Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van
de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel met als doel
de winkelier te beschermen tegen eenzijdige wijzigingen over openstelling van zijn
winkel, binnen de grenzen van de bij of krachtens de Winkeltijdenwet vastgestelde
openingstijden. Deze leden hebben nog enkele vragen. De leden van de GroenLinks-fractie sluiten zich bij deze vragen aan.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
In de Eerste Kamer heeft op 14 mei 2013 een motie van de hand van senator Holdijk2 voldoende steun gekregen, waarin de regering gevraagd werd om via wetgeving of op
andere wijze de contractuele positie van winkeliers (in winkelcentra) te versterken
en de vrijheid om binnen het gemeentelijke beleid hun eigen openingstijden te bepalen,
te garanderen. Vervolgens is er op 8 november 2018 een motie in de Tweede Kamer geweest
van de leden Stoffer en Verhoeven3, waarin ook de contractvrijheid voor winkeliers is bepleit. Voldoet de regering met
deze wet aan beide moties? Of is er sprake van een gedeeltelijk voldoen,namelijk dat
deze wet in feite regelt dat in bestaande situaties geen eenzijdige contractwijziging
kan worden opgelegd? En als dat zo is, ziet de regering mogelijkheden om de bredere
bedoeling van beide moties waar te maken?
In het kader van gewetensbezwaar tegen zondagsarbeid wordt rekening gehouden met de
positie van gewetensbezwaarden. Ziet de regering daarin nog een onderscheid, als een
winkelier naast principiële redenen ook sociale, economische of maatschappelijke redenen
heeft? Kan een huurder die eerst geen bezwaar had, maar bijvoorbeeld godsdienstig
wordt, zich beroepen op deze wet, of op gewetensbezwaar in zijn algemeenheid? Op welke
wijze kan de positie van toekomstige winkeliers worden versterkt, om ook voor hen
de contractuele positie te versterken, dan wel veilig te stellen dat zij bijvoorbeeld
op basis van geloofsovertuiging op zondag gesloten mogen blijven?
Het voorstel beperkt niet de mogelijkheden om afspraken te maken over openingstijden,
bijvoorbeeld in een huurovereenkomst of een franchiseovereenkomst. Betekent dit dat
de verhuurder kan bepalen wat er in de huurovereenkomst komt te staan, met name over
de dagen waarop de winkelier zijn winkel openstelt?
Stel dat een gemeente de openstelling op zondag mogelijk maakt, wat is dan de positie
van de huurder in geval dat een verhuurder deze mogelijkheid wil aangrijpen? Is een
(nieuwe) huurder gehouden om waarborgen in het huurcontract in te bouwen, gericht
op de eventuele ruimere mogelijkheden in de toekomst? Of mag een huurder zich beroepen
op zijn positie, en te allen tijde weigeren om een contractwijziging te aanvaarden?
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet
en ontvangen deze graag uiterlijk 9 juli 2021.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, De Boer