35 531 Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID ERKENS

Ontvangen 31 januari 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel VIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIIA

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Geothermie is een duurzame warmtebron met veel potentie. Het kan een belangrijke rol spelen in de energietransitie en in het halen van de klimaatdoelstellingen van 2030. Het vormt ook een alternatief voor het (grootschalig) gebruik van biomassa in de gebouwde omgeving. Met deze voorgestelde aanpassing van de Mijnbouwwet moet daarom een opschaling en versnelling van de sector gerealiseerd worden. Een tijdige evaluatie is hier een belangrijk onderdeel van. Zo kan worden bepaald of de opschaling snel genoeg gaat om de doelstelling van 2030 te behalen. Bij een tussentijdse evaluatie kan gekeken worden of de play-benadering of een alternatief model beter geschikt zijn voor opschaling en snelle groei. Volgens de memorie van toelichting zal het wetsvoorstel vijf jaar na de inwerkingtreding worden geëvalueerd.1 Dit is echter te laat om nog te kunnen bijsturen voor het halen van de doelen van 2030. Daarom beoogt dit amendement dat er binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet een tussentijdse evaluatie zal plaatsvinden zodat, indien nodig, tijdig kan worden bijgestuurd om de doelen te halen. De tussenevaluatie moet zich richten op de eerste ervaringen vanuit marktpartijen en Energie Beheer Nederland en kan daarmee gebruikt worden om bij te sturen richting 2030 waar nodig.

Erkens


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 531, nr. 3, p. 6.

Naar boven