de wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Wij danken de leden van de VVD-fractie, CDA-fractie, de SGP-fractie en de GroenLinks-fractie voor hun inbreng en gaan graag in op de door hen in het verslag gestelde vragen.

Voor de beantwoording wordt de volgorde van het verslag aangehouden. De vragen en opmerkingen uit het verslag zijn in deze nota integraal opgenomen in cursieve tekst en de beantwoording daarvan in gewone typografie.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgnomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Graag willen zij de regering een aantal vragen voorleggen.

Allereerst merken zij op dat het, gelet op de toenemende digitalisering van de samenleving, begrijpelijk is dat die ontwikkeling ook gevolgen heeft voor de informatiestromen die nodig zijn in het kader van de Wet op de lijkbezorging en de Wet toepassing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Het gaat om de mogelijkheid om deze informatie papierloos te laten verlopen, vooralsnog is het geen verplichting. Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid dat op termijn de Minister van VWS kan bepalen dat de verzending van de informatie wel digitaal moet plaatsvinden (ministeriële regeling). Het gaat hier immers om beroepsorganisaties, geen burgers.

1.

Als besloten wordt de digitale weg te verplichten, geldt die verplichting dan voor alle in het wetsvoorstel genoemde informatiestromen tegelijk (de mededeling van de arts aan de gemeentelijke lijkschouwer; de verslagen van de gemeentelijke lijkschouwer aan de Regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE); het doorgeven van de doodsoorzaakgegevens aan het CBS)?

2.

Dus voor de hele keten op hetzelfde moment?

Nee. De opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek betreft gegevens die ingevolge de Wet op de Lijkbezorging (Wlb) uitsluitend bestemd zijn voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze informatiestroom houdt dan ook geen verband met het doen van mededelingen aan de gemeentelijke lijkschouwer en het verzenden van verslagen aan de Regionale toetsingscommissie euthanasie (RTE) in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding (Wtl). De elektronische opgave van de doodsoorzaak aan het CBS en de elektronische verzending van de hiervoor genoemde gegevens in het kader van de Wtl kunnen daarom afzonderlijk van elkaar worden verplicht.

Wat betreft de twee informatiestromen in het kader van de Wtl – het doen van de mededeling aan de gemeentelijke lijkschouwer en het verzenden van beredeneerde verslagen aan de RTE – acht de regering het niet goed denkbaar om de elektronische weg voor slechts één van deze informatiestromen verplicht te stellen, aangezien de mededeling bij het aan de RTE te verzenden verslag dient te worden gevoegd en daarmee dus één geheel vormt. Een eventuele verplichting zal dan ook betrekking hebben op zowel het doen van de mededeling als het verzenden van het verslag.

3.

Wanneer wordt daartoe besloten?

4.

In welke situatie?

Op grond van de Wlb is de arts verplicht opgave te doen van de doodsoorzaak. Daarnaast verplicht de Wlb de arts om in geval van toepassing van de Wtl, in bepaalde gevallen melding te doen aan de gemeentelijke lijkschouwer en de gemeentelijke lijkschouwer dient op zijn beurt in bepaalde gevallen verslag uit te brengen aan de RTE. Gelet hierop stelt de regering voorop dat te allen tijde gewaarborgd moet zijn dat aan deze wettelijke verplichtingen kan worden voldaan. Dit betekent enerzijds dat het CBS, de gemeentelijke lijkschouwer en de RTE deze gegevens moeten kunnen ontvangen en verwerken en anderzijds dat de professionals op wie de wettelijke verplichting rust om die gegevens te verzenden ook in staat zijn om de daarvoor openstaande wegen te gebruiken. Een verplichting om uitsluitend de elektronische weg te bewandelen mag daaraan dan ook niet in de weg staan. Dit uitgangspunt brengt met zich dat niet zal kunnen worden overgegaan tot het opleggen van een verplichting om gegevens elektronisch te verzenden als de betrokken professionals daar niet voldoende op zijn voorbereid en niet voldoende in staat zijn om tot elektronische verzending over te gaan. Dit betekent niet alleen dat de digitale systemen moeten zijn ingericht en goed moeten werken, maar ook dat de professionals hun werkproces hierop voldoende moeten hebben ingericht. Het overgaan tot verplichting van digitale aanlevering van meldingen en verslagen in het kader van de Wtl kan ook alleen geschieden indien de aan te leveren bestanden, zoals bijlagen bij de euthanasieverslagen, gemakkelijk digitaal zijn aan te leveren. De mogelijkheid om de digitale verzending te kunnen verplichten dient ertoe om werkprocessen die gepaard gaan met het openhouden van de papieren weg te kunnen beëindigen – en daarmee overbodig werk te voorkomen – zodra het gebruik van de elektronische weg staande praktijk is.

5.

Als de verschillende partijen in de keten digitale systemen hebben ingericht en die systemen goed werken, wat gebeurt er dan met mogelijkheid die de Minister heeft om de digitale weg te verplichten?

6.

Worden de daarop betrekking hebbende bepalingen dan geschrapt?

Als de elektronische opgave van de doodsoorzaak verplicht wordt gesteld of het elektronisch doen van mededelingen aan de gemeentelijke lijkschouwer en het elektronisch verzenden van verslagen aan de RTE, betekent dat dat bij ministeriële regeling zal worden bepaald dat voor dit berichtenverkeer de elektronische weg moet worden gebruikt die daarvoor door het CBS of de gemeentelijke lijkschouwer dan wel de RTE is opengesteld. Een dergelijke plicht, waarbij wordt afgeweken van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan worden opgelegd bij of krachtens bijzonder wettelijk voorschrift, waaronder een ministeriële regeling. Het wetsvoorstel bepaalt expliciet dat elektronische verzending kan worden opgelegd in afwijking van de artikelleden waarin is bepaald dat de elektronische weg «kan» worden gebruikt (artikelen 7, vijfde lid, 10, vijfde lid en 12a, zevende lid). Als een verplichting wordt opgelegd hoeven dan ook geen bepalingen te worden geschrapt.

In de memorie van toelichting staat dat het voor de hand ligt dat de betrokken partijen afspraken maken voor een goede afwikkeling van het digitale berichtenverkeer en de aansluiting op elkaars systemen. Het Ministerie van VWS is hierbij betrokken.

7.

Hoever gaat die betrokkenheid? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de hier gestelde vragen.

Het is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen om hun systemen zo in te richten dat deze voor de professionals die hun gegevens aanleveren bruikbaar zijn en dus dat deze op elkaar aansluiten. Het Ministerie van VWS ondersteunt dit door onderzoek te financieren naar het elektronisch aanleveren van euthanasiemeldingen door de gemeentelijke lijkschouwer aan de secretariaten van de RTE’s. Dit onderzoek richt zich onder andere op een werkend koppelvlak tussen de applicatie van de GGD-en en het te ontwikkelen zaaksysteem voor de secretariaten van de RTE’s.

8.

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie of bij het voorbereiden van deze wetswijziging onderzocht is of de beschreven digitale systemen en informatie-stromen gehackt kunnen worden en/of vatbaar zijn voor datalekken? Hoe is de digitale informatieveiligheid van dit voorstel gewaarborgd?

Met het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid gecreëerd tot het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch doen van mededelingen en verzenden van verslagen in het kader van de Wtl. De gemeentelijke lijkschouwer, de RTE en het CBS wijzen daarvoor een voldoende betrouwbare en vertrouwelijke wijze van elektronische verzending aan. Het is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen om de veiligheid van de digitale systemen en de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van de elektronische verzending te waarborgen, conform bestaande wet- en regelgeving, waaronder de (U)AVG voor zover de bestanden gegevens van levende personen omvatten en de eisen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) voor zover het handelingen van bestuursorganen betreft. De BIO is daarmee van toepassing op de RTE, het CBS en de GGD-en waar de gemeentelijke lijkschouwer in de regel in dienst is. Dit is ook één van de redenen dat er zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande systemen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in verband met het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak ten behoeve van de statistiek en het elektronisch verzenden van verslagen in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Deze leden hebben over het wetsvoorstel een aantal vragen.

De regering motiveert het voorliggende wetsvoorstel in beide gevallen vanuit het perspectief van de instantie die gegevens ontvangt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wil de elektronische weg openen voor het doen van de opgave van de doodsoorzaak. De Regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE) hebben aangegeven de verslagen van gemeentelijke lijkschouwers in het kader van de Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding (Wtl) elektronisch te willen ontvangen en verwerken. Deze leden constateren dat het gebruik van de elektronische weg zowel verzender als ontvanger aangaat.

9.

Deze leden vragen de regering daarom nader in te gaan op de vraag, in hoeverre degenen die gegevens moeten aanleveren in staat en bereid zijn gebruik te maken van de elektronische weg.

Artsen die deelnemen aan de proefprojecten in het kader van het elektronisch doen van de opgave van de doodsoorzaak, geven aan dat de elektronische weg een snelle, veilige en efficiënte manier vormt voor het verzenden van het doodsoorzakenformulier. Er is in het veld veel bereidheid en enthousiasme om gebruik te maken van de elektronische weg. Voor de artsen bij wie de elektronische weg niet aansluit bij hun praktijk voor het opgeven van de doodsoorzaak, blijft de huidige reguliere weg voorlopig bestaan.

Voor het digitaal aanleveren van bestanden in het kader van euthanasiemeldingen door artsen aan de gemeentelijke lijkschouwers, is vanuit het veld aangegeven dat sommige bijlagen lastig te digitaliseren zijn of dat het digitaliseren nog de nodige inspanningen vergt. In deze situaties is het voorstelbaar dat de artsen gebruik blijven maken van de huidige reguliere werkwijze (schriftelijke weg), die immers nog open blijft. De GGD-GHOR stelt daarnaast dat, om goed van de digitale route gebruik te kunnen maken bij aanlevering van de bestanden aan de RTE, er een goed werkende aansluiting moet zijn tussen de systemen van de GGD-en (waar gemeentelijke lijkschouwers vaak onderdeel van zijn) en de RTE.

Het wetsvoorstel bevat een bepaling op grond waarvan het mogelijk wordt om de elektronische verzending van de verslagen op termijn te kunnen verplichten. De regering tekent daarbij aan, dat aandacht worden geschonken aan de haalbaarheid en noodzakelijkheid hiervan in de verschillende situaties waar deze wet op van toepassing is.

10.

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de Kamer wordt betrokken bij de beoordeling van haalbaarheid en noodzakelijkheid, nu wordt voorgesteld de verplichting op te leggen bij ministeriële regeling.

Indien een verplichting in het leven wordt geroepen, zal de Tweede Kamer daarover schriftelijk worden geïnformeerd. Daarover kan dan via de gebruikelijke parlementaire kanalen van gedachten worden gewisseld.

De regering meldt, dat de RTE met gemeentelijke lijkschouwers en GGD’s in gesprek zijn over het efficiënter organiseren van de informatiestromen. «Digitalisering behoort tot de mogelijkheden», zo lezen de leden van de CDA-fractie.

11.

Deze leden vragen de regering deze volzin nader toe te lichten.

Met deze passage wordt bedoeld dat de huidige wetgeving geen beletselen kent voor artsen om elektronisch melding te doen bij de gemeentelijke lijkschouwers, en evenmin voor de gemeentelijke lijkschouwers om elektronisch verslagen te verzenden aan de RTE. Daarbij geldt ingevolge de Awb voor het berichtenverkeer naar bestuursorganen dat het berichtenverkeer veilig en betrouwbaar dient te zijn.

De regering constateert dat er «moeilijk te digitaliseren bestanden zoals de bijlagen bij het beredeneerd verslag» zijn.

12.

Hoe verhoudt die constatering zich tot de eventuele verplichting tot elektronische verzending, waarvoor het voorliggende wetsvoorstel de grondslag schept, zo vragen deze leden.

Zolang het voor de professionals op wie de verplichting rust om de gegevens aan te leveren (behandelend artsen of gemeentelijke lijkschouwers) niet mogelijk is om de benodigde bestanden te digitaliseren, wordt de elektronische weg niet verplicht gesteld.

De regering meldt dat de concernondersteuning van VWS in 2018 van start is gegaan met de vernieuwing van de informatievoorziening voor de RTE.

13.

Wat is de stand van zaken, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De vernieuwing van de informatievoorziening van de RTE is in voorbereiding en het onderzoek naar de digitale aanlevering van meldingen is inmiddels van start gegaan. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in 2021 worden geëvalueerd.

De regering meldt, dat het CBS samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een aantal proefprojecten in gang heeft gezet om te verkennen welke digitale oplossingen mogelijk zijn voor het aanleveren van doodsoorzaakgegevens.

14.

Op welke wijze worden deze proefprojecten geëvalueerd, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

De proefprojecten worden op drie manieren geëvalueerd. Allereerst voert het CBS regelmatig evaluatiegesprekken met deelnemende artsen. Op basis van deze gesprekken worden functionaliteiten van het elektronisch formulier waar nodig aangepast. Op deze manier sluit het formulier nog beter aan bij de praktijk van de artsen. Ten tweede maakt het CBS een vergelijking tussen de informatie die wordt ontvangen via de elektronische weg in de proefprojecten en de informatie die wordt ontvangen via de huidige reguliere (schriftelijke) weg. Hieruit blijkt dat de informatie die via de elektronische weg binnenkomt doorgaans completer en kwalitatief beter is en sneller wordt ontvangen. Tot slot evalueert het CBS periodiek of de elektronische weg voor het doen van opgave van de doodsoorzaak aan de gestelde veiligheidseisen voldoet.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel van wet. Deze leden onderschrijven dat het in een samenleving waarin steeds meer zaken digitaal geregeld kunnen worden ook het digitaal doorgeven van een opgave van de doodsoorzaak wenselijk is. De leden hebben over het voorstel nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat «Elektronische verzending derhalve (nog) niet verplicht gesteld [wordt].»

15.

Kan de regering aangeven wanneer zij zal overwegen om bij ministeriële regeling de elektronische weg wel uitsluitend voor te schrijven? Kan zij aangeven op basis van welke criteria zij dit op een later moment zal overwegen?

Wij verwijzen naar het antwoord op de vragen 3 en 4 van de leden van de VVD-fractie.

16.

Voorts vragen de aan het woord zijnde leden of de regering voornemens is om ook de wettelijke regelingen voor de BES-eilanden zo aan te passen dat het ook daar mogelijk wordt om digitaal opgaven van doodsoorzaken door te geven? Zo nee, waarom niet?

Regels omtrent de doodsoorzakenstatistiek op Caribisch Nederland staan in de

Wet verklaringen van overlijden BES. Vooralsnog zijn de gestarte proefprojecten gericht op Europees Nederland. De opgedane resultaten kunnen mogelijk van toegevoegde waarde zijn voor de werkwijze in Caribisch Nederland. De komende periode wordt in overleg met Bonaire, Sint Eustatius en Saba bezien of daar behoefte bestaat aan openstelling van de elektronische weg.

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij constateren dat in de huidige praktijk de schriftelijke doorgave van de doodsoorzaak leidend is en dat deze mogelijkheid om de formele wet zelf berust. In het wetsvoorstel wordt nu een grondslag gelegd om bij regeling van de Minister te kunnen verbieden dat de opgave van de doodsoorzaak schriftelijk gebeurt en dat deze uitsluitend digitaal dient te geschieden.

17.

Deze leden vragen waarom een dergelijk besluit niet uit de wet zelf zou moeten blijken dan wel ten minste bij algemene maatregel van bestuur bepaald zou moeten worden.

Ingevolge de Awb kunnen berichten elektronisch naar een bestuursorgaan worden verzonden als de elektronische weg daarvoor door het bestuursorgaan is opengesteld en vormvoorschriften daaraan niet in de weg staan. De huidige Awb regelt niet dat elektronische aanlevering verplicht is. Van de Awb kan evenwel worden afgeweken bij wettelijk voorschrift, zoals een ministeriële regeling. Wij verwijzen naar het antwoord op de vragen 3 tot en met 6.

2. Privacy-aspecten en beroepsgeheim

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de regering aangeeft dat de waarborgen voor een zorgvuldige bij het verwerken van doodsoorzakenstatistiek gewaarborgd blijft.

18.

Kan de regering in dit kader nader ingaan op de proefprojecten en daarbij aangeven welke kwetsbaarheden er tijdens de proefprojecten naar voren zijn gekomen en hoe dit, als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, in de praktijk wordt voorkomen dat de elektronische aanlevering van gegevens betrouwbaar en vertrouwelijk zal geschieden?

Uit de proefprojecten zijn geen kwetsbaarheden aan het licht gekomen. Artsen gebruiken in de proefprojecten de bestaande informatiesystemen waarin ook andere patiëntgegevens zijn geregistreerd. Zo maken huisartsen gebruik van de eigen omgeving in Zorgdomein, forensisch artsen in dienst bij de GGD (gemeentelijke lijkschouwers) maken gebruik van het systeem van de GGD, Formatus, en artsen in ziekenhuizen maken gebruik van het informatiesysteem van het ziekenhuis. Deze systemen voldoen reeds aan de bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot betrouwbare en vertrouwelijke gegevensuitwisseling. De medisch ambtenaar van het CBS die de formulieren ontvangt is een BIG-geregistreerd arts, voor wie het beroepsgeheim van kracht is. Het gaat hier dus om communicatie van arts tot arts. Bij het CBS zelf is de informatiebeveiliging ISO27001 gecertificeerd, biocompliant en wordt deze jaarlijks getoetst in het kader van de privacy audit. Daarnaast vindt er minimaal eens per jaar een pentest plaats.

3. Toetsing en handhaving

De regering stelt uit praktisch oogpunt, gelet op de thans geldende praktijk, voor om de rol van de IGJ te laten vervallen. De leden van de fractie van GroenLinks kunnen zich dit voorstellen.

19.

Kan de regering, zo vragen deze leden, aangeven hoe wordt gemonitord of bij de elektronische overdracht van de gegevens de wet goed wordt nageleefd en de overdracht conform alle waarborgen plaatsvindt?

20.

En wie is hiervoor verantwoordelijk nu de IGJ straks geen rol meer heeft?

Het bestuursorgaan dat de elektronische weg openstelt (RTE en CBS) voor het aan hem verzenden van gegevens dient de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid te waarborgen. Wij verwijzen daarvoor naar de antwoorden op vraag 7 en 8. Deze verplichting geldt ook voor de gemeentelijke lijkschouwer die de elektronische weg openstelt voor het doen van meldingen. Uiteraard strekt deze verplichting niet zover dat de gemeentelijke lijkschouwer, de RTE en het CBS ook verantwoordelijk zouden zijn voor de zaaksystemen die door de professionals worden gebruikt voor de eigen gegevensverwerking (zoals het zaaksysteem dat door artsen wordt gebruikt). Ingevolge de Awb dient het ontvangende bestuursorgaan bij verzending op een andere dan de voorgeschreven wijze, de verzender erop te wijzen dat de verschafte gegevens kunnen worden geweigerd voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid onvoldoende is gewaarborgd gelet op aard en inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt (artikel 2:15 Awb lid 3). Zij kunnen de gegevens alsdan weigeren. De IGJ speelt hierin geen rol.

4. Gevolgen voor regeldruk

21.

De leden van de CDA-fractie vragen welke functie het heeft het reductiepoten-tieel van structurele administratieve lasten op de euro nauwkeurig te schatten tussen de € 358.306 en € 896.642, als de incidentele en structurele toename van nalevingskosten niet geschat kunnen worden.

In de memorie van toelichting wordt waar mogelijk een inschatting gemaakt van de kosten en baten van het wetsvoorstel. Het reductiepotentieel van structurele administratieve lasten is in te schatten op basis van de vermindering van het aantal administratieve handelingen. De incidentele en structurele nalevingskosten kunnen nog niet goed geschat worden, omdat deze sterk afhankelijk zijn van de prijsstelling van de softwareleveranciers. De verwachting is dat deze kosten niet opwegen tegen de structurele tijdswinst door de vermindering van administratieve lasten.

5. Financiële gevolgen voor de rijksbegroting

22.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de te verwachten kosten van de te gebruiken digitale systemen. Wie neemt welke kosten voor zijn rekening?

In het algemeen geldt dat de eigenaar van de digitale systemen verantwoordelijk is voor deze systemen en dus ook de daarbij horende kosten. Dit betekent dat zorgverleners verantwoordelijk zijn voor de kosten van hun eigen systemen en aanpassingen daarvan, net als de gemeentelijk lijkschouwers en de RTE.

In het kader van het zorgvuldig verkennen van de mogelijkheden voor de elektronische opgave van de doodsoorzaak heeft het CBS de kosten gedragen voor de proefprojecten. Hiermee is de basis gelegd voor verdere opschaling. De verwachting is dat wanneer meer artsen overgaan op de elektronische weg, softwareleveranciers passende functionaliteiten inbouwen in de bestaande informatiesystemen. Daar wordt immers nu in de proefprojecten al aan gewerkt. Op basis van de ervaringen uit de proefprojecten, is de verwachting dat deze kosten voor noodzakelijke aanpassingen beperkt zijn en niet opwegen tegen gerealiseerde tijdswinst. In het kader van de aansluiting van de systemen van de gemeentelijke lijkschouwers bij de GGD en de RTE, financiert VWS het eerder genoemde onderzoek en de pilot.

6. Consultatie

De regering benadrukt, dat het de verantwoordelijkheid is van de betrokken partijen om zo nodig afspraken met elkaar te maken met het oog op een effectieve en efficiënte inrichting van het digitale berichtenverkeer, waaronder over de aansluiting op elkaars systemen.

23.

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de regering wil voorkomen dat het digitale berichtenverkeer niet effectief en niet efficiënt wordt ingericht.

Voor de euthanasiemeldingen geldt dat elektronisch berichtenverkeer effectiever en efficiënter wordt naarmate het een groter deel van de meldingen omvat en meer in de plaats komt van schriftelijke meldingen. Daarom is de inzet erop gericht alle drie de actoren in het berichtenverkeer (arts, gemeentelijke lijkschouwer en RTE) zodanig te faciliteren dat een digitale communicatie voor elke actor meerwaarde heeft, en deze een eigen belang ervaart om daaraan mee te werken. Dat lukt alleen door systemen te benutten waarmee zij vertrouwd zijn, of waarmee zij eenvoudig vertrouwd kunnen raken, en die goed op elkaar aan te laten sluiten. De eerdergenoemde pilot zal hier naar verwachting meer inzicht in bieden. Ook in de proefprojecten rondom het elektronisch opgeven van de doodsoorzaak wordt aandacht besteed aan de effectiviteit en efficiëntie van de digitale systemen.

Deze nota naar aanleiding van het verslag wordt uitgebracht mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven