Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, tweede
lid, van de Wet publieke gezondheid, de navolgende regeling aan:
-
– Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie
en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 24 februari
2022, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband
met herstel van een onvolkomenheid in artikel 6.6, eerste lid, onder a.
De overlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure
(artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid). Op grond van de aangehaalde
bepaling treedt de regeling niet eerder in werking dan een week na deze overlegging.
Indien de Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met deze regeling,
vervalt deze van rechtswege. In verband met de beoogde inwerkingtredingsdatum van
4 maart 2022 is het van belang om deze regeling vandaag naar u toe te zenden.
Tevens bied ik u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, derde
lid, van de Wet publieke gezondheid, de navolgende regeling aan:
-
– Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie
en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 24 februari
2022, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband
met een incongruentie tussen de artikelen 4.8, vierde lid, en 5.3, vierde lid, van
de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.
Voor de precieze inhoud wordt verwezen naar de bijgevoegde ministeriële regeling en
de toelichting daarbij.
De overlegging geschiedt in het kader van de spoedprocedure (artikel 58c, derde lid,
van de Wet publieke gezondheid). De procedure van artikel 58c, tweede lid, Wpg zou
tot gevolg hebben dat de wijziging op haar vroegst op 4 maart 2022 in werking zou
kunnen treden. De bepalingen dienen echter 25 februari 2022 in werking te treden,
gelijktijdig met de inwerkingtreding van de wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 van 15 februari 2022. Daarom wordt toepassing gegeven aan de spoedprocedure
van artikel 58c, derde lid, Wpg.
Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers