35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

N VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 november 2020

Bij brief1 van 16 oktober 2020 heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het ontwerpbesluit houdende vaststelling van de veilige afstand, bedoeld in artikel 58f, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid (Tijdelijk besluit veilige afstand), zoals dat artikel wordt ingevoegd bij inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-192, aangeboden aan de Kamer. De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit en hebben naar aanleiding hiervan de Minister op 21 oktober 2020 een brief gestuurd betreffende verlenging van de reactietermijn.

De Minister heeft op 27 oktober 2020 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 21 oktober 2020

Bij brief1 van 16 oktober 2020 heeft u het ontwerpbesluit houdende vaststelling van de veilige afstand, bedoeld in artikel 58f, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid (Tijdelijk besluit veilige afstand), zoals dat artikel wordt ingevoegd bij inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-192, aangeboden aan de Kamer. De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit en berichten u als volgt.

Het ontwerpbesluit is door u aangeboden in het herfstreces van de Kamer. In aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving is bepaald dat ten minste drie vierde deel van de voorhangperiode buiten het reces dient te vallen. Gelet hierop zal de Kamer de reactietermijn verlengen tot en met vrijdag 30 oktober 2020. Op deze wijze kunnen voornoemde leden tevens het ontwerpbesluit desgewenst betrekken bij het plenaire debat over het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19, nu de voorhang van het ontwerpbesluit tevens voortijdig is en de Kamer -gegeven de u bekende stellingname van deze Kamer inzake het vooruitlopen op wetgeving en voortijdige voorhangprocedures – zich het recht voorbehoudt om (de afronding van) de behandeling ervan op te schorten tot het funderende wetsvoorstel plenair op de agenda van de Eerste Kamer staat.

Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2020

Op vrijdag 16 oktober jl. heb ik aan u het ontwerp Tijdelijk besluit veilige afstand (kenmerk 1764920–212706-WJZ) aangeboden. De voorlegging geschiedde in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 58f, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid).

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad over het ontwerpbesluit niet eerder dan een week nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Ik wil met deze brief verhelderen dat u een week, buiten de periode van het herfstreces, heeft om u uit te spreken over het ontwerpbesluit. Dit betekent dat de voorhang eindigt op 30 oktober. Gezien de spoed die in de toekomst gepaard zou kunnen gaan met de totstandkoming van ministeriële regelingen op grond van hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid, kan ik niet garanderen dat de voorhang van die regelingen ook altijd buiten het reces zal vallen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan zal ik in de betreffende voorhangbrief de reden daarvan aangeven.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven