Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2021
Onder verwijzing naar de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel
tot uitbreiding van het taakstrafverbod (Kamerstuk 35 528, nr. 7) vragen wij uw aandacht voor het volgende.
Het wetsvoorstel is op 2 februari jl. door Uw Kamer aangenomen en op dit moment aanhangig
bij de Eerste Kamer. De leden van de fracties van D66 en de SGP in de Eerste Kamer
hebben in het voorlopig verslag aandacht gevraagd voor gevallen waarin een zogenoemde
«kale» taakstraf is opgelegd bij geweld tegen personen met een publieke taak in de
zin van het wetsvoorstel (Kamerstuk 35 528, A, blz. 6). Een overzicht hiervan is gegeven in de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstuk 35 528, nr. 7, blz. 2). Daarbij is vermeld dat in de jaren 2015 tot en met 2019 respectievelijk 102, 124,
116, 114 en 100 kale taakstraffen werden opgelegd voor mishandelingen van personen
met een publieke taak. In respectievelijk 9, 6, 6, 3 en 3 zaken ging het daarbij om
een poging zware mishandeling. Deze aantallen zijn ontleend aan een door de Raad voor
de rechtspraak verrichte data-analyse.
In de vraagstelling van de leden van voornoemde fracties, behelzende een verzoek om
een nadere duiding van deze gegevens, hebben wij aanleiding gezien de Raad voor de
rechtspraak om aanvullende informatie te verzoeken. Daarbij heeft de Raad voor de
rechtspraak ons bericht dat de eerdere door de Raad aangereikte gegevens helaas niet
correct waren en dat deze aantallen hoger liggen. De juiste aantallen kale taakstraffen
die in eerste aanleg zijn opgelegd vanwege mishandeling van een functionaris met een
publieke taak in de jaren 2015 tot en met 2020 zijn respectievelijk 198, 211, 202,
175, 145 en 110. In respectievelijk 12, 9, 10, 5, 5 en 5 zaken ging het daarbij om
een poging zware mishandeling.
De nadere reactie van de Raad voor de rechtspraak is in de beantwoording in onze memorie
van antwoord (Kamerstuk 35 528, B) verwerkt.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus