35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

Q BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid de Regeling1 tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met een verruiming van de mogelijkheden voor topsporters om te sporten en het aanbrengen van enkele verbeteringen aan.

De overlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure (artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid). Op grond van de aangehaalde bepaling treedt de regeling niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Indien de Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met de regeling, vervalt deze van rechtswege.

Zoals ook aangegeven in de voortgangsbrief aan de Tweede Kamer zal de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 worden gewijzigd als de epidemiologische situatie daar aanleiding toe geeft. Een dergelijke ministeriële wijzigingsregeling wordt op grond van artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Deze vervalt van rechtswege indien de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling. Het gaat hier om een nahangprocedure waarbij de hoofdregel is dat drievierde deel van de nahangtermijn buiten het reces dient plaats te vinden.2 Van deze hoofdregel kan worden afgeweken indien deze termijn niet in acht kan worden genomen. Ik wil u alvast laten weten dat het niet kan worden uitgesloten dat het tijdens het reces van een der Kamers noodzakelijk is om bij ministeriële regeling maatregelen te nemen ter bestrijding van het virus. In een dergelijk spoedeisend geval kan het noodzakelijk zijn om een ministeriële regeling na te hangen gedurende het reces of een belangrijk deel daarvan. Als een dergelijke situatie zich voordoet zal ik uw Kamer hierover zo spoedig mogelijk informeren, zodat uw Kamer eventueel terug kan komen van reces indien uw Kamer de vastgestelde regeling wenst te bespreken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
2

Artikel 2.38 Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven