35 517 Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2021

Op 19 februari 2021 heb ik van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) een toezichtsignaal ontvangen. In het toezichtsignaal adresseert de Aw twee onderwerpen, het aantal aanwijzingen dat ik heb gegeven aan de Aw in de afgelopen vijf jaar (i) en de wettelijke eis aan corporaties om zich te beperken tot hun primaire taken (ii).

De Woningwet schrijft voor dat ik de Staten-Generaal informeer over gegeven aanwijzingen. Vanwege dit voorschrift vind ik het passend om de Staten-Generaal over het toezichtsignaal van de Aw en mijn reactie daarop actief te informeren. Beide brieven1 zijn als bijlage opgenomen.

Naar aanleiding van het door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de wet (Kamerstukken, dossier 35 517) wordt onder meer de markttoets opgeschort voor een periode van drie jaar. Eerder was uw Kamer akkoord met het invoeren van de marktverkenning ter vervanging van de markttoets. Het invoeren van de marktverkenning is door de opschorting echter niet langer aan de orde. Het is aan een volgend kabinet om in samenwerking met de Kamers te bezien of, en zo ja, in welke vorm de markttoets dan wel marktverkenning terugkeert. Ik laat uw Kamer daarom weten dat ik het besluit dat eerder is voorgehangen zodanig aanpas dat de marktverkenning niet wordt ingevoerd en regels waarvoor door de opschorting geen grondslag meer is vervallen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven