35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

AE BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, derde lid, van de Wet publieke gezondheid, de navolgende regeling aan:

  • Regeling van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 februari 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband met een verlenging van de verzwaarde maatregelen voor het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs, het hoger onderwijs en de buitenschoolse opvang1.

Ik doe een beroep op de spoedprocedure van artikel 58c, derde lid, van de Wet publieke gezondheid. Het doorlopen van de standaardprocedure, zoals opgenomen in artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid zou tot gevolg hebben dat de maatregelen op hun vroegst op zaterdag 13 februari 2021 in werking kunnen treden. De huidige maatregelen voor onderwijsinstellingen vervallen echter van rechtswege op maandag 8 februari 2021. Onderwijsinstellingen zouden in dat geval maandag 8 tot en met vrijdag 12 februari weer open kunnen gaan, hetgeen niet mogelijk moet zijn. Naar mijn oordeel kan daarom de uitgestelde inwerkingtreding van ten minste een week – die uitgangspunt dient te zijn bij de vaststelling van maatregelen op basis van hoofdstuk Va Wpg – in deze zeer dringende omstandigheden niet worden afgewacht.

Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven