35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

35 979 Wijziging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in verband met een wijziging van de verlengingssystematiek en goedkeuring van het Besluit houdende de vierde verlenging van de geldingsduur van bepalingen van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Stb. 2021, 549) (Wet wijziging verlengingssystematiek en goedkeuring vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

DO1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2022

Op 27 januari 2022 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer mij verzocht de Tweede Kamer te informeren over het te verwachten wetsproces en -traject na afloop van de huidige geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

In de bijlage treft u ter informatie een afschrift van de brief aan de Tweede Kamer aan, waarin ik inga op dit verzoek.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2022

Op 27 januari 2022 heeft de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Kamercommissie VWS) mij verzocht u te informeren over het te verwachten wetsproces en -traject na afloop van de huidige geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: Twm). De Kamercommissie VWS heeft in het bijzonder gevraagd om een nadere duiding te geven van de eerstvolgende goedkeuringswet en daarbij aan te geven op welke wijze de regering in nieuwe wetgeving ter verlenging van de Twm omgaat met afbouw van maatregelen. In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in op dit verzoek.

Actuele ontwikkelingen

Op 8 februari 2022 heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de korte termijn aanpak covid-19 en heb ik u een doorkijk gegeven naar de lange termijn.2 Zoals uiteengezet in de brief is het ten minste voor de rest van deze winter mogelijk dat het kabinet nog maatregelen moet treffen. Dat zou het geval kunnen zijn bij bestrijding van de huidige omikronvariant, maar vooral ook wanneer zich onverhoopt een nieuwe variant aandient. Maatregelen worden (bij ministeriële regeling) enkel genomen indien dat noodzakelijk is en evenredig is aan het beoogde doel (artikel 58b, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid (Wpg)). Of, en welke maatregelen nodig zijn (bij een opleving) in deze periode, wordt telkens beoordeeld aan de hand van de dan actuele (epidemiologische) situatie. Het kabinet laat zich adviseren door het OMT. Daarnaast vindt er een sociaalmaatschappelijke en economische reflectie plaats op de benodigde maatregelen en is er in de toelichting bij de regeling een grondrechtentoets opgenomen.

Om de nu van kracht zijnde ingrijpende maatregelen niet langer dan noodzakelijk te laten bestaan, is voorzien in diverse besluitvormingsmomenten. U heeft reeds bij brief van 10 februari jl. een wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 ontvangen waarin diverse maatregelen worden versoepeld. Daarnaast is een besluitvormingsmoment voorzien op 15 februari en 8 maart aanstaande. Bij de besluitvorming wordt breed gekeken welke maatregelen dan noodzakelijk zijn en welke wellicht versoepeld kunnen worden. Dit wordt steeds opnieuw bekeken en gewogen.

Voornemen tot vijfde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19

Al eerder bent u op hoofdlijnen geïnformeerd over het voornemen van het kabinet om in navolging van het OMT-advies (139e OMT) de Twm in de periode van 1 maart 2022 tot 1 juni 20223 te behouden. Zoals hierboven is toegelicht is het tenminste voor de rest van deze winter immers mogelijk dat het kabinet nog maatregelen moet treffen. De Twm biedt daarvoor het wettelijk kader. Conform het OMT-advies is het kabinet voornemens artikel 58j, eerste lid, onder e, Wpg – de grondslag om regels te kunnen stellen over het gebruik of voor consumptie gereed hebben van alcoholhoudende drank op openbare plaatsen – niet te behouden. Dit artikel vervalt derhalve per 1 maart 2022.

Zoals ik in mijn brief van 8 februari jl. heb aangegeven hebben we veel geleerd over het virus en het virus is daardoor minder onvoorspelbaar dan twee jaar geleden. Desondanks blijft onzekerheid over het verloop van het virus. In dat licht is terughoudendheid bij het laten vervallen van Twm-bepalingen geboden. Dit geldt in het bijzonder omdat er bepalingen in de Twm staan die de tijdelijke grondslag vormen voor de gehele corona-aanpak, zowel voor Europees als voor Caribisch Nederland. Een besluit tot het al dan niet behouden van een bepaling betreft de gehele grondslag en kan niet toegespitst worden op de hieruit voortvloeiende afzonderlijke maatregelen in de ministeriële regeling of op alleen Europees dan wel Caribisch Nederland. Als bepalingen van de Twm eenmaal zijn vervallen, is dat een voldongen feit. Bepalingen die zijn vervallen, kunnen niet bij koninklijk besluit weer worden «aangezet». Indien naderhand blijkt dat een vervallen bepaling toch nog of weer nodig is, moet een nieuw wetstraject worden opgestart waarbij die bepaling wederom in wetgeving wordt vervat.

Ik wil graag benadrukken dat het behouden van een bepaling van de Twm niet automatisch betekent dat ook de op grond van die bepaling vastgestelde maatregelen blijven gelden. Het is mogelijk om bepalingen van de Twm te behouden zolang een directe dreiging van een covid-19-epidemie bestaat, terwijl de feitelijke maatregelen in de ministeriële regeling, die op die wettelijke bepalingen zijn gebaseerd, zijn ingetrokken omdat die beperkingen op dat moment niet noodzakelijk zijn. Op basis van deze «slapende» bepalingen kunnen bij ministeriële regeling of bij algemene maatregel van bestuur met de nodige snelheid weer maatregelen getroffen worden, indien onverhoopt de epidemiologische situatie daarom vraagt.

Toelichting proces koninklijk besluit en goedkeuringswet Twm

Om bepalingen van de Twm in de periode 1 maart tot 1 juni te behouden is een koninklijk besluit in voorbereiding. Alvorens de voordracht voor het koninklijk besluit wordt gedaan, wordt ingevolge artikel 58t Wpg de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) gehoord over de actuele geldende maatregelen. De Afdeling ontvangt in dat verband tevens het voorgenomen besluit. Daarnaast worden de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba over het voorgenomen verlengingsbesluit geconsulteerd. Het advies van de Afdeling en de uitkomsten van de consultatie verwacht ik medio deze maand te ontvangen.

Bekendmaking van het koninklijk besluit zal naar verwachting in de week van 23 februari 2022 plaatsvinden. Na plaatsing in het Staatsblad van het vastgestelde koninklijk besluit zal onverwijld een voorstel van wet tot goedkeuring van het vijfde verlengingsbesluit bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden ingediend.

Het op 3 februari jl. door uw Kamer aangenomen voorstel van wet houdende wijziging van de verlengingssystematiek en goedkeuring van de vierde verlenging van de geldingsduur van bepalingen van de Twm brengt geen wijziging aan in de goedkeuringssystematiek voor dit koninklijk besluit dat ingaat op 1 maart 2022. Voor een eventueel daaropvolgend koninklijk besluit regelt het wetsvoorstel een voorhangprocedure – in plaats van de huidige nahang via een goedkeuringswet – waarbij beide Kamers onafhankelijk van elkaar kunnen besluiten niet in te stemmen met het voorgehangen ontwerpbesluit.4 De Eerste Kamer zal het wetsvoorstel naar verwachting op 22 februari 2022 behandelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

De letters DO hebben alleen betrekking op 35 526.

X Noot
2

Kamerbrief aan de Tweede Kamer met korte termijn aanpak Covid-19 en doorkijk lange termijn, d.d. 8 februari 2022.

X Noot
3

Kamerstukken II 2021/22, 25 295, nr. 1638 en 1746.

X Noot
4

Kamerstukken II 2021/22, 35 979, nr. 29 (Nader gewijzigd amendement van het lid Westerveld c.s.).

Naar boven