Door de coronacrisis zijn vele mensen hun baan kwijtgeraakt. Veel flexwerkers, veelal
jongeren, zitten nu al sinds maart zonder werk of inkomen thuis. Het CBS laat zien
dat het aantal bijstandsuitkeringen, ten opzichte van een jaar geleden, met bijna
tweeduizend is toegenomen. En zelfs twaalfduizend meer dan december 2019. Met name
onder jongeren tot 27 jaar is het aantal bijstandsaanvragen enorm toegenomen.1
De indiener maakt zich grote zorgen over deze enorme toename van het aantal jongeren
dat nu werkloos thuis zit. Eerder was er voor deze groep jongeren een WW-uitkering
of, voor diegenen die daar geen recht op hadden, de Tijdelijke Overbruggingsregeling
voor Flexibele Arbeidskrachten (Tofa). Echter voor veel jongeren is inmiddels de WW-uitkering
afgelopen en was de Tofa eenmalig. Om die reden belanden zij nu in de bijstand.
Omdat je als jongere dolgraag aan de slag wilt of een opleiding wilt volgen, is het
van groot belang dat jongeren die nu werkloos thuis zitten geholpen worden om een
baan of scholing te krijgen. Hiermee voorkomen we dat er een verloren generatie ontstaat.
Dit amendement is bedoeld om iedere jongere die 3 maanden werkloos is door de gemeente
een aanbod tot een stage, leerwerkplek, baan of scholing te geven: de «jeugdwerkgarantie».
De jeugdwerkgarantie is een stage, leerwerkplek, baanaanbod of een academische of
praktische opleiding. De indiener ziet graag dat gemeenten ervoor zorgen dat jongeren
weer perspectief krijgen en dat alle jongeren die in de bijstand belanden ondersteuning
krijgen en indien jongeren langer dan drie maanden in de bijstand zitten een leerwerkaanbod
krijgen, waarbij een weigering geen consequenties heeft op de bijstandsuitkering.
De kosten hiervoor bedragen 150 miljoen euro en worden gedekt via de door het kabinet
aangekondigde2 350 miljoen euro voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Deze 150 miljoen euro geldt
dan ook voor de duur van de periode dat de aangekondigde aanpak van de jeugdwerkloosheid
ook geldt.