35 538 Tijdelijke bepalingen in verband met de inzet van een notificatieapplicatie bij de bestrijding van de epidemie van covid-19 en waarborgen ter voorkoming van misbruik daarvan (Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19)

25 295 Infectieziektenbestrijding

AE1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 juni 2022

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid2, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport3 en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning4 hebben kennisgenomen van de brief5 van 3 juni 2022, waarbij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het ontwerp van het Besluit houdende verlenging van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 (hierna: ontwerpbesluit) heeft aangeboden. Dit ontwerpbesluit beoogt de vervaldatum van deze wet te verschuiven van 10 juli 2022 naar 10 oktober 2022.

De aanbieding van het ontwerpbesluit geschiedt op grond van artikel II, vierde lid, van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19. Naar aanleiding van de toezending van die brief hebben de fractieleden van GroenLinks, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD en 50PLUS een verzoek aan de Minister over de opschorting van de voorhangtermijn en hebben de leden van voornoemde commissies gezamenlijk nog een vraag aan de Minister over covid-19-maatregelen.

Naar aanleiding hiervan is op 9 juni 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister heeft op 14 juni 2022 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 9 juni 2022

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (hierna: J&V), voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS), en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (hierna: BiZa/AZ) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief6 van 3 juni 2022, waarbij u het ontwerp van het Besluit houdende verlenging van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 (hierna: ontwerpbesluit) heeft aangeboden. Dit ontwerpbesluit beoogt de vervaldatum van deze wet te verschuiven van 10 juli 2022 naar 10 oktober 2022.

De aanbieding van het ontwerpbesluit geschiedt op grond van artikel II, vierde lid, van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19. De voordracht voor een krachtens het derde lid van voornoemd artikel vast te stellen besluit wordt niet eerder gedaan dan één week nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Naar aanleiding van de toezending van uw brief hebben de fractieleden van GroenLinks, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD en 50PLUS een verzoek aan u over de opschorting van de voorhangtermijn en hebben de leden van voornoemde commissies gezamenlijk nog een vraag aan u over covid-19-maatregelen.

Uw brief is besproken in een gezamenlijke vergadering van de vaste commissies voor J&V, voor VWS en voor BiZa/AZ op 7 juni 2022. Daarbij hebben de fractieleden van GroenLinks, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD en 50PLUS aangegeven nog vragen te willen stellen over het ontwerpbesluit, echter bij voorkeur tijdens het brede beleidsdebat over covid-19 op 5 juli 2022. Gelet op de voorhangtermijn van één week, verzoeken deze fractieleden u dan ook geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van het besluit totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Eerste Kamer tot een afronding is gekomen. Zij vragen u of u per ommegaande wilt aangeven of u dit verzoek wilt honoreren.

Tevens is tijdens de bespreking van uw brief de vraag gerezen, nu het wetsvoorstel Goedkeuringswet vijfde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-197 op 17 mei 2022 door de Kamer is verworpen, welke covid-19-maatregelen nog resteren – al dan niet sluimerend – waarbij bijvoorbeeld gedacht wordt aan maatregelen die op dit moment gelden of genomen kunnen worden op grond van de Europese verordening inzake het digitaal EU-COVID-certificaat8 en maatregelen die gebaseerd zijn op andere wettelijke regelingen, die destijds naast de bepalingen op grond van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in werking zijn getreden en nog gelden. De leden van de vaste commissies voor J&V, voor VWS, en voor BiZa/AZ vragen u daarom gezamenlijk of u uiterlijk vrijdag 1 juli 2022 een overzicht aan de Kamer wilt verstrekken, zodat dit desgewenst betrokken kan worden bij het brede beleidsdebat over covid-19 op 5 juli 2022.

De leden van de vaste commissies voor J&V, voor VWS, en voor BiZa/AZ zien uw reacties met belangstelling tegemoet.

M.M. de Boer Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid

T. Klip-Martin Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

B.O. Dittrich Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2022

Bij brief van 9 juni jl. heeft u mij het verzoek van de fractieleden van GroenLinks, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD en 50PLUS doen toekomen om de voorhangtermijn van het ontwerpbesluit ter verlenging van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 op te schorten. Tevens hebben de fractieleden van GroenLinks, Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD en 50PLUS aangegeven tijdens het brede beleidsdebat over covid-19 op 5 juli 2022 vragen te willen stellen over het ontwerpbesluit. Daarbij hebben deze fractieleden verzocht geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van het besluit totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Eerste Kamer tot een afronding is gekomen.

Ik kan, dankzij de bereidwilligheid van alle betrokkenen, tegemoet komen aan het verzoek van voornoemde fractieleden door de publicatie van het besluit aan te houden tot na 5 juli 2022. Aangezien de wet zonder dit verlengingsbesluit op 10 juli 2022 vervalt en de publicatie van het besluit en de logistieke organisatie daarvan enige tijd in beslag nemen wordt de benodigde voorbereiding voor publicatie van het besluit zekerheidshalve wel doorgezet. Daarmee blijft de (mogelijke) publicatie van het besluit ná 5 juli 2022 en vóór 10 juli 2022 gewaarborgd. Daarnaast breng ik voor de volledigheid graag onder uw aandacht dat het eventueel ook mogelijk is om een verlengingsbesluit in te trekken.

Uw tweede vraag, welke covid 19-maatregelen nog gelden of sluimeren vat ik zo op dat u bedoelt of er nog covid 19-maatregelen gelden of sluimeren op het terrein van de volksgezondheid zoals door het Ministerie van VWS bestreken.

Ik kan u melden dat uitsluitend de Tijdelijke wet notificatieapplicatie (d.w.z. artikel 6d Wet publieke gezondheid) en het artikel met de wettelijke grondslag voor het Europese digitale covid-certificaat (artikel 6ba Wet publieke gezondheid) nog gelden en dus zo nodig kunnen worden gebruikt.

Zoals met u gecommuniceerd, is CoronaMelder op dit moment inactief en zal het activeren daarvan (bij verlenging van de wet) altijd in overleg zijn met uw Kamer en de Tweede Kamer.

De wettelijke basis voor het Europese digitale covid-certificaat moet blijven bestaan zolang de Europese verordening geldt. Daarvoor verwijs ik u naar mijn brief van 23 mei 2022 (Kamerstukken I, 2021/22, 25 295, nr. AI), waarbij aan uw Kamer een ontwerpbesluit, met nota van toelichting, is voorgelegd tot wijziging van de vervaldatum van het aangehaalde artikel 6ba van de Wet publieke gezondheid.

Mocht ik uw tweede verzoek niet goed geïnterpreteerd hebben en mocht u het oog hebben op andere maatregelen dan die op het terrein van de volksgezondheid, dan verneem ik dat uiteraard graag van u.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

De letters AE hebben alleen betrekking op 35 538.

X Noot
2

Samenstelling:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
3

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Klip-Martin (VVD) (voorzitter), Vos (VVD), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Prast (PvdD), Van Pareren (Fractie-Nanninga) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van der Voort (D66), Keunen (VVD), Hermans (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA).

X Noot
4

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

X Noot
5

Kamerstukken I 2021/22, 35 538, AD.

X Noot
6

Kamerstukken I 2021/22, 35 538, AD.

X Noot
7

Kamerstukken 36 042.

X Noot
8

Verordening (EU) 2021/953.

Naar boven