De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering bij beperkende maatregelen ter bestrijding van het
virus covid-19 geen rekening houdt met burgers die volledig gevaccineerd zijn en derhalve
actief bijdragen aan de bestrijding van het virus covid-19;
overwegende, dat een studie van het Amerikaanse Centers of Disease Control and Prevention
– het Amerikaanse RIVM – laat zien dat een inenting met de vaccins van Pfizer/BioNTech
en Moderna verspreiding van het virus covid-19 grotendeels voorkomt;
overwegende, dat uit een Israëlische studie die recent is gepubliceerd in het toonaangevende
wetenschappelijke tijdschrift Nature Medicine eveneens blijkt dat gevaccineerden het
virus covid-19 nauwelijks nog verspreiden;
overwegende, dat de Gezondheidsraad in het aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport gerichte advies van 20 mei jl. aangeeft dat vaccinatie tegen covid-19 niet
alleen beschermt tegen (ernstige) ziekte en sterfte, maar tot op zekere hoogte ook
transmissie tegen kan gaan;
overwegende, dat het niet meer dan redelijk lijkt dat burgers die actief bijdragen
aan de bestrijding van het virus covid-19 hier niet voor gestraft worden middels beperkende
maatregelen;
verzoekt de regering om bij de eerstvolgende ministerraad te beoordelen of er ruimte
is om de beperkende maatregelen ter bestrijding van het virus covid-19 niet van toepassing
te verklaren op volledig gevaccineerden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Raven