35 531 Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

J BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2022

Op 4 oktober jongstleden behandelde uw Kamer het wetsvoorstel «Aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte».

Het lid Faber – van de Klashorst diende daarbij een motie in. De betreffende motie verzoekt de regering geen toestemming te geven tot het slaan van geothermieputten in een gebied waar nog niet alle aanvullende strategische voorraden en de nationale grondwaterreserves formeel zijn aangewezen. We hebben vervolgens uitsluitend gesproken over aanvullende strategische reserves en niet over nog aan te wijzen nationale grondwaterreserves.

Daar heb ik bij aangegeven dat het niet mijn wens is door het proces van het aanwijzen van de aanvullende strategische voorraden heen te opereren. Zoals mevrouw Faber en ik zijn overeengekomen is dat ook niet de bedoeling van de motie. Zolang de aanvullende strategische voorraden nog niet zijn aangewezen vraagt de motie terughoudendheid in de vergunningenprocedure. De aanwijzing van Nationale Grondwaterreserves laat nog enige tijd op zich wachten en de gebieden staan nu nog niet vast. Daarmee is uitvoering van de motie voor die gebieden nu niet uitvoerbaar. Met die interpretatie heb ik de motie oordeel Kamer willen geven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven