35 517 Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet

Nr. 54 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER

Ontvangen 8 maart 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel RR een onderdeel ingevoegd, luidende:

RRa

Artikel 92a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «, indien de overtreder minder dan twee jaar voorafgaande aan die overtreding een overtreding van artikel 1b heeft begaan».

2. In het tweede lid wordt «derde categorie» vervangen door «tweede categorie».

II

In artikel II wordt voor onderdeel aA een onderdeel ingevoegd, luidende:

0aA

In artikel 1.1, onderdeel HV, wordt het voorgestelde artikel 18.12 als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt «derde categorie» vervangen door «tweede categorie».

Toelichting

Dit amendement schrapt de herhaaldelijkheidseis bij het opleggen van een bestuurlijke boete bij overtreding van de verboden die zijn opgenomen in artikel 1b. Vanuit de handhavingspraktijk is het een uitdrukkelijke wens om de herhaaldelijkheidseis bij het opleggen van bestuurlijke boetes op grond van artikel 92a van de Woningwet te schrappen en aan te sluiten bij de methodiek van andere boetestelsels zoals die van de Huisvestingswet 2014. Zo kunnen overtreders die de goede staat en (brandveilig) gebruik van gebouwen overtreden direct een bestuurlijke boete opgelegd krijgen. De huidige voorwaarde ondermijnt de afschrikkende werking van de boete omdat een eerste overtreding geen gevolgen heeft. Bovendien kan recidive gemakkelijk voorkomen worden door stromanconstructies in het leven te roepen of telkens nieuwe bedrijven op te richten en die overtredingen te laten plegen. Ook is de meerwaarde beperkt omdat de huidige werking feitelijk identiek is aan de last onder dwangsom; het plegen van een eerste, ook zeer ernstige, overtreding blijft zonder gevolgen. De gemeente moet de overtreder namelijk eerst wijzen op een overtreding, pas bij een nieuwe overtreding is het opleggen van een boete mogelijk.

Geregeld lopen overtredingen van de Huisvestingwet 2014 en Woningwet samen. Het is niet uit te leggen dat wegens een geringe administratieve omissie zoals het ontbreken van een vergunning op grond van de Huisvestingswet 2014 direct een bestuurlijke boete kan worden opgelegd en dat voor het brandgevaarlijke huisvesten van personen in een gebouw dat daar niet voor bestemd eerst gewaarschuwd moet worden voordat een boete kan worden opgelegd. Ten slotte vergt de eis een onnodige administratie van overtredingen en vraagt het extra administratieve handelingen om het bestaan van recidive te onderzoeken. Om de redelijkheid van de straf bij een eerste overtreding te waarborgen is de derde boetecategorie gewijzigd naar een boete van de tweede categorie.

Nijboer

Naar boven